Zakelijke Hoofdrecht - Eigendom Flashcards
Zakelijke hoofdrechten
1) Eigendom
2) Mede-eigendom
3) Vruchtgebruik
4) Recht op opstal
5) Recht op erfpacht
6) Erfdienstbaarheden
Zakelijke zekerheden
Wat? Bijkomende rechten als accessorium v/e schuldvordering.
Numerus clausus-beginsel inzake zakelijke rechten
Art.3.3 BW
Zakelijke rechten is een exhaustief geheel. Creatie wetgever.
=> Gesloten systeem >< open systeem (bij bv. vorderingsrechten)
GEVOLG:
De rechtsverhoudingen die rechtssubjecten met betrekking tot een goed tss hun geregeld hebben, moet worden teruggebracht tot in de wet bepaalde zakelijke rechten en, als dit niet kan, dat hun jurdische verhouding louter op vorderingsrechten gesteund is, zonder dat van zakelijke werking sprake is.
Historiek goederenrecht na/breuk FR
2 absolute regels:
1) Verbod om feodale lasten terug in te voeren
2) Zakelijke gebruiksrechten zijn in principe TIJDELIJKE rechten
Eigendom + kenmerken(niet uitleggen)
Art.3.50 BW
” Het eigendomsrecht verleent aan de eigenaar rechtsreeks het recht om het voorwerp ervan te beschikken. De eigenaar heeft de VOLHEID VAN BEVOEGDHEDEN, behoudens de beperkingen die door wetten, verordeningen of door de rechten van derden worden opgelegd.”
=> Meest VOLLEDIGE zakelijke recht dat een rechtssubject ten aanzien v/e goed kan hebben.
◇ Volheid van bevoegdheden:
1) Gebruik
2) Genot
3) Beschikkking
◇ Dit recht is een ALTIJDDUREND recht of heeft een EEUWIGDUREND karakter.
◇ Dit recht is een EXCLUSIEF recht.
Kenmerken eigendomsrecht
1) Volheid van bevoegdheden
=> Meest VOLLEDIGE zakelijke recht >< BEPERKTE zakelijke recht
=> 3 onderdelen
◇ Bevoegdheid tot gebruik v/h goed
Het stellen van alle materiële handelingen die de waarde v/h goed niet verminderen of van alle rechtshandelingen die het statuut v/h goed niet veranderen.
◇ Bevoegdheid tot genot v/h goed
Art. 3.54 BW: Het recht v/h vruchten en opbrengsten v/h goed.
(Art.3.29 BW: Bezitter v/h goed mag de vruchten en opbrengsten bijhoud bij teruggave v/h goed indien hij te goeder trouw is.)
◇ Bevoegdheid tot beschikking
Feitelijk door het goed te vernietigen of de waarde ervan te verminderen.
Juridisch door het goed te vervreemden ten kostelozen titel (schenking) of onder bezwarende titel (verkoop, ruil).
2) Dit recht is een ALTIJDDUREND recht of heeft een EEUWIGDUREND karakter.
Art.3.51, lid 2 BW:
◇ Niet-gebruik
◇ Niet vatbaar voor verjaring >< art.3.16, 2° BW
3) Dit recht is een EXCLUSIEF recht.
Het verleent aan de eigenaar de bevoegdheid om anderen uit te sluiten v/d bevoegdheden die precies aan de eigenaar v/e goed toekomen.
(* Onverdeelde eigenaar = meerdere rechtssubjecten die samen eigenaar zijn - elkaars medewerking nodig voor daden van beschikking)
Art.3.67 BW: Wetgever verplicht eigenaar om aantal inmengingen van anderen feitelijk te gedogen:
1) TERUGGEVEN van zaak of dier aan eigenaar die op een onopzettelijke wijze op OR is terechtgekomen.
2) TOEGANG nabuur tot OR indien dit noodzakelijk is om bouw-of herstellingswerken uit te voeren…
3) TOEGANG tot onbebouwd en onbewerkt OG die niet is afgesloten.
Vordering tot bescherming van het eigendomsrecht
Art.3.51, lid 1 BW
2 eigendomsvorderingen
1) Revindicatie: hij kan het voorwerp van zijn eigendomsrecht terugvorderen uit handen van degene die het onder zich heeft.
2) Vordering tot erkenning van zijn eigendomsrecht ten opzichte van elke derde die daarop inbreuk pleegt of een aanspraak maakt.
Eigendomsvordering extra beschermd door attributen waarmee het eigendomsrecht is uitgerust.
1) Volgrecht - art.3.4 BW
2) Zakelijke subrogatie - art.3.10 BW
+ Eigendomsvorderingen doven niet uit door ze niet te gebruiken.
Grondeigenaar heeft recht tot afsluiting van zijn perceel - art.3.61, § 1 BW (zie gemene afsluiting) + recht tot afpaling van zijn grond (op die manier kan hij de grenzen van zijn perceel materieel bepalen en meteen de horizontale omvang van zijn grondeigendom.)
Bewijsmiddelen die de eigenaar kan aanwenden om de grenzen van zijn grondeigendom aan te tonen
=> Art.3.61 § 2 BW:
1) Verkrijgende verjaring
2) Authentieke akte
3) Eigendomstitels
4) Toestand v/h bezit en de andere feitelijke indiciën
Procedure tot afpaling - art.3.61, § 3 en 4 BW:
Iedere eigenaar kan de eigenaar v/h aanpalende perceel verplichten om tot afpaling tss de percelen over te gaan.
Bewijs van eigendom bij eigendomsconflict
Eigendomsconflict = ontstaat wanneer twee of meer personen tegelijk eigendomsaanspraken maken op hetzelfde goed.
Art.3.52 BW
◇ Alle bewijsmiddelen zijn toegelaten.
◇ Rechter beslist wie de waarschijlijke eigenaar is op basis van:
1) Oorspronkelijke wijze van verkrijging
2) Geldige titel
3) Eigendom noodzakelijk toebehoort aan 1 v/d procespartijen
Begrenzing v/h eigendomsrecht v/e grond
Dit recht is een ruimte begrensd recht in de verticale + horizontale zin.
VERTICALE omvang
Art.3.63 BW
Eigendomsrecht strekt zich enkel uit als het nuttig kan zijn voor de eigenaar om de uitoefening van zijn bevoegdheden - gebruiksbevoegdheden.
Eigenaar NIET verzet mogelijk tegen gebruik door derde.
=> Beperkt in functie v/d bestemming en de toestand v/d grond.
HORIZONTALE omvang
Art.3.61 BW
Problemen van grensoverschrijding zie art.3.62 BW
Eigenaar v/h grond kan eisen om bouwwerk te verwijderen behalve bij wettelijke of contractuele titel.
◇ Verwijdering: art.3.62, § 2 BW
● Behalve bij goede trouw bij onevenredig benadeeld
● KEUZE eigenaar tegen schadeloosstelling op grond van ongerechtvaardige verrijking.
1) Recht van opstal voor de duur v/h bestaan v/h gebouw
2) Gedeelte v/h perceel over te dragen
◇ Wettelijk: verkrijgende verjaring - art.3.27 BW
◇ Als het een inherent bestanddeel is v/d bouwwerk v/d eigenaar die overschreden heeft, behoort deze bestanddeel aan hem op grond van natrekking voor de duurtijd van die titel.
Hoe onstaat eigendom op oorspronkelijke wijze (geen uitleg)
Oorspronkelijke eigendomsverklaring
> < Afgeleide eigendomsverklaring
Oorspronkelijkewijzen van eigendomsverkrijging en welke
= De wijzen waarop een rechtssubject eigendom verkrijgt zonder eigendomsoverdracht vanwege een ander rechtssubject.
=> Feitelijke toestanden die leiden tot eigendom.
Welke:
1) Oorspronkelijke eigendomsverklaring ingevolge VERKRIJGENDE VERJARING
2) Oorspronkelijke eigendomsverklaring ingevolge NATREKKING
3) Oorspronkelijke eigendomsverklaring ingevolge VERWERKING
4) Oorspronkelijke eigendomsverklaring ingevolge VONDST
5) Oorspronkelijke eigendomsverklaring ingevolge NIET-OPHALING
Afgeleide wijzen van eigendomsverkrijging
= De overgang van eigendom tss rechtssubjecten bv. erfenissen
Art.3.14, § 2 BW
Oorspronkelijkewijzen van eigendomsverkrijging - de verkrijgende verjaring - begrip
Art.3.26, lid 1 BW
= Een wijze waarop de eigendom v/e goed (of een zakelijk gebruiksrecht) wordt verkregen door een deugdelijk bezit dat gedurende een bepaalde tijd heeft voortgeduurd.
WETTELIJKE VEREISTE = deugdelijk bezit (om verjaring te krijgen) behoudens verstrijken v/e termijn.
=> Bezit is een feitelijke toestand (grondslag v/d eigendomsverkrijging door verjaring)
Art.2219 oud BW
◇ Andere vorm van verjaring (niet hier aan de orde)
=> BEVRIJDENDE verjaring
= Een middel om door het verstrijken v/e zekere tijd en onder de VW’en die de wet bepaalt, v/e verb. (of zelfs een zakelijk gebruiksrecht) bevrijd te worden.
=> Schuldvordering of een zakelijk recht gaat teniet (>< verkrijgt).
Oorspronkelijkewijzen van eigendomsverkrijging - de verkrijgende verjaring - maatschappelijk belang v/d verkrijgende verjaring
Rechtvaardig dat iemand het eigendomsrecht krijgt of een zakelijk gebruiksrecht v/e goed kan krijgen door een feitelijke toestand en verstrijken v/e termijn?
RECHTSZEKERHEID van belang. Te kwader trouw of te goeder trouw is niet van belang.
Oorspronkelijkewijzen van eigendomsverkrijging - de verkrijgende verjaring - bezit - begrip
Wettelijke grondslag v/d eigendomsverkrijging door verjaring.
Men moet het goed gedurende een bepaalde termijn in zijn bezit hebben.
Bezit heeft:
◇ Verkrijgende functie - art.3.26 BW
◇ Bewijsfunctie - art.3.24 BW
◇ Beschermde functie - art. 3.25 BW
Art.3.18 BW def:
Feitelijke uitoefening v/e recht als ware men de titularis van dit recht, rechtstreeks of door middel v/e derde.
Bezit omvat 2 wezenlijke elementen
1) Materieel element (corpus possessionis)
2) Intentioneel element (animus possessionis)