wiskunde meetkunde Flashcards

1
Q

een piramide waarvan het grondvlak een zeshoek is noemen we een?

A

zeszijdige piramide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

formule van het volume van een piramide

A
     3
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

formule van het volume van een kegel

A
        3
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

formule van het volume van een bol

A
   3
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

geef de notatie van het spiegelbeeld

A

s (A)= A’
m

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe lees je s m (A) = A’

A

het spiegelbeeld van het punt A door spiegeling t.o.v spiegelas a is het punt A’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

geef de definitie van een symmetrias van een figuur

A

dat is een rechte die de figuur op zichzelf spiegelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

geef de definitie voor een symmetrievlak van een ruimtefiguur

A

dat is een vlak dat de figuur op zichzelf spiegelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

definitie van een vector

A

een vector is een verzameling lijnstukken die allemaal de zelfde -lengte
-richting
-zin hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

t–> (Z)=Z hoe lees je dat
AB

A

de verschuiving volgens de vector AB van het punt Z is het schuifbeeld Z’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wijzerzin noteer je met een …… hoek

A

negatieve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

het schuifbeeld van een -rechte is een
-halfrechte
-lijnstuk

A

is een -rechte
-lijnstuk
-halfrechte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

tegenwijzerzin noteer je met……..hoek

A

positieve hoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de draaiing r ( O, +60°) (P)= P’ lees je als

A

de draaiing rond het draaicentrum O over een draaihoek van +60° van punt P is het draaibeeld P’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

definitie van een puntspiegeling

A

een puntspiegeling is een draaihoek van 180° of -180°

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

s o (A) = A’ lees je als

A

de spiegeling rond het spiegelpunt O van het punt A is het spiegelbeeld A’

17
Q

geef de definitie van een symmetriemiddelpunt

A

een symmetriemiddelpunt van een figuur of ruimtefiguur is het spiegelpunt dat de figuur op zichzelf spiegelt

18
Q

het …. van een rechte is een rechte

A
19
Q

het ….. van een lijnstuk is een lijnstuk

A
19
Q

het ….. van een halfrechte is een halfrechte

A
20
Q

een …… behoudt de colliniariteit

A
21
Q

een ….. behoudt de lengte van een lijnstuk

A
22
Q

een …… behoudt de evenwijdigheid

A
23
Q

een ….. behoudt de grootte van een hoek

A
24
Q

een ….. behoudt de loodrechte stand

A