Week 3 Flashcards
Hartfalen
Hartfalen is een syndroom, waarbij patiënten symptomen hebben en klinische tekenen waarneembaar zijn die het gevolg zijn van disfunctie van het hart
Parameters disfunctie van het hart
- Cardiac output
- Vullingsdrukken
- Ejectiefractie
- Diastolische disfunctie
Overige behandelingen bij hartfalen
- Corrigeren onderliggende oorzaak
- Preventie plotse hartdood: ICD
- Optimaliseren pompfunctie: Biventriculair pacen
- Mechanische ondersteuning: (ECMO, LVAD)
Wat kan een patiënt gemakkelijk zelf doen?
- Vochtbeperking
- Zoutbeperking
- Dagelijks wegen
> Vroegtijdig opsporen vochtophoping
klachten
- Kortademigheid
- Benauwdheid
- Orrthopneu
Wat zijn de belangrijkste functies van de bloedcirculatie?
- Transport van voedingsstoffen en afbraak producten
- Warmte transport
- Snelle chemische signalering - hormonen en neurotransmitters
- Doorgeven van krachten
Hoe stroomt bloed?
Door druk
Wat is druk (vloeistof)?
Kracht per oppervlakte eenheid op een object in de vloeistof
> Zwaartekracht
> Versnelling
> Krachten van buitenaf
Wet van Pascal
- Vloeistof oefent in alle richtingen dezelfde druk uit
- De druk in horizontaal vlak is overal even groot
- De druk neemt toe met de diepte
Is bij iemand die staat de druk bij het hoofd hoger of lager dan bij het hart?
Lager
Verband tussen flow en snelheid
F= vA
Bloedcirculatie > Welke energie?
- Pomp energie: druk opbouw vanuit het hart: p
- Kinetische energie > bewegings-, stromings-
- Potentiële energie: plaats-hoogte
> Totale energie is altijd constant
Consequentie turbulentie
- Optreden vaatgeruis
- Vaattrilling voelbaar
- Energieverlies; hart moet harder pompen
- Beschadigingen vaatwand, bloedplaatjes
- Trombosevorming
Oorzaken pompfalen
- Primair:
> Myocardinfarct
> Myocarditis
Secundair:
> Drukbelasting
> Volumebelasting
Wat gaat er mis bij een hartinfarct?
Contractiliteit gaat omlaag > Slagvolume gaat omlaag> cardiac output omlaag > bloeddruk omlaag
Sympathicus wordt geactiveerd > Hartfrequentie stijgt (bèta 1) > verhogen preload > vasoconstrictie (sympathicus alfa 1) > Arteriële vaatweerstand gaat omhoog (alfa 1 en 2)
Hoeveel alfa 2 receptoren zijn er in het veneuze stelsel?
Heel weinig, is vooral alfa 1
RAAS (renine angiotensine aldosteron systeem) activatie
RAAS, een humoraal systeem, wordt geactiveerd in de nier wat vloeistof vast houdt. De sympathicus brengt de hartfrequentie en het slagvolume omhoog, en je probeert de de perifere vaatweerstand omhoog te brengen, om uiteindelijk de bloeddruk te laten stijgen
Aortaklep stenose
Als gevolg van een stenose in de aortaklep, neemt de druk in het linkerventrikel toe. Het ventrikel moet dan langer contraheren en zal dan later relaxeren. Het gevolg is dat het drukverschil toeneemt, omdat met name de ventrikel systolische druk stijgt als gevolg van de toename in de weerstand en omdat de aorta systolische druk zakt. Als de druk in het ventrikel groter wordt, neemt de afterload ook toe. Als het ventrikel minder uitpompt omdat het slagvolume kleiner wordt, neemt het eind systolisch volume toe. Het onmiddellijke effect van een afname in het slagvolume is dat de preload toeneemt, door deze toename neemt de afterload ook toe
Fluid retention
Bij mensen met hartfalen raakt de vochtbalans uit balans > de nieren zijn verantwoordelijk voor vasthouden vocht
De nieren houden vocht vast om het zieke hart te vullen, dan kan het hart met de preload toename het slagvolume omhoog krijgen
Systolisch hartfalen (HFrEF> hartfalen met een gereduceerde ejectiefractie)
- Hartinfarct
- Hypertensie
- Hartklepafwijkingen
- Gedilateerde cardiomyopathie
> Hartfalen omdat de hartspier niet meer goed samentrekt
Diastolisch hartfalen (HFpEF)
- Diabetes mellitus
- Erfelijke nierschade
- COPD
- Hypertrofe cardiomyopathie
Risicofactoren systolisch hartfalen
- Volume overload
- Myocarditis
- Myocard infarct
- Obesitas
- Hypertensie
- Diabetes
- Nierziekten
Risicofactoren diastolisch hartfalen
- Inflammatie
- COPD
- Leeftijd
- Obesitas
- Hypertensie
- Diabetes
- Nierziekten
Bovenste deel aorta
Elastisch > hoe kleiner het wordt, hoe meer collageen
Perifere circulatie
Perifere weefsels van stoffen voorzien en afvoeren afvalstoffen. Dit wordt vooral geregeld op niveau van de gladde spiercellen en die komen met name voor in de arteriolen. In de buurt van de gladde spiercel eindigen de postsynaptische vezels die noradrenaline en scetylcholine afgeven
Neurale regulatie bloedflow
- Sympathicus > adrenerge regulatie (alfa, bèta receptor)
- Parasympathicus > NO gemedieerde dilatatie
Lokale regulatie bloedflow
- Rek (myogeen mechanisme)
- Behoefte (metabool mechanisme)
- Flow (endotheel gemedieerd mechanisme)
Waar treedt artherosclerose voornamelijk op?
In proximale geleidingsvaten
Gladde spierq
Calcium triggert cross-bridge cycling via fosforylering van myosin light chains
Binding calmoduline aan calcium
Een MLCK complex (Myosine licht keten kinase) wordt gevormd. Dit fosforyleert myosine > geeft een vormverandering en verhoogd ATPase activiteit wat interactie met actine faciliteert
Actine en myosine kunnen lang aan elkaar gekoppeld blijven > lage affiniteit voor ATP > geen ‘vermoeidheid’
Directe werking op gladde spiercel > contractie
- Sympathische regulatie
- Rek (myogeen effect)
- Angiotensine II
- ADP, thromboxaan (geactiveerde bloedplaatjes)
- Endotheline
Directe werking op gladde spiercel> relaxatie
- Metabool effect
- ANP (Een hormoon dat wordt afgegeven door een atrium dat onder druk staat)
Verdeling bloed bij inspanning
- Het hart en de hersenen blijven hetzelfde aandeel bloed krijgen
- De nieren, bot, darmen en de huid ontvangen veel minder bloed
- De bloedstroom naar de spieren neemt veel meer toe
Kun je de bloedstroom op capillair niveau reguleren?
Nee > geen gladde spiercellen
Waarom wordt de vaatwand dikker bij steeds kleiner wordende vaten?
Toename gladde spiercellen
Waardoor wordt de bloedtoevoer naar capillairen gereguleerd?
Arteriolen en sphincters
Kan bloed rechtstreeks van een arteriole naar een venule lopen?
Ja, dit gebeurt met name als de sphincters naar omliggende capillairen dicht zijn
Wat bepaalt hoe veel bloed er door een vat kan?
De contractietoestand van gladde spiercellen
Neurale regulatie bloedflow
Constrictie naar mate de sympathicus meer wordt geactiveerd
Waar heeft de sympathicus met name invloed op?
De grotere arteriolen > de grotere weerstandsvaten
Basisprincipes
- Normaal hebben arteriolen de grootste bijdrage aan de totale vasculaire weerstand
- Artherosclerose treedt voornamelijk op in proximale geleidingsvaten
- Vernauwing van geleidingsvaten heeft nauwelijks effect op de bloedflow voorbij de stenose, zolang de arteriolen daar kunnen compenseren met dilatatie
- Bij verdere vernauwing zijn de arteriolen chronisch gedilateerd, waardoor de capaciteit tot extra flowverhoging bij toegenomen O2 in gevaar komt
- Wanneer vasodilatatie capaciteit maximaal benut is, kan de bloedflow in rust nog wel voldoende zijn, maar niet langer tijdens inspanning, dit leidt tot ischemie