WWeek 4 Flashcards
Waar gaat het artikel van Horsfell over?
Er zijn 4 categorieën mensen die behandeld moeten worden voor mentale gezondheid en SUDs:
1. Degenen die ernstig beperkt zijn door comorbide mentale gezondheid en SUDs die een gecoördineerde en geïntegreerde benadering nodig hebben voor beide problemen;
2. Degenen die ernstig beperkt zijn door mentale gezondheidsstoornissen en negatief beïnvloed worden door SUDs die vooral behandeling nodig hebben voor hun mentale gezondheid;
3. Degenen die beperkt zijn door SUDs en negatief beïnvloed worden door mentale gezondheidsproblemen die vooral behandeling nodig hebben voor hun SUDs;
4. Degenen die mild beperkt zijn door duale diagnoses die vooral behandeling nodig hebben door een algemene behandelaar, en wellicht voor beide problemen behandeling nodig hebben soms.
Deze review focust op gezondheidsproblemen, zoals schizofrenie, psychotische ziekte, bipolaire stoornis en major depression, en als SUDs vooral op alcohol en cannabis.
Het Epidemiologic Catchment Area (ECA) onderzoek met 20.0000 interviews liet zien dat 37% van mensen met alcoholstoornissen en 53% van mensen met andere SUDs comorbide schizofrenie heeft. Veel mensen met schizofrenie roken ook.
Wat zijn de gevolgen van leven met duale diagnoses?
Mensen met psychose en SUDs hebben hogere kans om man te zijn, familiegeschiedenis te hebben met drugsmisbruik en zijn jonger dan hun niet-gebruikende kennissen.
Negatieve gevolgen zijn verhoogde percentages van het niet navolgen van behandeling, terugval, verstoorde perceptie en cognitie, suïcidale ideeën, sociale exclusie, dakloosheid, agressie, verwonding, HIV, hepatitis, en hart-, lever-, maag- en darmziekten.
o Het eerste gevolg kan komen door lage motivatie om drugsgebruik te verminderen.
o Er kunnen ook interpersoonlijke conflicten komen, omdat het ook stressvol kan zijn voor vrienden, familie en kennissen.
Wat zijn redenen voor drugsgebrik onder mensen met psychose?
Gregg et al. kwamen met 4 verklaringen voor het hoge drugsgebruik onder mensen met schizofrenie:
1. Drugsgebruik veroorzaakt schizofrenie;
o Dit geldt alleen voor cannabis, echter kan er niet gesproken worden over een oorzaak-gevolgrelatie.
2. Drugsgebruik is een poging, door self-medication, om ervaringen inherent aan schizofrenie, te verbeteren;
o Dus om depressie, anxiety of verveling te verlichten of om te relaxen of socializen.
3. Schizofrenie en drugsgebruik hebben etiologische factoren gemeen;
o Er is geen bewijs dat ze een genetische basis gemeen hebben, maar emotionele, sociale en biologische gevolgen van kindertijdtrauma kunnen wel een verhoogde gevoeligheid voor beide condities veroorzaken.
4. Schizofrenie en drugsgebruik onderhouden elkaar.
o Er is een hoge kans dat er synergie is tussen cannabisgebruik en aanleg voor psychose, en deze gevoeligheid is vooral groot in pubertijd. Mentale gezondheid en drugsgebruik kunnen interacteren met elkaar op manieren dat ze elkaar onderhouden en versterken.
Wat zijn behandelingskwesties voor mensen met duale diagnoses?
Mensen met duale diagnoses hebben minder motivatie om te veranderen, doen minder snel mee, stoppen makkelijker met lange termijnprogramma’s en maken langzamere progressie.
Basisfactoren zoals huisvesting, rehabilitatie voor later werk moeten benoemd blijven worden, evenals communicatie, probleemoplossing en onderhandelingsvaardigheden. Voor betrokken familie is het belangrijk hun begrip, communicatie en houdingen te verbeteren.
Zowel positieve als negatieve symptomen van mensen met schizofrenie en drugsgebruik kunnen barrières vormen;
o Positieve symptomen: waanideeën, auditieve hallucinaties, concreet denken of inferentiële denken;
o Negatieve symptomen: platte affectie, lage energieniveaus, minder doelgerichte activiteit en beperkte emotionele uitingen.
Prochaska & DiClemente kwamen met 5 fasen van veranderingsbereidheid bij mensen met SUDs: precontemplation, contemplation, preparation, actie en maintenance. Er zijn 3 specifieke aspecten van schizofrenie die voor barrières zorgen: lage motivatie, energieniveaus en stemming.
o Gebreken in aandacht, concentratie en abstract denken kunnen ook barrières zijn.
Alle bovenstaande barrières moeten opgenomen worden in de behandelingen.
Wat zijn individuele benaderingen voor interventies voor duale diagnoses?
Motivational interviewing (MI): belangrijk in de eerste fasen en erkend dat mensen zich niet bewust zijn dat hun drugsgebruik problemen veroorzaakt. Het benadrukt persoonlijke keuze, verantwoordelijkheid en bewustzijn van de risico’s en voordelen.
o Het is cliëntgericht zodat de cliënt verbanden kan leggen tussen levensdoelen en problemen gerelateerd aan drugsgebruik (ambivalentie creëren).
o Hoe langer en meer de sessies, hoe beter.
Cognitieve gedragstherapie (CBT): ook in de eerste fasen en 6 vereisten: escalerende symptomen herkennen, coping met cravings, gezonde alternatieve activiteiten bedenken, terugval normaliseren, plannen bedenken voor terugval en cognitieve herstructurering.
Contingency management (CM): het aanpassen van het type of de frequentie van sociale verzekeringsbetalingen of het aanbieden van werkgelegenheidsprikkels of betaling voor schone urinemonsters.
Familiesteun is ook erg belangrijk.
Wat zijn de groepsinterventies?
Er zijn 2 voordelen voor groepsinterventies:
1. Ze hebben potentie om sociale attitudes en gedragingen te veranderen;
2. Ze zijn kosteffectief.
Gestructureerde gedrags- en sociale skills training: gespreksvaardigheden en sociale functionering, probleemoplossing verbeteren, moeilijkheden met concentratie en leren overwinnen door gedachten en verwachtingen te ontdekken die helpen of hinderen, en het benadrukken van interpersoonlijke stressoren en steun.
Relapse-prevention: moeten aangepast worden aan de vermogens en stijl van de cliënt.
Self-help groups: bieden essentiële sociale steun van anderen die de moeilijkheden van nuchter blijven volledig begrijpen, het biedt een structuur voor dagelijks leven en inzet om te blijven stoppen.
Voor mensen met duale diagnose is dit helaas niet effectief, omdat mensen met schizofrenie door hun beperkte sociale en emotionele uiting geen informatie delen over hun drugsgebruik met anderen.
Assertive community treatment (ACT): bevat ook wel case management: een werkalliantie opbouwen met de cliënt, verbinden aan andere relevante services, het is een vis-a-vis tussen deze services en andere gezondheidsprofessionals. Het is centraal voor cliëntbetrokkenheid, behandeling en retentie.
o ACT is effectiever dan standaard case management in preventie van hospitalisatie, maar alleen als de basis van hospitaal gebruik al hoog was.
Residentiële programma’s: intense, geïntegreerde behandeling tijdens live-in fase.
o Meer flexibiliteit, meer individuele aandacht en minder therapeutische intensiteit wordt gezien als meer ondersteunend en relevant en minder eisend en overweldigend door cliënten.
Wat is onderzoeksbewijs voor de behandelingseffectiviteit (4 trends)
Er werden 4 trends gevonden:
1. Effectieve psychiatrische behandelingen werken ook voor mensen met duale diagnose;
2. Effectieve behandelingen voor verminderen van drugsgebruik werken ook voor mensen met duale diagnose;
3. CBT i.c.m. MI helpt mensen met schizofrenie en SUDs;
4. (Trauma-gerelateerde) CBT helpt vrouwen met SUDs, PTSS en depressie.
Er is zwak bewijs dat geïntegreerde behandeling sowieso de beste uitkomsten heeft.
Wat zijn potentiele behandelingsmodellen?
- Sequential treatment: de persoon wordt behandeld voor één conditie, en daarna de andere;
- Parallelle behandeling: behandeling voor beide stoornissen tegelijkertijd, maar de behandelaars werken wel apart van elkaar;
- Geïntegreerde behandeling: behandeling voor beide stoornissen tegelijkertijd, maar met gecoördineerde interactie tussen behandelaars of zelfs werkend als één team in een inclusieve omgeving. Dit is de beste manier voor mensen met duale diagnose.
o De eerste 2 modellen zijn problematisch, omdat behandelaars vaak niet kunnen plannen tussen beide condities.
Wat was de conclusie van het artikel van horsfell?
Effectieve behandelingen zijn dus: MI, actieve interventies, case management, sociale skills training, 12-stapsprogramma’s met educatie en steun voor familie.
Vereisten voor een goede behandeling zijn: begrijpende, responsieve en zorgzame professionals, goed gecoördineerd, teambenadering, multidisciplinair, gespecialiseerd personeel met 24-uursbeschikbaarheid, verschillende programmasoorten met een lange termijn follow-up.
Wat is een gamestoornis?
Gamestoornis (GD): herhaaldelijk videogamegedrag, leidend tot ernstige functionele beperkingen op belangrijke gebieden. Het wordt gekenmerkt door slechte controle.
Het aantal GD stijgt, het staat nu ook in de DSM5 (als Internet Gaming Disorder (IGD)) en ICD11
Wat is de conseptualisatie, assessment en prevalentie van gamestoornis?
Conceptualisatie: eerst was het lastig, maar nu het in de DSM5 en ICD staat, is het makkelijker. Zie de tabel op de volgende bladzijde voor de criteria van de DSM5 en ICD; groen zijn wel geïncludeerde criteria en rood niet.
Assessment: er is geen gouden standaard, maar er is o.a. de Gaming Disorder Test (4 items), GAMES test (9 items), Gaming Disorder Scale (10 items).
Prevalentie: 3-5%, meer bij mannen en meer in Azië dan in Europa.
Wat stellen klinische onderzoeken over gamestoornis?
Veel onderzoeken hebben slechte methodologie, zoals kleine steekproeven, geen randomisatie, blinde en controlegroepen, niet genoeg informatie op effectgrootten, wervings- en steekproefkenmerken en weinig informatie op therapietrouwheid.
Goede onderzoeken moeten punten bevatten, zoals follow-ups van minstens 1 jaar of langer, evaluatie door gekwalificeerde professionals (psychiaters), betere assessment van behandelingsuitkomsten en onderliggende processen en evidence-based behandelhandleidingen.
Dat laatste is bijvoorbeeld een korte termijnbehandeling voor internet en computer gameverslaving (STICA), dat is handmatige CBT. Dit is effectief op de korte termijn met 6 maanden follow-up.
o PROTECT+ is ook zo’n soort behandeling en is ook effectief met 1 jaar follow-up.
Wat stellen neurobiologische onderzoeken over gamestoornis?
Prefrontale breingebieden, temporopariëtale gebieden, frontolimbische en subcorticale gebieden functioneren anders in mensen met GD, die verschillen kunnen onderliggend zijn aan verstoringen in cognitie (keuzes maken), emotieverwerking (emotieregulatie, impulsiviteit) en executieve functies (werkgeheugen, aandacht).
Op activiteit richten in de dorsolaterale PFC kunnen controleprocessen via top-down controle wellicht verbeteren.
Heterogene GD-classificaties, kleine steekproeven, meer mannelijke deelnemers en beperkte follow-up assessments.
Wat zijn de gokelementen in videogames?
Tegenwoordig kunnen mensen ook dingen kopen voor een game en zijn er gokelementen.
Deze gokelementen (gaming-gambling convergence) zijn ook wel loot boxes of loot crates die met echt geld gekocht kunnen worden met een kleine kans op de gewilde game-items.
Bovenstaande levert veel kritiek op, aangezien het gokken voor minderjarigen stimuleert, in België zijn loot boxes nu ook verboden daardoor.
Loot box kopen is geassocieerd met problematisch gamen en gokken, mensen die veel geld aan loot boxes uitgeven hebben ook gemiddelde tot hoge kans op gokken.
Wat is de impact van corona op gamen en GD?
Tijdens de pandemie was er lockdown en moesten mensen in quarantaine en toen steeg het gamen, dit had wellicht een sociaal doel om emotionele distress door de zelfisolatie te verminderen.
Problematisch gamen leidde voor de pandemie tot psychologische distress, terwijl problematisch mobielgebruik tijdens de pandemie leidde tot psychologische distress.
Het meer gamen tijdens corona had dus wellicht een sociaal positief effect, maar er waren ook risico’s voor kwetsbare mensen:
o Minder sociale steun, ernstigere coronasymptomen en overmatig gamen zijn risicofactoren voor problematisch internetgebruik;
o Slechte sociale steun, school-gerelateerde stress en aangetaste emotieregulatie mediëren tussen coronastress en depressie en IGD-symptomen;
o Depressieve en anxiety symptomen voor de pandemie voorspelde IGD en gamen tijdens de pandemie, vooral voor jongens.