woordjes 19/11/2024 Flashcards
1
Q
equus
A
equi m. het paard
2
Q
porta
A
portae v. de poort
3
Q
statua
A
statuae v. het standbeeld
4
Q
exemplum
A
exempli o. het voordbeeld
5
Q
arma
A
armorum o. mv. de wapens
6
Q
finis
A
finis m. de grens, het einde, het doel
7
Q
servare
A
-o bewaren, redden
8
Q
clausi, clausum
A
claudere -o sluiten
9
Q
credidi, creditum
A
credere -o + dat geloven, (toe)vertrouwen
10
Q
reliqui, relictum
A
relinquere -o achterlaten, verlaten
11
Q
scripsi, scriptum
A
scribere -o schrijven
12
Q
tradidi, traditum
A
tradere , -o overhandigen, toevertrouwen