duizeligheid Flashcards
welke 3 vragen stel je bij anamnese duizeligheid?
- vertigo of niet?
- continu of aanvallen?
- andere symptomen of triggers?
vertigo + continu kan zijn..
hersenstam/cerebellum aandoening
neuritis vestibularis
vertigo + aanvallen kan zijn..
spontaan: Méniere, migraine, TIA
bij positieverandering: BPPD
Geen vertigo + aanvallen kan zijn..
hartritmestoornis
angstaanvallen
bijna-flauwvallen
Geen vertigo + continu kan zijn..
intoxicaties,
chronische hyperventilatie
multiple sensory deficit
brughoektumor
Kenmerken BPPD (aanvallen)
- korte aanvallen (< 1min)
- uitgelokt door positieveranderingen
- hevige draaisensatie
- crescendo-decrescendo
- ouderen, bedlegerigheid, na trauma
steentje in posterieure kanaal oor, EPPLEY manouvre !!
kenmerken Ziekte van Méniere (aanvallen)
hevige aanvallen van vertigo
duur 20 min -2 uur
dor overprikkeling labyrinth
unilateraal oorsuizen
unilateraal progressief gehoorverlies
kenmerken Migraine aura (aanvallen)
eerst vertigo, opbouwend
duur: minuten-30 min
waarna unilateraal bonkende hoofdpijn
fotofobie, fonofobie, misselijkheid, braken
positieve FA
Kenmerken laesies van hersenstam/cerebellum (continu)
bijv door infarct, bloeding, tumor
vaak icm uitvalsverschijnselen: dysartrie, ataxie, (hemi)hypesthesie
kenmerken Neuritis Vestibularis (continu)
vrij plotse hevige vertigo
icm misselijkheid en braken
horizontale-rotatoire nystagmus
geen neuro uitval
dagen hevig, daarna minder
Kenmerken nystagmus (DIA)
afwijking ogen, snelle heen-en-weer bewegingen
door verstoorde imput uit de cortex, cerebellum, hersenstam of vestibuli
meestal snelle en langzame fase
OVERprikkeling (epilepsie, BPPD) of
ONDERprikkeling (neuritis vestibularis, hersenstam)
verlies BIJSTURING (cerebellum, hersentam)
“head impulse test” laat de verstoorde terugkoppeling tussen vestibuli en ogen zien