Week 2 Flashcards
Hoe werken de meeste geneesmiddelen?
Met een receptor > sleutel-slot principe
Hoe werken geneesmiddelen?
Receptorstimulatie: agonist
Receptorblokkade: antagonist
Wat voor receptoren zijn vooral belangrijk bij geneesmiddelen?
G-eiwit gekoppelde receptoren; hebben 7 transmembraangebieden en zijn intracellulair gekoppeld aan een G-eiwit
Ionotrope receptoren
Deze receptoren vormen bij activatie een opening voor ionen. Deze respons is zeer snel en vaak van belang binnen het zenuwstelsel
Kinase-gekoppelde receptoren
Kunnen bij activatie eiwitten fosforyleren. Deze respons is een stuk langzamer en vooral actief binnen het endocriene systeem
De gen-transcriptie receptoren
Transporteren naar de kern en zijn daar werkzaam als transcriptiefactor. Deze respons is erg langzaam en werkzaam bij bijvoorbeeld hormonale cycli.
Drug-receptor interactie
Is een evenwichtsreactie
Typen agonisten
- Volle agonisten
- Partiële agonisten
- Inverse agonisten
Volle agonisten
Hebben bij een lage bezetting een maximaal effect
Partiële agonisten
Hebben bij een hoge bezetting een niet-maximaal effect
Inverse agonisten
Inactiveren constitutionele receptoren, waardoor een andere activiteit ontstaat
Constitutionele receptoren
Receptoren die van zichzelf actief zijn
Effectiviteit van agonisten
De hoogte van de plateaufase, dus het maximale effect
Potentie van agonisten
De concentratie waarbij de helft van het maximale effect wordt bereikt
Typen antagonisten
- Chemisch
- Farmacokinetisch
- Receptor blokkade: (ir)reversibel competitief
- Niet competitief: bindt op een andere plek receptor
dan agonist - Fysiologisch: de antagonist bindt op een andere receptor en heeft tegenovergesteld effect vergeleken met de agonist
Reversibel competitief antagonisme
Hoe meer antagonist er wordt toegevoegd, hoe meer agonist er nodig is om hetzelfde effect te bewerkstelligen
Irreversibel competitief antagonisme
Door de irreversibele werking van de antagonist, neemt naarmate er meer antagonist wordt toegevoegd de werking van de agonist in combinatie met de receptor af
Pa2
Een maat voor hoe potent een antagonist is
Wat doet de parasympaticus?
rest and digest
- Verlagen hartslagfequentie
- Verhogen speekselsecretie
- Erectie
- Verwijden pupil
Wat doet de sympaticus?
Fight or flight
- Bronchoconstrictie
- Verhogen speekselsecretie
- Contractie sphincter blaas
- Piloerectie (omhoog staan van het haar)
- Positief inotroop effect hart
- Zwellen labia minora
AZS afferent of efferent?
Afferent
In welke hersenkern komt viscero-sensibele informatie (bloeddruk, O2, smaak, rekking etc.) binnen?
Nucleus tracti solitarii
> hier komt het binnen en wordt het verdeeld
Bij welk type neuronen kan acetylcholine de belangrijkste neurotransmitter zijn?
(> nadruk op het woord kan)
- Preganglionair sympatisch
- Preganglionair parasympatisch
- Postsganglionair sympatisch
- Postganglionair parasympatisch
Oog parasympaticus
Accomodatiereflex:
> pupilvernauwing (miose, via m. sphincter pupillae)
> accomodatie (via m. ciliaris) > lens wordt boller
> convergentie > ogen gaan dichter bij elkaar staan
> Om beter van dichtbij te kunnen kijken
Oog sympaticus
Pupilverwijding (myadrase, via m. dilatator pupillae)
Belangrijkste functie sympaticus op bloedvaten?
Vasoconstrictie (overheersend effect > anders zou er veel bloed naar verteringsorganen gaan)
Co-transmissie
Het verschijnsel dat een neuron meerdere soorten neurotransmitters kan afgeven
Wat doet de parasympaticus op de sinusknoop?
Remt de funny current (het kanaal dat open ging staan bij hyperpolarisatie)
Wat zijn de sensoren in het cardiovasculaire systeem?
- Baroreceptoren in halsslagaders en aorta
> Meet de rekking van de vaten
> Snelle invloed op hartslag en vaatweerstand
> Als de vaatwand meer uitgerekt is, worden ze geactiveerd - Volumereceptoren
> Lange termijn invloed op circulerend volume (oa. via de nier)
Wat gebeurt er met met de bloeddruk bij activatie van baroreceptoren?
Omlaag
Wat voor symptomen verwacht je als het AZS aangedaan is?
- Incontinentie
- Orthostatische hypotensie
- Impotentie
- Verlies van transpiratievermogen
- Bewegingsstoornissen
Welke symptomen kun je verwachten bij een vergiftiging met cholinesteraseremmers?
- Braken
- Bronchorrea
- Diarree
- Incontinentie
- Zweten
Reflexen werken via drie stappen:
- Input (sensorische prikkel)
- Verwerking (integratie)
- Output (spieractiviteit, secretie)
Waar komen de sympatische neuronen met name vandaan?
De thoracale en hoog lumbale wervels
> Het preganglionaire neuron is kort en schakelt als snel over op het postganglionaire neuron. Dit gebeurt vaak via de grensstreng of nabij het ruggenmerg gelegen ganglia. De postganglionaire neuronen zijn lang
Waar komen parasympatische neuronen met name vandaan?
De hersenstam en sacrale wervels.
> Het preganglionaire neuron is lang. Het ganglion bevindt zich bij het te innerveren orgaan. De postganglionaire neuronen zijn dus kort.
Acetylcholine (parasympatisch)
Wordt gemaakt uit choline > Onder invloed van actetyl coA wordt choline door choline acetyltransferase omgezet in acetylcholine.
Acetylcholine kan binden aan nicotine (ligand gestuurde ionkanalen) en muscarine (G-eiwit gekoppeld) receptoren
In de synapsspleet wordt acetylcholine afgebroken door acetylcholinerase tot choline
Acetylcholine preganglionair (parasympatisch)
Preganglionaire vezels gebruiken acetylcholine als neurotransmitter wat bindt aan nicotine receptoren
Acetylcholine postganglionair (parasympatisch)
Postganglionaire vezels gebruiken acetylcholine als neurotransmitter wat bindt aan muscarine receptoren
Neurotransmitters (sympatisch)
het sympatische systeem gebruikt ook acetylcholine, maar alleen de preganglionaire neuronen. Acertylcholine bindt in het ganglion aan de nicotinereceptoren. Vervolgens gebruikt het postganglionaire neuron voornamelijk (nor)adrenaline . met uitzondering van vezels die zweetklieren innerveren. Deze neurotransmitter (noradrenaline) bindt aan alfa en bèta receptoren
Varicositeiten
De zenuwuiteinden van sympatische zenuwen zijn axonale verdikkingen die varicositeiten worden genoemd
Nicotine receptoren
Ligand gestuurde ionkanalen met als belangrijkste agonisten nicotine en acetylcholine. Het worden ook wel ionotrope receptoren genoemd. Bij activatie gaat het ionkanaal open en stroomt natrium naar binnen >cel depolariseert
Muscarine receptoren
G-eiwit gekoppelde receptoren met als belangrijkste agonisten muscarine en acetylcholine. Een bekende antagonist is atropine. Het worden ook wel metabotrope receptoren genoemd. Deze receptoren werken middels second messengers die vervolgens de kalium kanalen kunnen activeren en hyperpolarisatie in gang kunnen zetten
Innervatie van het hart
De parasympatische innervatie gaat via de nervus vagus en activeert SA en AV knoop
De sympatische innervatie gaat via het ruggenmerg, de grensstreng naar de pacemakers (SA en AV knoop) en de hartspiercellen
De activatie van pacemakercellen verloopt in drie fasen
- Depolarisatiefase door opening van calciumkanalen\
- Repolarisatie door kaliumkanalen
- Diastolische depolarisatiefase door onder andere de funny current
De parasympaticus zorgt voor een verlaging van de hartfrequentie door:
- Remming van de calciumkanalen: drempelwaarde halen duurt langer
- Activering van de kaliumkanalen; hyperpolarisatie
- Remming funny current: depolarisatie duurt langer
De sympaticus zorgt voor een verhoging van de hartfrequentie door:
- Stimulatie van de calciumkanalen: snellere depolarisatie
- Stimulatie van de funny current: sneller behalen van drempelwaarde
Effect sympaticus op conractiliteit (contractiekracht)
De bèta receptor stimuleert cAMP-productie via het G-eiwit Gs. De calciumconcentratie wordt verhoogd, waardoor de contractiliteit wordt verhoogd
Hoe bepaal je de EC50?
Trek een lijn bij helft eigen maximale respons
Farmaca voor het AZS zijn in te delen op basis van hun functie
- Parasympathicomimetica
- Parasympathicolytica
- Sympathicomimetica
- Sympathicolytica
Parasympathicomimetica
Stoffen die de werking van de parasympathicus stimuleren
Parasympathicolytica
Stoffen die de werking van de parasympathicus remmen
Sympathicomimetica
Stoffen die de werking van de sympathicus stimuleren
Sympathicolytica
Stoffen die de werking van de de sympathicus remmen
Je kunt geneesmiddelen ook indelen naar het soort chemische stof waar het op lijkt
- Cholinerge stof, lijken op acetylcholine
- Adrenerge stof, lijken op (nor)adrenaline
- Dopaminerge stof, lijken op dopamine
- Purinerge stof, lijken op purine
Synoniem adrenaline
Epinephrine
Verdeling muscarine receptoren
M1 t/m M5 receptoren
Verdeling nicotine receptoren
Alfa t/m epsilon receptoren
Waar bevinden nicotine receptoren zich?
- Ganglia > transmitterafgifte
- Bijniermerg > (nor)adrenaline
- Presynaptisch> transmitter afgifte
- Skeletspier > contractie
Effect activatie muscarine receptor hart
Daling hartfrequentie, daling inotropie (contractiekracht), daling hartminuutvolume
Effect activatie muscarine receptor vaten
Verwijding > daling bloeddruk
Effect activatie muscarine receptoren Presynaptisch
Daling transmitter afgifte
Effect activatie muscarine receptoren skeletspiern
Contractie oog, bronchiën, blaas en maagdarm kanaal
Bijwerkingen muscarine agonisten
- Diarree (contracties spijsverteringskanaal)
- Zweten (sympathische muscarine receptoren worden geactiveerd)
- Miosis (pupilvernauwing)
- Misselijkheid (door contracties in het gastro intestinaal systeem)
- Urinelozing (doordat de blaas contraheert)