In de kantine Flashcards
family relatives
familierelaties
family
het gezin
parents
de ouders
father
de vader
mother
de moeder
husband
de man / echtgenoot
wife
de vrouw / echtgenote
child, children
het kind - de kinderen
my two children
my two boys
mijn twee kinderen
mijn twee jongens
I am married
ik ben getrouwd
son
de zoon
daughter
de dochter
brother
de broer
sister
de zus
family
de family
sister in law
de schoonzus
brother in law
de zwager
grandfather
de opa
grandmother
de oma
grandchildren
het kleinkind
uncle
de oom
aunt
de tante
nephew / cousin
de neef
niece / cousin
de nicht
Monday
maandag
days of the week
dagen van de week
Tuesday
dinsdag
Wednesday
woensdag
Thursday
donderdag
Friday
vrijdag
Saturday
zaterdag
Sunday
zondag
months
maanden
January
januari
February
februari
March
maart
April
april
May
mei
June
juni
July
juli
August
augustus
September
september
October
oktober
November
november
December
december
are sitting
zitten
canteen
de kantine
this
deze
seat / place
de plaats
free
vrij
ja hoor
yes
okay / right
zo
a / an
een
nice / delicious
lekker
cup
het kopje (de kop)
for a long time
al lang
only
pas
only
pas
or
of
what
welke
actually / really
eigenlijk
today
vandaag
morgen
tomorrow
it’s my birthday
ik ben jarig
(jarig zijn)
how nice
wat leuk
so / therefore
dus
get / receive
krijgen
visit / visitors
het bezoek
younger
jonger (jong)
but
maar
certainly
wel
taller
langer (lang)
any more
nog meer
as well
nog
look
kijk (kijken)
oh
goh
very
heel
different / other
ander
type
het type
short
kort
blond
blonde
hair
het haar
dark
donker
go visit
komen op bezoek
at the moment
op dit moment
are doing
doen
there
daar
on holiday
op vakantie
holiday
het vakantie
for
voor
his
zijn
work
het werk
season
het seizoen
when
wanneer
summer
de zommer
know
weet (weten)
not
niet
tell
vertel (vertellen)
about
over
that
dat
want / would like
wil (willen)
late
laat
should / have to
moeten
again
weer
to
naar
Waar zijn Susy en Edit?
Where are Susy and Edit?
Wat drinkt Susy?
What is Susy drinking?
Woont Susy al lang in Utrecht?
Has Susy been living in Utrecht for a long time?
Welke dag is het in de tekst?
What day is it in the text?
Wanner is Edit jarig?
When is Edit’s birthday?
Krijgt Edit bezoek?
Edit gets visitors?
Hij is jonger
Ik ben ouder
Hij is lang
Ze is klein
Ze heeft kort, blond haar
Ik heb lang, donker haar
Heeft Edit broers en zussen?
Zijn heeft broer en een zus
Heeft Edit kort, blond haar?
Edit heeft lang, donker haar