Indeling Der Goederen Flashcards

1
Q

Hoe wordt het statuut van goederen bepaald (indeling)?

A

Indeling:

1) Graad van toe-eigeningsmogelijkheden
2) Hun gebruik
3) RG en OR
4) Publieke G

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Belang van indeling volgens de graad van toe-eigeningsmogelijkheden?
En welke indeling?

A
Goederen kunnen SLECHTS het voorwerp uitmaken van zakelijke rechten indien het rechtssubject een (rechtmatige) heerschappij kan en mag erop uitoefenen.
=> Is heerschappij mogelijk?
Indeling: 
1) Goederen in en buiten de handel 
2) Gemene voorwerpen (res commune)
3) Goederen zonder eigenaar 
4) Gevonden goederen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Goederen in de handel

A

Zijn goederen die het voorwerpen kunnen zijn van vermogensrechten, dus van private toe-eigening en verhandeling tss de rechtssubjecten.
Deze goederen maken deel uit v/h rechtsverkeer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Goederen buiten de handel

A

Niet vatbaar voor toe-eigening door een wettelijk beletsel.

Wel in feite.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gemene voorwerpen (res commune)

A

Art.3.43, lid 1 BW
”De gemene voorwerpen kunnen ñ in hun totaliteit worden toegeëigend. Zij behoren niemand toe en worden gebruikt in het algemeen belang, met inbegrip van toekomstige generaties.”

Ñ in hun totaliteit (zee), maar wel een deel ervan(emmer zeewater).

Door een feitelijke beletsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Goederen zonder eigenaar (res nullius)

A

RG en OR die geen eigenaar hebben en die voor toe-eigening vatbaar zijn.
Art. 3.43, lid 2 BW
2 soorten:
1) Nooit een eigenaar bv. vissen in zee
2) Afstand van eigenaar (res derelictae) bv. zetel voor huis

1)
Art. 3.66. BW
OR => behoort aan de Staat
PAS OP! Aansprakelijksvordering mogelijk tegen vorige eigenaar bv. vervuilde grond
Art. 3. 59, § 2 BW
RG => behoort aan degene die het wilt toe-eigenen
PAS OP! Verplichtingen voor vinder.
2)
Art. 768 oud BW
RG die deel uitmaken van nalatenschappen => behoort aan de Staat indien er geen wettelijke erfgenamen in nuttige graad of geen echtgenoot en geen testament werd gemaakt of testament verworpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gevonden goederen

A

Daarmee wordt bedoeld verloren goederen + goederen zonder eigenaar (res nullius)

VERLOREN GOEDEREN
Eigenaar die voorlopig onbekend is.
>< Schatten?

RES NULLIUS
RG en OR die geen eigenaar hebben en die voor toe-eigening vatbaar zijn.
Art. 3.43, lid 2 BW
2 soorten:
1) Nooit een eigenaar + vatbaar voor toe-eigening bv. vissen in zee
2) Afstand van eigenaar (res derelictae) bv. zetel voor huis

1)
Art. 3.66. BW
OR => behoort aan de Staat
PAS OP! Aansprakelijksvordering mogelijk tegen vorige eigenaar bv. vervuilde grond
Art. 3. 59, § 2 BW
RG => behoort aan degene die het wilt toe-eigenen
PAS OP! Verplichtingen voor vinder.
2)
Art. 768 oud BW
RG die deel uitmaken van nalatenschappen => behoort aan de Staat indien er geen wettelijke erfgenamen in nuttige graad of geen echtgenoot en geen testament werd gemaakt of testament verworpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vervangbare goederen

A

Art. 3.44, lid 1 BW

Zijn goederen die voor de nakoming v/e verbintenis onderling verwisselbaar zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Niet-vervangbare goederen

A

Belang: wil v/d partijen.
Niet intrinsiek kenmerk v/d goederen zelf.
Ook bij intrinsiek niet gelijksoortig kunnen de partijen het als vervangbaar beschouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verbruikbare goederen

A

Art.3.44, lid 2 BW
Deze goederen zullen verloren gaan bij het eerste gebruik
◇ Feitelijk bv. etenswaren
◇ Juridisch bv. geld
=> men moet over xeze goederen beschikken om ze te gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Niet-verbruikbare goederen

A

Na het gebruik v/h goed kan met het goed teruggeven aan de eigenaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Soortgoederen (genera)

A

Art.3.44, lid 3 BW

Bepaald door hun generieke eigenschappen. Niet individueel bepaald.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bepaalde goederen (species)

A

Goederen die individueel bepaald zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke OR zijn er?

A

1) OR uit hun aard
2) OR door incorporatie
3) OR door bestemming
4) OR door hun voorwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

OR uit hun aard

A
Art.3.47, lid 1 BW
Samenstellende volumes in 3 volumes bepaald: 
1) Aardoppervlak 
2) Volumes erboven 
3) Volumes eronder 

Deze defintie heeft ook een FUNCTIONELE dimensie
=> art.3.177 BW over opstalrecht en dus tijdelijk is, maar kan onder strikte VW’en eeuwigdurend zijn.

Ondergrond is ook OR uit zijn aard, maar wetgever meer en meer afzonderlijke regelingen uitvaardigen over de exploitatie van de ondergrond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

OR door incorporatie

A

Art.3.47, lid 2 BW
◇ Vastzit via een verbindend element aan OR uit zijn aard.
◇ Voorwerpen die duurzaam en gewoonlijk ermee verbonden zijn of erin vastzitten al dan niet een BEWEEGLIJK voorwerp.
◇ Lid 3: Inherente bestanddelen v/d geïncorporeerde bouwwerken en beplantingen bv. zonnepanelen.
ONDERSCHEID tss
1) Inherente bestanddelen - art.3.8, § 2 BW
=> Noodzakelijke element
2) Accessoria - art.9 BW
=> Zekere mate van autonomie

TIJDELIJK losgemaakt = OR - art.3.48, lid 2 BW

PLANTEN en VRUCHTEN = wil eigenaar
=> Kan vervroegde roerenmaking - art.3.48, lid 1 BW

17
Q

OR door bestemming

A

Art.3.47, lid 4 BW:
= Accessoria v/e OR
Art.3.9 BW - def. accessoria
◇ Zakelijk recht op een goed heeft van rechtswege ook betrekking op de accessoria van dat goed.

2 VW’en voor OR door bestemming:
1) Goederen moeten DEZELFDE eigenaar hebben.
2) Duurzame verbinding of bevestiging vertonen met het OR bv. schilderij in muur
OF ten dienste zn v/d uitbating of v/d bewaring v/h hoofdgoed bv. tractor bij boerderij
Wrm VW’en?
Vertrouwen van derden - art. 1615 oud BW en art. 45, 2 Hypotheekwet

18
Q

OR door hun voorwerp

A

Art.3.49 BW
◇ O zakelijke rechten
Bv. opstalrecht, hypotheek ….
◇ O schuldvorderingen
=> Uitzondering: SV die een ’geven’ v/e OR recht inhouden
MAAR beperkt in ons recht dat uitgaat v/h consensualisme inzake eigendomsoverdracht; in principe solo consensus , leveringsplicht nadien is een SV tot een ’doen’ dus R
◇ O rechtsvorderingen
= Zn alle rechtsvorderingen die betrekking hebben op een OR bv. eis tot afpaling
◇ Bezitsvorderingen ?

19
Q

Indeling RG + uitleg

A

Art.3.47 - 3.49 BW

1) RG als restcategorie
2) RG door anticipatie/vervroegde roerendmaking

Aandelen in vennootschappen, intellectuele rechten zijn RG

Verkoop van RG door anticipatie is niet vatbaar voor vernietiging wegens benadeling - art. 1674 oud BW

20
Q

RG als restcategorie

A

Art. 3.47 - 3.49 BW

21
Q

RG door anticipatie/vervroegde roerendmaking

A

Art. 3.48, lid 1 BW

22
Q

Publieke G + indeling

A

Zijn goederen van publiekrechtelijke rechtspersoenen - OH.
Ze zijn niet vrij verhandelbaar. Ze worden beheerd en kunnen enkel worden vervreemd met naleving v/d vormen en regels die daarvoor in het bijz. bep. zijn in het administratief recht.

INDELING
Art.3.45, lid 1 BW
1) Openbaar domein
2) Privaat domein

23
Q

Openbaar domein

A
Die goederen v/e publiekrechtelijke rechtspersoon die door hun aard of door een beslissing v/d bevoegde OH tot het algemeen nut zijn bestemd of door de wet uitdrukkelijk in het openbaar domein zijn opgenomen. 
=> 3 mogelijkheden: 
1) Door hun aard 
2) Uitrdrukkelijk OH 
3) Stilzwigend OH
24
Q

Openbaar domein => privaat domein

A

Desaffecteren = uit het openbaar domein halen

25
Q

Openbaar domein: positie in het rechtsverkeer

A

Art.3.45, lid 2 BW
Privaatrechtelijk vermogensrecht ñ v.t.
Enkel persoonlijk of zakelijk gebruiksrecht die tijdelijk is indien openbaar bestemming nog mogelijk is.

26
Q

Publiekrechtelijke gebruiksrechten op het openbaar domein

A

2 soorten:

1) domeinvergunning
2) concessie

27
Q

Domeinvergunning

A

Een beslissing v/d bevoegde OH waarbij deze aan een particulier of een privaatrechtelijke rechtspersoon de toelating geeft om tijdelijk het exclusief genot te hebben v/e deel v/h openbaar domein.
Bv. Terras van horecazaak
Deze toelating is altijd precair: het behelst een eenzijdige bestuursbeslissing vanwege de OH die te allen tijde kan worden ingetrokken.
In hoofde v/d genieter is het een gunst die niet tot een mogelijke aanspraak tegen de OH kan leiden.
=> NIET subjectief recht.

28
Q

Concessie

A

Een bestuurlijke contract tss de OH en particulier of privaatrechtelijke rechtspersoon als concessiehouder.
De concessiehouder mag deze openbaardomeingoed exclusief gebruiken volgens de bestemming + voor de duur die in de concessie wordt bepaald.
Verband duur concessie - termijn die nodig is om investering af te schrijven.
Vroegtijdige beëindiging kan leiden tot schadevergoeding.
=> Subjectief recht voor concessiehouder, maar privaatrechtelijke verhouding.

29
Q

Openbaar domein: samenstelling

A
NIET exhaustieve opsomming.
OH bepaalt zelf in belangrijke mate welke G openbaardomeingoederen zijn. 
Aantal belangrijke: (meer info in boek) 
1) Openbare wegen
2) Spoorwegen
3)Territoriale zee
4) Bevaarbare stromen en rivieren
5) Kanalen
6) Polders en wateringen
7) Militair openbaar domein 
8) Gebouwen tot openbaar nut 
9) Allerei RG van openbaar nut
30
Q

Privaat domein

A

Alle domeingoederen die door de OH nietvoorhet gebruik doorhet publiek of voor de werking v/e openbare dienst bestemd zijn.
=> Alle domeingoederen die NIET tot het openbaar domein behoren.

31
Q

Privaat domein: rechtsstatuut

A

Administratief recht
Geen regels dan pas privaatrecht
Bij verkoop of toekenning vermogensrecht de beginselen van GELIJKHEID, TRANSPARANTE en VRIJE MEDEDINGING.
In principe openbare verkoop.

32
Q

Privaat domein: totstandkoming v/h privaatdomein

A

Hoe G tot privaat domein?

1) Wet
2) Onteigening
3) Verkrijging onder bezwarende titel
4) Schenking
5) Verbeurdverklaring (art. 42-43 Sw.)
6) Onbeheerde OG
7) Verloren goederen
8) Niet-opgehaalde goederen
9) Nalatenschappen zonder erfgenamen of die verworpen werden

33
Q

Privaat domein: samenstelling

A

Enkele voorbeelden:

1) Meubilair van openbare besturen, ministeries
2) Visrecht in bevaarbare rivieren
3) Bepaalde bossen, weiden, bronnen en braakliggende gronden

34
Q

Beslag op publieke goederen

A

In beginsel NIET vatbaar voor beslag.
=> Principiële uitvoeringsimmuniteit v/d OH.

UITZONDERING:
Art. 1412bis Gw