woordenschat psychologische thriller Flashcards
1
Q
plat water
A
spa blauw
2
Q
postkaart
A
ansichtkaart
3
Q
spa blauw
A
plat water
4
Q
ansichtkaart
A
postkaart
5
Q
pintje
A
pilsje
6
Q
koppel
A
stel
7
Q
pilsje
A
pintje
8
Q
stel
A
koppel
9
Q
hesp
A
ham
10
Q
appelsiensap
A
sinaasappelsap
11
Q
ham
A
hesp
12
Q
sinaasappelsap
A
appelsiensap
13
Q
frituur
A
patatzaak
14
Q
domiciliëring
A
machtiging
15
Q
patatzaak
A
frituur
16
Q
machtiging
A
domiciliëring
17
Q
opendeur
A
open huis
18
Q
ajuin
A
ui
19
Q
open huis
A
opendeur
20
Q
ui
A
ajuin
21
Q
autostrade
A
snelweg
22
Q
brugpensioen
A
VUT
23
Q
snelweg
A
autostrade
24
Q
VUT
A
brugpensioen
25
Q
beenhouwer
A
slager
26
Q
croque monsieur
A
tosti
27
Q
slager
A
beenhouwer
28
Q
tosti
A
croque monsieur
29
Q
lopen
A
rennen
30
Q
microgolfoven
A
magnetron
31
Q
rennen
A
lopen
32
Q
magnetron
A
microgolfoven
33
Q
normaal gezien
A
normaliter
34
Q
ondertas
A
schoteltje
35
Q
normaliter
A
normaal gezien
36
Q
schoteltje
A
ondertas
37
Q
op verplaatsing spelen
A
uit spelen
38
Q
platte kaas
A
kwark
39
Q
uit spelen
A
op verplaatsing spelen