Taal en Waarheid - Heidegger en waarheidsbegrip Flashcards

1
Q

Leg uit welke wezensverandering van de waarheid
zich voltrokken heeft in Plato’s denken volgens
Heidegger.

A

Oorspronkelijke betekenis van waarheid: hetgeen dat zich uit de verborgenheid heeft weten te worstelen

Betekenis van waarheid bij Plato: het onverborgene als wat toegankelijk is dankzij het vermogen van de idee om dingen op een manier te doen verschijnen.

In de grotparabel krijgt de idee dominantie over het onverborgene. Alles wat gezien wordt ontleent zijn zichtbaarheid aan de zon (ook de schaduwen). MAAR: de zon is pas in zicht gekomen door een daaraan vooraf gegaan proces.

Plato doet dus alsof hij de idee als maatstaf gebruikt, maar in de praktijk om bij de idee te komen gebruikt hij de onverborgenheid. De idee is er dus helemaal niet als eerste! De idee is dus een bijproduct van het proces, en niet de oorsprong!!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 4 stadia zijn er in de grotparabel?

A

1: waarheid als onmiddelijk gegevene, in de vorm van de schaduw
2: ontketende gevangenen die het werkelijke vuur voor minder werkelijk houden dan de schaduwen.
3: het meest onverborgene als het meest werkelijke
4: terugkeer in de grot, continue strijd tussen het verborgene en het meest onverborgene.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat betekent het woord ‘aletheia’

A

Het Griekse woord voor ‘onverborgenheid’, een ander woord voor waarheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly