wegrakingen Flashcards

1
Q

wat is een wegraking of T-LOC

A

transient loss of consiousness, voorbijgaand, snel begin, korte duur, spontaan herstel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

niet-traumatische wegraking 4 categorieën

A

syncope, epileptisch insult, psychogeen/functioneel, zeldzame oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke 4 oorzaken zijn syncope’s in verdeeld?

A

reflex syncope (vasovagaal, mictie, n. vagus bij slikken),
orthostatische hypertensie (polyneuropathie, neurodegeneratieve ziekte, B-Blokker),
cardiale syncope,
andere oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat pleit voor een epileptische aanval?

A

laterale tongbeet, spierpijn, wegdraaien hoofd, meer dan 5 min weg, post-ictale verwardheid, meer dan 10 schokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat pleit voor een syncope?

A

tijdens lang zitten/staan, vasovagale verschijnselen, bijna wegrakingen in de anamnese, bleek zien, minder dan 10 schokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem 4 pathofysiologische mechanismen die tot syncope kunnen leiden

A

Reflex syncope,
cardiale syncope,
subarachnoïdale bloeding (TIA) of orthostatische hypotensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

epileptische aanval: kenmerken focaal begin

A

1 begin, bewustzijnsverandering, motorische verschijnselen = stereotype/repetitieve bewegingen, parosmie (geur), visueel, gedragsverandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

absence epilepsie

A

staar aanval bij kinderen (FA ADHD), ogen knipperen, smakken -> daarna normaal door
begin 4-8 jaar (over bij 12 jaar)
10% kans epilepsie wanneer volwassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn voorbeelden van een gelegenheidsinsult?

A

forse slaapdeprivatie
intoxicatie
alcoholonthouding
koortsconvulsies (bij kinderen)
lichtflitsprikkeling (tieners)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

epileptische aanval: kenmerken gegeneraliseerd begin

A

altijd verlaagd bewustzijn
schokken, verstijven (tonisch - (myo)clonisch)
atoon
absence

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de definitie van epilepsie?

A

aandoening gekenmerkt door verhoogde gevoeligheid voor het krijgen van epileptische aanvallen.
In de praktijk: 2 of meer niet-symptomatische epileptische aanvallen met een interval van meer dan 24 uur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer spreek je van secundair gegeneraliseerd?

A

als een focale aanval overgaat naar een bliateraal tonisch- clonisch aanval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke factoren laat je meewegen in het wel of niet behandelen van epilepsie met medicatie?

A

de aard van het epilepsiesyndroom / zekerheid van de diagnose van epilepsie & ernst en frequentie van de aanvallen & bijwerkingen (en stigmatisatie) medicijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke factoren laat je meewegen in de keuze voor een bepaald medicament?

A

soort epilepsie: bij soort 1ste en 2de keus aan opties & zwangerschap & leeftijd (vooral bij zeer jonge kinderen andere keuzes)
& voorkeur voor monotherapie: eerst ophogen van een middel bij onvoldoende effect tot bijwerkingen: dan switchen naar een ander antiepilepticum van eerste keus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly