23) Anders gezegd Flashcards
1
Q
Archaische taal
A
Oude taal
2
Q
Etnolect
A
Van etnische achtergrond
3
Q
Formeel register
A
Schrijftaal
vb:
omtrend –> over
indien –> als
4
Q
Idiolect
A
Individuele taalgebruiker; Persoonlijke taalvariant
5
Q
jargon
A
Woorden die alleen binnen een vakgebied of groep gebruikt worden.
6
Q
Mannen taal (genderlect)
A
- Ruwer
- Directer
- Weinig gebruik van verkleinwoorden.
7
Q
Modieuze taal
A
Moderne taal
8
Q
Sociale taalvariatie
A
Mensen spreken anders naar gelang de sociale groepen.
Dat kan leeftijdsgroepen zijn, geslacht, sociale klasse, beroepsgroep, etnische achtergrond.
9
Q
Stilistische taalvariatie
A
Drie soorten:
1) Vulgair
2) Van spreektalig naar schrijftalig
3) Van modieus naar archaïsch taalgebruik