Woordenstroom; thema 7

Question 1

nauwkeurig, precies

Answer 1

accuraat

Question 2

een overeenstemming, overeenkomst

Answer 2

analogie (/ consensus)

Question 3

verbinden met

Answer 3

associëren

Question 4

het horen betreffend

Answer 4

auditief

Question 5

echtheid, betrouwbaarheid, geloofwaardigheid

Answer 5

authenticiteit

Question 6

(lovende) flaptekst van een boek

Answer 6

blurb

Question 7

uitbundig mens die geniet v/h leven; voedsel en drank

Answer 7

bourgondiër

Question 8

betwist, leidend tot een pennenstrijd, discussie

Answer 8

controversieel

Question 9

(beslissend) kenmerk
/
toets of maatstaf
/
wielerwedstrijd over een kort, verschillende keren te rijden parcours

Answer 9

criterium

Question 10

beslissend, doorslaggevend

Answer 10

cruciaal

Question 11

in een stoet voorbijtrekken
(voornamelijk als eerbetoon)

Answer 11

defileren

Question 12

minachtend, kleinerend

Answer 12

denigrerend

Question 13

het toestaan van gelijke rechten

Answer 13

emancipatie

Question 14

trots zijn op iets

Answer 14

ergens prat op gaan

Question 15

het op hun eigen verzoek bespoedigen van de dood van hevig lijdende, ongeneeslijke zieken

Answer 15

euthanasie

Question 16

deskundigheid

Answer 16

expertise

Question 17

vurig, geestdriftig

Answer 17

fervent

Question 18

treffend, opvallend

Answer 18

frappant

Question 19

verouderd

Answer 19

gedateerd

Question 20

verheerlijkt, geprezen

Answer 20

gelauwerd

Question 21

met een goede naam

Answer 21

gerenommeerd

Question 22

overzicht op papier van de hoofdpunten van een lezing

Answer 22

hand-out

Question 23

een type van ‘format’ dat op persoonlijke acties en consequenties focust, vooral ook over alledaagse emoties en gebeurtenissen

Answer 23

human interest

Question 24

moeilijke positie waaruit men zich niet kan redden

Answer 24

impasse

Question 25

register (van verboden boeken)

Answer 25

index

Question 26

iets wat ontbreekt, leemte

Answer 26

lacune

Question 27

eigenmachtig doden, zonder gerechtelijk onderzoek

Answer 27

lynchen

Question 28

innerlijke alleenspraak

Answer 28

monologue intérieur

Question 29

eentonig

Answer 29

monotoon

Question 30

het gebruik van verschillende media, namelijk beeld, tekst en geluid

Answer 30

multimedia

Question 31

de inhoud weergeven met andere woorden

Answer 31

parafraseren

Question 32

waarneming / resultaat van het waarnemen, manier waarop iemand of iets overkomt.

Answer 32

perceptie

Question 33

hoofdrolspeler

Answer 33

protagonist

Question 34

volksraadspleging

Answer 34

referendum

Question 35

in verband brengen met

Answer 35

relateren

Question 36

vertegenwoordigend, geschikt om te vertegenwoordigen, karakteristiek

Answer 36

representatief

Question 37

te danken hebben aan, verschuldigd aan

Answer 37

schatplichtig zijn aan

Question 38

wat het gemoed pijn bezorgt

Answer 38

schrijnend

Question 39

media-adviseur, politiek voorlichter

Answer 39

spindoctor

Question 40

vast, onveranderlijk

Answer 40

stereotiep

Question 41

patroon

Answer 41

stramien

Question 42

met verachting spreken over

Answer 42

verguizen

Question 43

het zien betreffend

Answer 43

visueel

Question 44

voor het leven van groot belang / krachtig, energiek

Answer 44

vitaal