Welkom Flashcards
welcome
welkom
good morning
goedemorgen
everyone
allemaal
course
de cursus
teacher
de docent
other
(else)
andere
(anders)
day(s)
de dag / dagen
begin / start
beginnen
with
met
erbij
get to know
kennismaken
who
wie
what
wat
name
de naam
first name
de voornaam
last name
de achternaam
from
Van
which
welk
country
het land
come
kom (komen)
neighbor
de buurman
of/on/about
van
how (what)
hoe
How are you called?
hoe heet jij?
is called
heet (heten)
where …. from
waar … vandaan
From
vandaan
Residence
(Live - abide - dwell)
woon (wonen)
now
nu
address
het adres
on
op
in
in
number
het nummer
answer
het antwoord
no
nee
postal code
de postcode
Ms / Mrs
mevrouw
nice to meet you
leuk je te ontmoeten
likewise
insgelijks
what’s your name?
wat is je naam?
what are you called?
hoe heet jij?