Woordenschat - Latijn Flashcards

1
Q

Ex cathedra

A

Vooraan voor een publiek lesgeven, zonder interactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ad hoc

A

Specifiek voor een bepaald geval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ad valvas

A

Op het mededelingenbord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Pro deo

A

Gratis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ad rem

A

Gevat, raak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In extenso

A

Uitvoering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

In spe

A

Toekomstig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

In casu

A

In dat geval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Contradictio in terminis

A

Interne tegenspraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Stante pede

A

Op staande voet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bona fide

A

te goeder trouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Cum Laude

A

Met onderscheiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

In memoriam

A

Ter herinnering, nagedachtenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

In dubio

A

In twijfel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

A priori

A

Van tevoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

vb: “Zoveel talent! Dat is wereldkampioen…

A

In spe

17
Q

vb: “De bediende die geld gestolen had werd… ontslagen “

A

Stante pede

18
Q

vb: “Studenten kunnen de belangrijkste weekberichten… lezen”

A

Ad valvas

19
Q

vb: “De regering stelde een commissie … aan om de bankfraude te onderzoeken”

A

Ad hoc

20
Q

vb: “Wie in een rechtszaak geen advocaat kan betalen, krijgt een advocaat … toegewezen.”

A

Pro deo

21
Q

vb: “Hij had geen kwade bedoelingen. Hij heeft absoluut … gehandeld.

A

Bona fide

22
Q

vb: “Ze behaalde haar diploma…”

A

Cum Laude

23
Q

vb: “ Een gulle hollander is in Hollandermoppen een … “

A

Contradictio in terminis

24
Q

vb: “Hij dwaalde niet af, weidde niet nodeloos uit. Zijn toespraak was echt…”

A

Ad rem