Woordenlijst huren, lenen en verzekeringen Flashcards

1
Q

Huurovereenkomst

A

Van zodra de verhuurder het gebruik of genot van een woning verhuurt aan een huurder. In ruil betaalt de huurder een huurprijs aan de verhuurder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Schriftelijk akkoord

A

Een brief of een formulier van de bank die is opgemaakt na het beëindigen van de overeenkomst en waar beide partijen het moeten ondertekenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Index van de consumptieprijzen

A

Deze index wordt samengesteld door de prijzen op te volgen van een korf van meer dan 500 goederen die gezinnen regelmatig consumeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gezondheidsindex

A

Dit wordt berekend op basis van de prijzen van de producten uit de korf van goederen van de index van consumptieprijzen, maar dan zonder de producten die de gezondheid schaden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Lening op afbetaling

A

Een krediet op korte (< 1 jaar) of middellange (tussen 1 en 5 jaar) termijn waarbij je door een bank een bepaald bedrag ter beschikking gesteld wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Consumentenkrediet

A

Elk krediet dat voor iets anders wordt gebruikt dan om de aankoop van een onroerend goed te financieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

JKP

jaarlijks kostenpercentage

A

Dit drukt de totale kosten van de lening uit in een percentage op jaarbasis. Het kan naast de interest die moet betaald worden kosten voor de commissie va de kredietbemiddelaar bevatten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verkoop op afbetaling

A

Een lening die je bij de verkoper aangaat voor de aankoop van een duidelijk omschreven roerend goed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Financieringshuur

Leasing

A

Je huurt gedurende een bepaalde periode een roerend goed (bv. leasen van een wagen). Na afloop van de huurperiode heb je de mogelijkheid het goed te kopen tegen een vooraf bepaalde prijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kredietopening

A

De kredietnemer krijgt een kapitaal ter beschikking dat hij in één of meerdere keren kan opnemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hypothecaire lening

A

Een lening gedekt door een hypotheek of hypothecair volmacht. Dit wil zeggen dat als je de lening niet terugbetaalt, de kredietgever het onroerend goed kan laten verkopen (of in beslag nemen) om het verschuldigde bedrag te innen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vaste rentevoet

A

Je moet gedurende de volledige looptijd van de lening hetzelfde bedrag terugbetalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Variabele rentevoet

A

De rentevoet van je lening zal gedurende de jaren stijgen of dalen. Hierdoor kan het zijn dat je doorheen de jaren meer of minder moet terugbetalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Schuldsaldoverzekering

A

De financiële instelling die terugbetaald wordt als de kredietnemer overlijdt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hypotheekkantoor

Kadaster

A

Dit is een instelling waar alle onroerende zaken geregistreerd staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Schuldbemiddelaar

A

Hij probeert een regeling te treffen met je schuldeisers over de betaling van schulden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Collectieve schuldenregeling

A

Het is een gerechtelijke procedure voor structurele schuldproblemen. De rechter stelt een schuldbemiddelaar aan en hij ontvangt je inkomsten en zal hiermee je afbetalingen van schulden organiseren. Je ontvangt wel leefgeld om noodzakelijke aankopen te kunnen doen.

18
Q

De centrale voor kredieten aan particulieren

CKP

A

Een instrument van de overheid om overmatige schulden van personen tegen te gaan. Kredietgevers moeten verplicht de centrale raadplegen voor ze een krediet toekennen.

19
Q

Verekeringsovereenkomst

A

Een overeenkomst waarbij een partij, de verzekeraar, zich tegen de betaling van een vaste of veranderlijke premie tegenover een andere partij, de verzekeringnemer, ertoe verbindt een in de overeenkomst bepaalde prestatie te leveren in het geval dat er zich een onzekere gebeurtenis voordoet waarbij de verzekerde of de begunstigde belang heeft dat ze zich niet voordoet.

20
Q

Verzekeraar

A

Een onderneming die van het verzekeren haar hoofdbedrijvigheid heeft gemaakt.

21
Q

Premie

A

Een vorm van vergoeding door de verzekeraar gevraagd als tegenprestatie voor zijn verbintenis.

22
Q

Verzekeringnemer

A

Diegene op wiens naam het verzekeringscontract wordt opgesteld en van wie e verzekeraar de premie’s zal ontvangen.

23
Q

Onzekere gebeurtenissen

A

Gebeurtenissen die zich voordoen buiten de wil van de verzekeringnemer, de verzekerde of de begunstigde.

24
Q

Verzekerde

A

De persoon die bij schade gedekt is door de verzekering tegen vermogensschade.

25
Q

Begunstigde

A

Diegene in wiens voordeel de verzekeringsprestaties bedongen zijn.

26
Q

Verzekeringsmakelaar

A
  • Brengt een verzekeringnemer in contact met een verzekeringsonderneming
  • Is onafhankelijk
  • Moet aangeven met welke maatschappijen hij samenwerkt
  • Staat in voor hulp en beheer
27
Q

Verzekeringsagent

A
  • Biedt in naam van een of meer verzekeraar verzekeringen aan
  • Is niet onafhankelijk
  • Moet aangeven met welke maatschappij hij exclusief werkt
  • Staat in voor hulp en beheer
28
Q

Verzekeringspolis

A

Dit is de beschrijving van de wederzijdse rechten en plichten en vormt het schriftelijke bewijs van de verzekering.

29
Q

Avenant

A

Bijvoegsel van een verzekeringspolis

30
Q

Verzekering burgerlijke aansprakelijkheid

A

Een verzekering voor voertuigen waar je zowel de aansprakelijkheid voor lichamelijke schade als de stoffelijke schade tegenover derden verzekerd.

31
Q

Verzekering huishoudpersoneel

= arbeidsongevallenverzekering

A

Hiermee verzeker je de aansprakelijkheid tegenover mensen die bij jou thuis werken.

32
Q

Brandverzekering

A

Hiermee verzeker je de schade die je aan je huis hebt door brandt, storm, wateroverlast…
Zodat je met het uitgekeerde geld in staat bent om het gebouw te herstellen, opnieuw op te bouwen of te vervangen.

33
Q

Omniumverzekering

A

Hiermee verzeker je de schade aan je eigen auto

34
Q

Rehtsbijstandsverzekering

A

Hiermee verzeker je de gerechtskosten als er geschillen zijn met derden.

35
Q

Familiale verzekering

A

Hiermee verzeker je je tegen de financiële gevolgen als jij of iemand van je gezin als privépersoon schade veroorzaakt aan anderen.

36
Q

Levensverzekering bij overlijden

A

Hiermee verzeker je je leven. Als je doodgaat krijgt je partner, ouder of kinderen (hangt af van het testament) een grote som geld (hoeveel zijn leven waard was) om een deel van de kosten te dekken die je hebt als alleenstaande.

37
Q

Personen- of sommenverzekering

A

Deze verzekering wordt afgesloten op het leven of de gezondheid van een persoon. Als er een onzekere gebeurtenis voorvalt keert de verzekering een afgesproken bedrag uit aan die persoon.

38
Q

Schadeverzekering

A

Hiermee bescherm je je vermogen tegen aantasting door beschadiging, verlies of schade aangericht aan derden.

39
Q

Levensverzekering bij leven

A

De begunstigde ontvangt een vooraf bepaalde som als hij op de einddatum van het contract in leven is. Dit wordt ook wel uitgesteld kapitaal genoemd.

40
Q

Gemengde levensverzekering

A

Je beschermt je nabestaanden met een tijdelijke overlijdensverzekering en je zorgt ook voor een verzekering bij leven. Het bedrag tussen de twee kies je zelf.

41
Q

Vrijstelling

Franchise

A

Een vast bedrag of percentage van de verzekerde waarde.
Als de totale kost van de schade hoger is dan de franchise dan betaald de verzekeraar enkel het bedrag uit dat hoger is dan de franchise. De franchise is voor jou rekening.
Als de totale kost lager is dan betaald de verzekeraar de schade niet.