woordleer EX KERST Flashcards
zelfstandig naamwoord
geeft een naam aan een persoon, begrip, dier of zaak. Eigennaam telt ook. (aap, mama, Yrian)
bijwoord
zegt iets of over een woord dat geen zelfstandig naamwoord is. (Je praat grappig, Ik kom zeker)
telwoord
geeft een rangorde, plaats, locatie(in number of hoeveel) in een reeks aan (vierde, tweede, eerste, veel,…)
voegwoord
verbindt woorden, woorddelen en zinnen
voorzetsel
drukt een relatie uit tussen de woordgroep waartoe het behoort en de rest van de zin. mogelijke relaties: tijd, richting, plaats, reden, oorzaak, middel. (in, op, met, naar, rond, uit)
werkwoord
geeft een handeling of toestand aan. (zwemmen, lokt, geef)
voornaamwoord
woord dat naar een zn verwijst (mijn, die, dat, deze, onze)
lidwoord
staat voor en zn (en, of, maar, zowels als, tot)