Woorden H3 Flashcards
Regelrecht
Direct
Stoelen op
Gebaseerd op
Degelijk
Stevig/goede qualiteit
Voortgezet
Doorgaan, volgend op wat al heeft plaatsgevonden
Voortzetten
De toelatingseis
Excelleren
Doorstrommen
Beschikken over
Hebben
Promoveren op
De repercusie
De gevolgen
Verdedigend
Defensief
Het bezwaar
Niet akkoord zijn over iets
Doubleren
Herhalen (voor school)
Hardnekkig
Persistent
Alledaags
Simpel
Aanschaffen
Kopen
Tal van
Veel, een groot aantal
Verwerkend
Processing
Verwerken
Process
De beheersing
Iets masteren
Beheersen
Insluipen
Sneak in
Bevredigend
Satisfying
Toereikend
Bevredigend, genoegzaam, voldoende, volstaand
Zich aanklampen aan
Vasthouden aan
Afnemen
Iets regelmatig kopen
De verbintenis
Band, contract
De omslag
Turning point, omkeer
Hanteren
Behandelen, gebruiken, in de hand nemen
Zich onderscheiden van/door
Differentiate, distinguish
Het onderscheid
Aanpalend
Aangrenzend
Nauw
Dichtbij
De duurzaamheid
Duurzaam
Goeddunken
Iets goed vinden
Bij(be)horend
Corresponding (mensen)
Behoren tot
Corresponding (dieren en dingen)
Oppotten
Hoard (negatief)
Opdrijven
Zorgen dat iets stijgt
Bestendig
Constant
Bestendig 2
Koud, warm , resistant
Gestaag
Gradually, constantly
Verdringen
Push away (fysiek)
De overdracht
Vergen
Veel tijd en aandacht vragen (require)
Eisen, kosten, vereisen, verlangen
Aanvinken tegen
Uitstellen
Uitvallen
Loslaten, niet meer meedoen
Ontsluiten
Openen, toegankelijk maken
Ontmantelen
Take apart (voor dingen, niet mensen)
Het uit elkaar halen of verwijderen van belangrijke onderdelen
Zich vergewissen van
Ervoor zorgen dat je ergens zeker van bent
Omvangrijk
Groot, large, extensive (formeel)
Besparen
Besparing
Zich lenen voor
Geschikt zijn voor,
(van personen) meewerken aan
Verstelbaar
Adjustable
Verstellen
Adjust
De uitkomst
Uiteindelijke resultaat, antwoord
Instellen
Set up
Bevestigen
Confirm
Scherp
Sharp, attentie
De keuzevrijheid
Zelf keizen
De afweging
Consideration
Afwisselend
Flexibel, gevarieerd (altijd positief)
Wisselend
Variëren (neutraal)