woordenschat realisme Flashcards
1
Q
zuinig
A
profijtig
2
Q
fotootje
A
kiekje
3
Q
profijtig
A
zuinig
4
Q
kiekje
A
fotootje
5
Q
helpen
A
assisteren
6
Q
een complot smeden
A
konkelfoezen
7
Q
assisteren
A
helpen
8
Q
raden
A
speculeren
9
Q
konkelfoezen
A
een complot smeden
10
Q
de leiding nemen
A
het voortouw nemen
11
Q
speculeren
A
raden
12
Q
het voortouw nemen
A
de leiding nemen
13
Q
overlast
A
ballast, overlast
14
Q
slet
A
del
15
Q
ballast, overlast
A
ballast