Woordenstroom; thema 3 Flashcards
aard, kenmerk , karakter
signatuur
afdwaling, afwijking (vooral geestelijk)
aberratie
bijna
schier
de oorspronkelijke betekenis / vorm verliezen
verbasteren
door psychische factoren veroorzaakt lichamelijk lijden
neurose
een stripverhaal uitgegeven in boekvorm, met uitgebreide en ingewikkelde verhaallijnen en gewoonlijk bedoeld voor volwassenen
graphic novel
geschilderde afbeelding van Christus of een heilige, pictogram, persoon die -of voorwerp dat- als het ware een bepaald tijdperk belichaamt
icoon
groep bekentenisverwante woorden die verwijzen naar een aspect van de wereld. (woorden voor kleuren, militaire rangen, vogels, aard, karakter)
semantisch veld
het absurde, onlogisch, ongerijmd
absurdistisch
het naar elkaar verwijzen van teksten
intertekstualiteit
hypnotiseren, iemand onder zijn invloed brengen (zodat hij geen eigen wil meer heeft)
biologeren
iemand die kunstenaars geleidelijk steunt
mecenas
iemand die redigeert, lid van de redactie van een blad / tijdschrift
redacteur
in verval verkeerd, zeer verfijnd en gecultiveerd maar zonder innerlijke en morele kracht
(denk aan paus Alex. VI)
decadent
kunstrichting, met name in de letterkunde waarbij men naar symboliek streeft
symbolisme
mengelmoes, legering van metaal met kwik
amalgaam
nieuw gevormd of vervormd woord
neologisme
omvormen, vervormen
transformeren
ontelbaar
legio
overeenkomst, verdrag, vergadering, samenkomst, omgangsvorm
conventie
regelmatige bijdrage aan een dagblad/ tijdschrift met een bijzondere eigen inhoud
column
schuilnaam
pseudoniem
stijl van een als samenhangend, beschouwde groep decadente schrijvers en kunstenaars
decadentisme
te alledaags, ordinair, plat
banaal
