7) Familiekwesties Flashcards

1
Q

Wat is fonologie?

A

Overeenkomsten op het vlak van klanken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is morfologie?

A

Overeenkomsten op het vlak van woordvormen: “het, das, the” .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is syntaxis?

A

Overeenkomsten op het vlak van zinsbouw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg valse vrienden uit:

A

Woorden die qua vorm op een woord uit een andere taal lijken, maar niet dezelfde betekenis hebben, noem je valse vrienden.

vb:
In het duits: Bellen = blaffen
In het Afrikaans: Lemoen = sinaasappel
In het fries: fier = ver

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Het Indo-Europees schema!

A

100% KENNEN!!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leg het Afrikaans uit:

+ kenmerken

A

Het Afrikaans is een dochtertaal van het Nederlands die een eigen ontwikkeling heeft mee gemaakt.

  • Spelling: de spelling is fonologisch, je schrijft wat je hoort vb. vakansie
  • Uitspraak: typisch zijn uitstotingen (bv. orsee) en afkapping (bv. lig i.p.v licht).
  • Woordvorming: het Afrikaans streeft naar vereenvoudiging.
  • Zinsbouw: typisch is o.a de dubbele negatie in ontkennende zinnen, bv. nie meer so verlief is nie.
  • Afrikaans is een zeer creatieve taal!!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is dubbele negatie?

A

tweede ontkenning wordt gebruikt om de ontkenning te versterken, in het Afrikaans:
“nie meer so verlief nie”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De germaanse talen

A

vormen een subgroep van het Indo Europees. Nederlands, engels duits en fries horen tot het West Germaans.
Zweeds, Deens, Noors en Ijslands behoren tot het Noord Germaans

–> gelijkenissen op vlak van woordenschat, vorm, klank en zinsbouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly