woordenschat kruiswoordraadsel (+boek) Flashcards

1
Q

applauskind

A

kind dat te veel word geprezen door de ouders bij alles wat hij of zij doet en daarmee als het ware steeds geprezen word.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

boemerangkind

A

jong volwassenen die weer bij hun ouders intrekken nadat ze een tijd zelfstandig hebben gewoond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

kind dat te veel word geprezen door de ouders bij alles wat hij of zij doet en daarmee als het ware steeds geprezen word.

A

applauskind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

jong volwassenen die weer bij hun ouders intrekken nadat ze een tijd zelfstandig hebben gewoond.

A

boemerangkind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

scharrelkind

A

kinderen die buiten mogen spelen en rondlopen zonder dat er volwassenen bij zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

tijgermoeder

A

moeder die ernaar streeft dat haar kinderen in alles uitblinken en daarbij geen rekening houden met hun gevoelens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kinderen die buiten mogen spelen en rondlopen zonder dat er volwassenen bij zijn

A

scharrelkind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

moeder die ernaar streeft dat haar kinderen in alles uitblinken en daarbij geen rekening houden met hun gevoelens

A

tijgermoeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

uitstelmoeder

A

vrouw die moederschap uitstelt, meestal omdat ze eerst carrière wil maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

vrouw die moederschap uitstelt, meestal omdat ze eerst carrière wil maken

A

uitstelmoeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ghosting (menselijke relaties)

A

iemand die plots uit je leven verdwijnt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bodyshaming (menselijke relaties)

A

het bekritiseren van iemands lichaam, kleding, gewicht of uiterlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

iemand die plots uit je leven verdwijnt

A

ghosting (menselijke relaties)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

het bekritiseren van iemands lichaam, kleding, gewicht of uiterlijk

A

bodyshaming (menselijke relaties)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

lifehack (lfestyle)

A

simpele hulpmiddelen die mensen helpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

streetfood (voeding)

A

eten en drinken dat op straat verkocht wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

simpele hulpmiddelen die mensen helpen

A

lifehack (lifestyle)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

eten en drinken dat op straat verkocht wordt

A

streetfood (voeding)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

airfryer (voeding)

A

keukenapparaat dat voedsel bereidt door hete lucht te laten circuleren met behulp van het convectiemachine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

refurbished ((sociale) media))

A

producten die opgeknapt en opnieuw worden aangeboden voor hergebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

keukenapparaat dat voedsel bereidt door hete lucht te laten circuleren met behulp van het convectiemachine

A

airfryer (voeding)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

producten die opgeknapt en opnieuw worden aangeboden voor hergebruik

A

refurbished ((sociale)media)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

instaready ((sociale) media)

A

instagram klaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

tiny house (lifestyle)

A

kleine, volwaardige en vrijstaande woning met een klein vloeroppervlakte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

instagram klaar

A

instaready ((scoiale)media)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

kleine, volwaardige en vrijstaande woning met een klein vloeroppervlakte

A

tiny house (lifestyle)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

alcopops (voeding)

A

limonadeachtig mixdrankje dat alcohol bevat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

dealbreaker (menselijke relaties)

A

iets onoverkomelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

limonadeachtig mixdrankje dat alcohol bevat

A

alcopops (voeding)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

iets onoverkomelijk

A

dealbreaker (menselijke relaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

dataroaming (media)

A

als je telefoon vebindt met een andere netwerk dan het thuisnetwerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

fintech (economie,bedrijfswereld)

A

financiële technologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

als je telefoon vebindt met een andere netwerk dan het thuisnetwerk

A

dataroaming (media)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

financiële technologie

A

fintech (economie, bedrijfswereld)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

staycation (lifestyle)

A

in je eigen vertrouwde omgeving blijven voor een vakantie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

chillaxen (lifestyle)

A

chillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

in je eigen vertrouwde omgeving blijven voor een vakantie

A

staycation (lifestyle)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

chillen

A

chillaxen (lifestyle)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

vat (meervoud)

A

vaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

handvat (meervoud)

A

handvaten/handvatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

decennium (meervoud)

A

decennia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

historicus (meervoud)

A

historici

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

gen (meervoud)

A

genen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

stadium (meervoud)

A

stadia/stadiums

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

been (meervoud)

A

benen/beenderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

gemoed (meervoud)

A

gemoederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

aanbod (meervoud)

A

aanbiedingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

raad (meervoud)

A

raadgevingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

crisis (meervoud)

A

crises/crisissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

trauma (meervoud)

A

trauma’s/traumata

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

lam (meervoud)

A

lammeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Ik hield één vogel in mijn hand en dat was beter dan één in de lucht

A

waar men zeker van is, dan aan iets groter waar men niet vast op kan rekenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet

A

iemand verwijt een ander aan iets, waarvan hij zelf schuldig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Hij heeft het ergens horen luiden maar weet niet waar de klepel hangt

A

ergens over gehoord hebben, zonder er echt iets van af te weten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

waar men zeker van is, dan aan iets groter waar men niet vast op kan rekenen

A

Ik hield één vogel in mijn hand en dat was beter dan één in de lucht

56
Q

iemand verwijt een ander aan iets, waarvan hij zelf schuldig is

A

de pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet

57
Q

ergens over gehoord hebben, zonder er echt iets van af te weten

A

Hij heeft het ergens horen luiden maar weet niet waar de klepel hangt

58
Q

In zak en as zitten

A

het helemaal niet meer zien zitten

59
Q

als puntje bij paaltje komt

A

als het op de uitvoering aankomt

60
Q

het helemaal niet meer zien zitten

A

in zak en as zitten

61
Q

als het op de uitvoering aankomt

A

als puntje bij paaltje komt

62
Q

er heerst een … hitte

A

verzengende

63
Q

hij sprong voor mij in de ….

A

bres

64
Q

hij gedraagt zich als een …. beer

A

ongelikte

65
Q

hij is een opvliegend, …. mannetje

A

heetgebakerd

66
Q

hij is de … duivel in persoon

A

baarlijke

67
Q

alles gebeurde …. (in het geheim)

A

tersluiks

68
Q

ze moest ….(aarzelend) bekennen dat het waar was

A

schoorvoetend

69
Q

hij is een uitgekookte, geslepen, …. kerel

A

gewiekste

70
Q

hij is niet zuiver op de graad

A

onbetrouwbaar zijn

71
Q

hij is in zijn wiek geschoten

A

je gekwetst,beledigd voelen

72
Q

onbetrouwbaar zijn

A

hij is niet zuiver op de graad

73
Q

je gekwetst, beledigd voelen

A

hij is in zijn wiek geschoten

74
Q

van twee walletjes eten

A

van beide partijen voordeel behalen

75
Q

gestolen goed, gedijt niet

A

gestolen zaken brengen nooit voordeel

76
Q

van beide partijen voordeel behalen

A

van twee walletjes eten

77
Q

iemand naar de kroon steken

A

zijn best doen om andere te overtreffen

78
Q

gestolen zaken brengen nooit voordeel

A

gestolen goed, gedijt niet

79
Q

zijn best doen om andere te overtreffen

A

iemand naar de kroon steken

80
Q

ecologie

A

leer van de betrekking tussen dieren en planten en de omgeving waarin zij leven

81
Q

hypothese

A

wanneer een veronderstelling als voorlopige waarheid wordt aangenomen totdat ze bewezen is

82
Q

emotie

A

gemoedsbeweging, ontroering

83
Q

leer van de betrekking tussen dieren en planten en de omgeving waarin zij leven

A

ecologie

84
Q

wanneer een veronderstelling als voorlopige waarheid wordt aangenomen totdat ze bewezen is

A

hypothese

85
Q

gemoedsbeweging, ontroering

A

emotie

86
Q

conservatief

A

zich houden aan bestaande opvattingen

87
Q

chauvinisme

A

overdreven vaderlandsliefde

88
Q

zich houden aan bestaande opvattingen

A

conservatief

89
Q

overdreven vaderlandsliefde

A

chauvinisme

90
Q

fraude

A

bedrog in geldelijk beheer

91
Q

utopie

A

droombeeld, volmaakte toestand

92
Q

mentaliteit

A

wijze van denken en voelen

93
Q

fraude

A

bedrog in geldelijk beheer

94
Q

droombeeld, volmaakte toestand

A

utopie

95
Q

wijze van denken en voelen

A

mentaliteit

96
Q

banaal

A

alledaags, plat, afgezaagd

97
Q

sociaal

A

wat betrekking heeft op de menselijke samenleving

98
Q

alledaags, plat, afgezaagd

A

banaal

99
Q

wat betrekking heeft op de menselijke samenleving

A

sociaal

100
Q

clerikaal

A

de geestelijke stand betreffend

101
Q

autonoom

A

zelfstandig

102
Q

sentimenteel

A

overdreven gevoelig

103
Q

de geestelijke stand betreffend

A

clerikaal

104
Q

zelfstandig

A

autonoom

105
Q

overdreven gevoelig

A

sentimenteel

106
Q

democratie

A

staatsvorm waarbij het volk zichzelf door vertegenwoordigers regeert

107
Q

imitatie

A

nabootsing

108
Q

staatsvorm waarbij het volk zichzelf door vertegenwoordigers regeert

A

democratie

109
Q

nabootsing

A

imitatie

110
Q

literatuur

A

letterkunde

111
Q

evangelie

A

blijde boodschap

112
Q

realiteit

A

werkelijkheid

113
Q

letterkunde

A

literatuur

114
Q

blijde boodschap

A

evangelie

115
Q

werkelijkheid

A

realiteit

116
Q

parodie

A

kundig werk waarbij vorm en toon min of meer behouden worden maar waarbij de inhoud zo wordt vervormd dat hij lachwekkend is

117
Q

tolerant

A

verdraagzaam

118
Q

kundig werk waarbij vorm en toon min of meer behouden worden maar waarbij de inhoud zo wordt vervormd dat hij lachwekkend is

A

parodie

119
Q

verdraagzaam

A

tolerant

120
Q

coherent

A

samenhangend

121
Q

anarchist

A

hij die elk staatsgezag verwerpt en en gelooft in de onbegrensde zelfstandigheid van het individu

122
Q

compromis

A

schikking tussen beide partijen waarbij beide iets toegeven

123
Q

samenhangend

A

coherent

124
Q

hij die elk staatsgezag verwerpt en en gelooft in de onbegrensde zelfstandigheid van het individu

A

anarchist

125
Q

schikking tussen beide partijen waarbij beide iets toegeven

A

compromis

126
Q

homofiel

A

persoon die zich aangetrokken voelt tot personen van hetzelfde geslacht

127
Q

compact

A

vast

128
Q

persoon die zich aangetrokken voelt tot personen van hetzelfde geslacht

A

homofiel

129
Q

vast

A

compact

130
Q

incarneren

A

een lichamelijk gestalte geven

131
Q

presideren

A

de leiding hebben als voorzitter van een vergadering

132
Q

pretenderen

A

beweren, staande houden

133
Q

een lichamelijk gestalte geven

A

incarneren

134
Q

de leiding hebben als voorzitter van een vergadering

A

presideren

135
Q

beweren, staande houden

A

pretenderen