Zijn en Schijn - Plato Flashcards

1
Q

Leg uit welke twee vormen van nabootsing Plato in de Sofist onderscheidt en bij welke vorm van nabootsing het werk van de sofist thuishoort.

A

Plato onderscheidt twee soorten nabootsing:
- Mimesis: uitbeelding of representatie van het idee. De verhouding tussen het zijne zelf en het voordoen ergens op een plaats. Dus bij het bed-voorbeeld: het bed waar je in kan slapen.(verschijnen, positieve schijn).

  • Simulacrum: schijnbeeld, richt zich niet op de idee, maar op het zijnde. Dus bij het bed-voorbeeld: het schilderij bed. De schilder is volgens Plato niet te vertrouwen. (loutere schijn, negatieve schijn)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom kunnen we niet over het niet-zijnde spreken
volgens de vreemdeling in de Sofist? Waarom dienen
we toch over het niet-zijnde te spreken en waarom
vereist dit een vadermoord op Parmenides? Hoe
probeert de vreemdeling uiteindelijk het probleem
van het niet-zijnde op te lossen?

A

Volgens de vreemdeling in de Sofist kunnen we niet over het niet-zijnde spreken omdat, zodra je erover spreekt, je er weer een onderwerp dat ís van maakt en dat kan dus niet. Parmenides zou zich hierbij aansluiten, hij zegt immers: het zijnde is en het niet-zijnde is niet.

Plato spreekt toch over het niet-zijnde als hij het over verschijnen heeft. Zo pleegt hij vadermoord op Parmenides, hij gaat het toch over het niet-zijnde hebben. Het schijnbeeld van de schilder is namelijk een niet-zijnde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen hoe moderne denkers (zoals Kant) over zijn en schijn denken, en hoe antieke denkers daarover dachten?

A

Kant over zijn en schijn: voor kant bestaat er een noumenale wereld en een fenomenale wereld. De noumena zijn de zijnden zelf en de fenomenen zijn de verschijnselen. Het fenomeen verschijnt daarbij aan het subject als object. ‘Verschijnen’ bij Kant is dus altijd verschijnen voor het subject.

Antieke denkers over zijn en schijn: verschijnen is voor antieke denkers niet iets vanuit het subject, maar juist vanuit het object zelf.

Kant zet dus de metafysica op z’n kop. In de metafysica is hét ding altijd geweest over het kennen van de zijnden en nu zegt Kant ineens dat dat helemaal niet mogelijk is!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly