Academische taal; Deel 5 Flashcards
pag 367 + 368; oef. 5-6 + extra blad
de aanpassing
de adaptatie
(Eng. to adapt)
- 2 waarde hebbend
- niet wetend wat je moet kiezen
ambivalent
( ambo = beide)
een overeenstemming (akkoord)
de consensus
een ononderbroken lijn / reeks
(vb. aseksuele - … - …- … - … - panseksuele)
het continuüm
iemand die zich verzet tegen de overheersende opvattingen of beleidslijnen
- de dissident
- adj: dissident
(vb. Aleksej Navalny)
de invloed
de impact
oorspronkelijk
initieel
toetakelen, mishandelen, aanvallen
molesteren
aan de buitenkant
⭤ centraal
- perifeer
(z.n. periferie)
regeling van hoe je moet handelen tijdens een bep. situatie.
het protocol
(vb. brandalarm-protocol op school)
met militaire hand
= met overheidsdwang, met geweld
manu militari
(vb. De politie die, manu militari, een betoog onderdrukt)
een persoon die uit de gratie is gevallen, persoon die niet meer gewenst is.
persona non grata
(vb. Belgische diplomaten in Rwanda zijn persona non grata.)
met schoon lei beginnen
tabula rasa
- to the point, met betrekking tot het onderwerp
- gevat, grappig, reageren (spreeksituaties)
ad rem
een gezonde geest in een gezond lichaam
mens sana in corpore sano
dadelijk en ter plekke voor een bepaalde situatie
(onmiddellijk, snel en voor tijdelijke duur)
ad hoc
de absolute voorwaarde / vereiste
conditio sine qua non
een verspreking
(vb. buikboot i.p.v. duikboot)
lapsus linguae
de wet is hard, maar het is de wet.
= het is nu eenmaal wat het is.
dura lex, sed lex
zonder beperkingen in hoeveelheid
ad libitum
- beheerder
- organisator v/e tentoonstelling i/e museum.
curator
het aanzien, prestige, imago
status
een grote zaal (in een school /funerarium)
aula
met lof (afstuderen)
= met een uitzonderlijk goed resultaat (afstuderen)
cum laude
(afstuderen)