Academische taal; Deel 5 Flashcards

pag 367 + 368; oef. 5-6 + extra blad

1
Q

de aanpassing

A

de adaptatie
(Eng. to adapt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  • 2 waarde hebbend
  • niet wetend wat je moet kiezen
A

ambivalent
( ambo = beide)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

een overeenstemming (akkoord)

A

de consensus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

een ononderbroken lijn / reeks
(vb. aseksuele - … - …- … - … - panseksuele)

A

het continuüm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

iemand die zich verzet tegen de overheersende opvattingen of beleidslijnen

A
  • de dissident
  • adj: dissident
    (vb. Aleksej Navalny)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de invloed

A

de impact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

oorspronkelijk

A

initieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

toetakelen, mishandelen, aanvallen

A

molesteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

aan de buitenkant
⭤ centraal

A
  • perifeer
    (z.n. periferie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

regeling van hoe je moet handelen tijdens een bep. situatie.

A

het protocol
(vb. brandalarm-protocol op school)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

met militaire hand
= met overheidsdwang, met geweld

A

manu militari
(vb. De politie die, manu militari, een betoog onderdrukt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

een persoon die uit de gratie is gevallen, persoon die niet meer gewenst is.

A

persona non grata
(vb. Belgische diplomaten in Rwanda zijn persona non grata.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

met schoon lei beginnen

A

tabula rasa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  • to the point, met betrekking tot het onderwerp
  • gevat, grappig, reageren (spreeksituaties)
A

ad rem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

een gezonde geest in een gezond lichaam

A

mens sana in corpore sano

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

dadelijk en ter plekke voor een bepaalde situatie
(onmiddellijk, snel en voor tijdelijke duur)

17
Q

de absolute voorwaarde / vereiste

A

conditio sine qua non

18
Q

een verspreking
(vb. buikboot i.p.v. duikboot)

A

lapsus linguae

19
Q

de wet is hard, maar het is de wet.
= het is nu eenmaal wat het is.

A

dura lex, sed lex

20
Q

zonder beperkingen in hoeveelheid

A

ad libitum

21
Q
  • beheerder
  • organisator v/e tentoonstelling i/e museum.
22
Q

het aanzien, prestige, imago

23
Q

een grote zaal (in een school /funerarium)

24
Q

met lof (afstuderen)
= met een uitzonderlijk goed resultaat (afstuderen)

A

cum laude
(afstuderen)

25
betrouwbaar, te vertrouwen ⭤ malafide
bonafide
26
in wording, toekomstig
in spe
27
voor de godheid *vb. een advocaat aangesteld door de overheid voor iemand die de gerechtskosten niet kan betalen.*
pro Deo (vb. Een advocaat pro deo.)
28
uitgebreid
in extenso een financieel verslag, in extenso, raadplegen
29
onmiddellijk, regelrecht, meteen, direct
linea recta = stante pede (op staande voet)