Mede-eigendom

Question 1

Mede-eigendom

Answer 1

Art.3.68, lid 1 BW
= Het eigendomsrecht v versch. personen v eenzelfde goed of v/e geheel v goederen, zonder dat elk v hen een exclusief recht op een bep. gedeelte ervan kan laten gelden.

Goed blijft materieel een eenheid - egendimsrecht v/e mathematisch breukdeel v/h goed.
=> Eigendomsrecht is opgesplitst, niet het goed.

Art.3.68, lid 2 BW
Jurische GEHEEL v goederen => GEHEEL tot voorwerp en niet de afzonderlijke goederen.

Question 2

Mede-eigendom verschil met onverdeeldheid

Answer 2

Onverdeelheid = de opsplitsing v/e zakelijk recht op een goed of een algemeenheid v goederen tss meerdere personen (deelgenoten).
Kan ook op andere zakelijke rechten dan het eigendomsrecht bv. onverdeeld vruchtgebruik, O blote eigendom.

VERSCHIL
Onverdeelheid is RUIMER dan mede-eigendom.

Question 3

Mede-eigendom verschil met collectieve eigendom

Answer 3

CE = de eigendomsverhoudingen die ontsaat wanneer 2 of meer personen een goed of meerdere goederen inbrengen in een bijz. vermogen om een gemeenschappelijk doel ermee te realiseren.

VERSCHIL
Regels v onverdeeldheden of mede-eigendom zij hiet ñ v.t.
CE georganiseerd in functie v gezamelijke belangen.

Question 4

Mede-eigendom verschil met multi-eigendom (periode-eigendom of timesharing)

Answer 4

= De rechtstoestand waarbij versch. personen gezamelijk eigenaar zn v/e OR en elk achtereenvolgens gedurende een beperkte, welbepaalde, weerkerende periode het exclusief gebruik v dit goed.

VERSCHIL
Exclusief recht

Question 5

Mede-eigendom verschil met tontine

Answer 5

T = krachtens een tontinebeding verwerven 2 of meerdere personen een eigendomsrecht v/e goed onder het beding dat de langstlevende de uiteindelijke eigenaar wordt v/h geheel v dit goed.
Elke betrokke e wordt geacht exclusief eigenaar te zn onder de ontvindende VW v zn vooroverlijden en onder de opschortende VW v zn overleven, en dit retroactief.

GELIJKENIS
Rechten en plichten v/d betrokken eigenaars is volgens het regime v/d ME

Question 6

Soorten Mede-eigendom in functie v/d oorsprong v/d onverdeelheid

Answer 6

Art.3.68, lid 3 BW
3 categorieën 
1) Toevallige mede-eigendom 
2) Vrijwillge mede-eigendom
3) Gedwongen mede-eigendom