Week 4 Flashcards
Interventie cardioloog
- Catheter gebonden behandeling van coronairen
- Vervanging van kleppen
- Congenitale afwijkingen > ASD/VSD/PFO
- Cardiogene shock
Behandeling stabiel coronair lijden
In eerste instantie medicamenteus
Diagnostiek coronair lijden
Anatomie
> CT scan
Fysiologie > Stress test > MIBI SPECT > Dobutamine stress echo > Stress MRI > (PET CT)
Hoe vaak wordt de ATP poel in het hart ververst?
Eens in de 10 seconden
Wat is de functie van de malaat aspartaat shuttle?
Transport van elektronen
Waarom is het gunstig om glycogeen te verbranden in plaats van glucose bij een tekort aan zuurstof?
- Niet afhankelijk van glucose dat uit de bloedbaan komt
- Minder verzuring bij dezelfde ATP opbengst (belangrijkste)
- Minder O2 verbruik bij dezelfde ATP opbrengst
- Minder CO2 productie bij dezelfde ATP opbrengst
Welke verandering versnelt de verzuring?
Stijging van AMP, ADP of ATP
Stijging van AMP
Welke metaboliet versnelt zuurstofverbruik in de cel?
Mitochondriaal ADP
> Je moet de fosforylering versnellen
Wat geldt voor de mitochondria van een cel in rust?
- pH gradiënt maximaal
- Maximaal mitochondriaal NADH
- Maximaal elektronen in protonpompen
ATP-synthese vindt plaats bij het verbranden van:
- Koolhydraten
- Vetten
- Eiwitten
ATP- verbruik vindt onder andere plaats bij:
- Spiercontractie
- Iontransport
- Biosynthese van macromoleculen
- Thermogenese
Waar vindt ATP verbuik voornamelijk plaats?
In het cytosol
Waar vindt ATP aanmaak plaats?
Deels in het cytosol (anaeroob) en deels in de mitochondriën
Nadelen anaerobe glycolyse
- Zuurproductie
- Lage ATP productie en opbrengst
Wat stimuleert anaerobe glyco(geno)lyse)
Daling in creatinefosfaat
Waar bevindt de malaat aspartaat shuttle zich?
In de hersenen, lever en het hart
Wat zorgt voor de koppeling van ADP aan P?
De protonengradiënt
Waardoor wordt de potentiële energie van de protonen gradiënt vooral bepaald?
De membraanpotentiaal
AMP
AMP vormt een trigger voor PFK en zorgt voor stimulatie van de glycolyse
Zuurstoftekort bij extra inspanning
Door een zuurstoftekort bij extra inspanning leidt NADJ niet via de OXPHOS tot de ATP-synthese, maar gebeurt dit via lactaatvorming. In het geval van ischemie kan AMP worden afgebroken tot adenosine. Adenosine zorgt voor vasodilatatie. Deze vasodilatatie kan ervoor zorgen dat er weer bloed door de vernauwde coronair kan stromen en de ischemie tijdelijk kan worden opgeheven
Geneesmiddelen voor Angina Pectoris
- Remmers van de vetzuuroxidatie: trimetazine, ranolazine, etoxomir
- Remmers van mitochondriale vetzuuropname: etoxomir. perhexiline, MDI
- Dichlooracetaat
Geneesmiddelen voor Angina Pectoris (II)
> Waarom?
In een hart van een patiënt met angina pectoris is niet de hoeveelheid brandstof (glucose/vetzuur) het probleem, maar de hoeveelheid zuurstof. Daarom is voor deze mensen de oxidatie van glucose gunstiger dan de oxidatie van vetzuren
Manieren van celdood
- NETose
- Necrose
- Apoptose
Oorzaken van celbeschadiging
- Langdurig zuurstofgebrek
- Mechanische schade
- Stralingsschade, ioniserende straling, warmte/koude straling
- Chemicaliën
- Infecties
- Genetische defecten
Onomkeerbare schade gaat gepaard met:
- Verlies van mitochondriale functie
- Membraan structuur aangepast
- DNA, chromatine structuur aangepast
Waar hangt de ernst van de schade vanaf?
Mate van stress waaraan de cel wordt blootgesteld > aard, duur, intensiteit
Proces van celschade
De eerste reactie van celschade is het zwellen van de cel. Het cytoskelet raakt het contact kwijt met de celmembraan. De celkern begint te klonteren. Deze zwelling kan weer weggaan, waardoor de cel weer functioneel wordt. Deze schade is reversibel. Bij irreversibele schade neemt de zwelling nog verder toe. Er ontstaat verdere klontering van de kern. Stukken celmembraan laten los. De veranderingen van een cel met schade zijn pas veel later te zien met een microscoop. Er is dus een punt waarbij een cel overgaat tot celdood, maar dit is lichtmicroscopisch niet te zien
Wat gebeurt er wanneer lysosomen uit elkaar vallen?
Komen heel veel enzymen vrij, cel gaat van binnen uit kapot
Verschillende soorten necrose
- Liquefactie necrose (vervloeiings necrose, vaak gezien in de hersenen, longen soms in het hart na mdma)
- Coagulatie necrose (structuur blijft herkenbaar, hartspier post infarct)
- Gangreneuze necrose (ledematen)
- Verkazende necrose (tuberculose)
- Vet necrose (vaak in buikholte door pancreas)
- Fibrinoide necrose (bloedvaten , bijv auto immuun ziekte)
Coagulatie necrose
- Vochtophoping, oedeem
- Eiwit denaturatie
- Verlies cellulaire morfologie
- Wel behoud van algemene weefselstructuur
Liquefactie necrose
- Eiwitafbraak
Ischemie van de hartspier
Bij een hartinfarct ontstaat er een ischemisch gebied achter een afgesloten coronair. De mitochondriën krijgen onvoldoende zuurstof. De ATP-productie daalt/stopt. De Na pomp kan niet meer werken. Dit leidt tot een hoge osmotische waarde van de cel, waardoor er zwelling ontstaat. Daarnaast leidt onvoldoende zuurstof tot anaerobe glycolyse. Dit zorgt voor H+ productie, waardoor de pH daalt. Tenslotte zorgt een tekort aan ATP ook voor het loslaten van ribosomen van het ER, waardoor er geen eiwitten meer kunnen worden gemaakt
Waar zit troponine?
Vast aan de contractiele element, duurt erg lang voordat het vrijkomt want er moet veel meer gebeuren in de cel voordat het vrijkomt
Waarom troponine beter dan HFAB?
HFAB wordt heel snel afgebroken, troponine kan tot wel drie dagen in het bloed aanwezig blijven
Twee belangrijke routes apoptose
- Mitochondrial pathway
- Death receptor pathway
Apoptose
- Organellen worden in kleine pakketjes opgedeeld
- Receptoren komen tot expressie waardoor omliggend weefsel weet dat het opgeruimd moet worden
> Celdood zonder beschadiging aan omliggende cellen
NETose
Cel vermengt DNA alles met wat zich in het cytosol bevindt, brengt giftige stoffen (zoals histonen) heel ver, kan bacteriën bereiken.
Wat schadelijk is voor bacteriën kan ook schadelijk zijn voor lichaamseigen cellen
Kan ook ontstekingsreacties geven
Zuurstofgebrek van de hartspier leidt achtereenvolgens tot:
- Daling van ATP
- Iongradiënten veranderen
- Eiwitsynthese daalt
- Beschadiging plasmamembraan
- Intracellulaire membraanbeschadiging
- Massale calciuminflux > Point of no return
- Cel lysis/necrose
Determinanten van zuurstofgebrek
- Volledige versus partiële vaatobstructie
- Alternatieve bloedflow
- Acute versus geleidelijke obstructie
- Gevoeligheid voor O2 tekort
- Preconditionering
Bij contractieband necrose…
Zijn alle contractiele elementen naar elkaar toegetrokken
Hemostase
Bloedstolling
Uit welke twee processen bestaat de hemostase?
- Primaire hemostase
- Secundaire hemostase
Primaire hemostase
Bloedplaatjes erg belangrijk en von willebrand factor
Von Willebrand factor
- Adhesie en aggregatie van trombocyten
- Dragereiwit voor factor VIII
- Bind de bloedplaatjes aan elkaar zodat er een bloedplaatjesplug gevormd wordt
Secundaire hemostase
Het vormen van fibrinedraden ter bevestiging van de bloedplaatjesplug
Tissue factor
Zit onder het endotheel (subendotheel), belangrijkste start van de hemostase, start de vorming van fibrine
Trigger
Als er een trigger is om het stolsysteem aan te zetten, activeert het stolsysteem zichzelf
Doel
Uiteindelijk doel stolling is om fibrine te maken
Fibrine
Draden die door het stolsel gaan
Remmers van hemostase
- APC > remt factor Xa en Va
- Antitrombine > remt trombine
- TFPI > remt de TF route
>Doel: knippen fibrinedraden
Fibrinolyse
Het afbreken van fibrine > afbraak bloedtolsel > wordt geactiveerd door plasmine
Bloedingsklachten en symptomen
- Blauwe plekken (hematomen)
- Gewrichtsbloedingen (hemarthros)
- Bloedingen na operaties/kiesextracties
- Slijmvliesbloedingen
- Menorragie (teveel bloedverlies bij menstruatie)
- Petechien (puntjes die net weg te drukken zijn)
- Lang bloeden van wondjes
Afwijkingen in de primaire hemostase
Afwijkingen in de primaire hemostase kunnen veroorzaakt worden door trombocytopathie (niet goed werkende trombocyten), door trombocytopenie (tekort aan bloedplaatjes) of door een tekort aan von Willebrandfactor
Wat is nodig voor kunnen vormen fibrine?
- Goed functionerende lever
- Vitamine K
Verlenge PT, normale aPTT; welke stollingsfactor is dan laag?
VII
Verlenge aPTT, normale PT; welke stollingsfactor is dan laag?
XI, IX, VIII
Hemofilie
A > tekort aan VIII
B > tekort aan IX
> X gebonden
Hemofilie
- Gewrichtsbloedingen
- Spierbloedingen
- Hersenbloedingen
- Bloedingen ne operaties en kiesextracties
- Bloeding na prikken
Behandeling hemofilie
Toedienen van stollingsfactoren waar een tekort aan is
> Profylactisch, ter voorkoming van bloedingen
Atherosclerose
Is een proces van jaren
Verschil tussen stabiele en instabiele plaque
Het risico dat de plaque scheurt
Instabiele plaque
Dunne kap, veel vet
STEMI
ST elevatie
non-STEMI
Heeft iemand de symptomen van een hartinfarct maar zonder verhoging van het ST-segment, dan heet dat een non-STEMI. Bij een non-STEMI is de bloedtoevoer naar de hartspier eveneens verminderd, maar zonder dat dat zichtbaar is als een verhoging van het ST-segment op het ECG.
Angina pectoris
Disbalans tussen zuurstof vraag en aanbod
Behandeling coronairlijden stabiele AP
- Lifestyle management
- Medicamenteus
- Revascularisatie
- Cardiale revalidatie
Bij stabiele AP geen verhoging Troponine
x
Behandeling coronairlijden acuut coronair syndroom
- Revascularisatie
- Medicamenteus
- Lifestyle management
- Cardiale revalidatie
Wat doen nitraten?
Vaatverwijding
Vervelende bijwerking > hoofdpijn
Medicamenteuze behandeling Stabiele AP
- Bèta blokkers > hartfrequentie verlagen
- Calciumantagonisten > verlaagt de bloeddruk
Medicijnen voorkomen events
- Aspirines > bloedplaatjes remmer
- Statines > verlagen cholesterol (met name LDL)
Verhoogde cardiale enzymen
Zowel bij STEMI als bij non-STEMI
Transmuraal infract
Hele dikte van spier necrotisch
LAD
Voorziet de voorkant van het hart, het apicale deel en groot deel van septum