denotatie connotatie Flashcards

1
Q

denotatie

A

Dat is de objectieve betekenis die je kunt
terugvinden in het woordenboek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

connotatie

A

gevoelswaarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Eufemismen

A

verbloemende, verzachtende woorden of uitdrukkingen. Ze klinken
positiever, zachter, vriendelijker dan hoe de situatie in werkelijkheid is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beschrijf kort de evolutie in het gebruik van eufemismen

A

begin twintigste eeuw: eufemismen gekoppeld aan religieuze en seksuele thema’s
vandaag: eufemismen gekoppeld aan sociaal-economische thema’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Dysfemismen

A

woorden of uitdrukkingen die vulgairder, brutaler of beledigender
klinken dan het in werkelijkheid is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Synoniemen

A

woorden die min of meer dezelfde denotatie hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Antoniemen

A

woorden met een min of meer tegengestelde denotatie. omgekeerde betekenissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

equivalentie

A

woorden min of meer dezelfde denotatie,
connotatie en register hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

4 factoren die je woordkeuze bepalen:

A
  • denotatie: de objectieve betekenis van een woord
  • connotatie: de gevoelswaarde van een woord
  • het taalregister: taal gebruikt binnen de verschillende sociale contexten
  • de context van de zin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly