Week 8 Flashcards
op welke 3 manieren kunnen hematologische ziekten ingedeeld worden?
niveau van cellijn (myeloid/ lymfatisch)
niveau van orgaan (beenmerg, lymfeklier, milt of lever)
niveau van snelheid van ontstaan (acuut, chronisch)
de 5 grote groepen hematologische ziekten
- leukemie (beenmerg)
- myeloproliferatieve ziekten (beenmerg)
- myelodysplasie (beenmerg)
- lymfomen (lymfeklier)
- multipel Myeloom (beenmerg)
*zie plaatje mapje
leukemie
- maligne ontaarding in het beenmerg
- kan myeloid of lymfatisch
- zowel acuut als chronisch
myeoloproliferatieve ziekten
- essentieel trombocytose (ET, megakaryocyten)
- plycythemia vera (PV, erytroide lijn)
- myeolofibrose (myeloide lijn)
Myelodysplasie
- maligne ontaarding beenmerg
- voorstadium van AML
lymfomen
- maligne ontaarding in lymfeklier (B of T-cel)
- hodgkin en niet-hodgkin lymfeoom
multipel Myeloom
- maligne ontaarding plasma-cel
gevolg: afwijkende immunoglobuline productie (paraproteine)
de behandeling van AML bestaat uit
2 chemo kuren en targeted therapie (zoals FLT3-inhibitor)
daarna opties:
- chemo
- auto (of allo)-SCT
*(eerste twee chemo zijn inductie therapie)
*(laatste chemo is consolidatie therapie = om leukemie weg te houden)
WHO
is de performance status
0 = volledig gezond
4 = volledig zorgbehoevend op IC
LDH
is een enzym wat vrijkomt bij celdood (komt bijv. voor bij hoge celproliferatie)
wat zijn de 3 categorieën die de prognose van een patient voorspellen
- patient gebonden
- ziektespecifiek gebonden
- therapie gerelateerd
wat zijn patient gebonden prognostische factoren?
leeftijd
&
comorbiditeit wordt aangegeven met
- HCT-CI index score 1 t/m 3
- conditie patient
- WHO performance status
wat zijn ziektespecifieke prognostische factoren?
- Cytogenetische afwijkingen
- moleculaire afwijkingen (komen niet geïsoleerd voor)
wat zijn therapie gerelateerde prognostische factoren?
- respons van ziekte op behandeling
- minimale residuele ziekte (MRD) = de restziekte, gemeten met flowcytometrie
hoeveel procent van de MRD-positieve patiënten krijgt een recidief?
80 %
behandeling van MRD positieve patiënten
na inductietherapie vaak een allogene SCT als verdere behandeling
MRD
op verschillende niveaus met verschillende technieken geen leukemie meer
diagnostiek AML 5 manieren
- cyto-morfologie
- immunologie
- moleculaire diagnostiek (NPM1? FLT3-ITD)
- cytogenetica
- biobanking
wat zie je bij cytogenetica
geen mutaties te zien
wel kan je chromosomen, breuken, translocaties, deleties
-> grote DNA fouten chromosomen zichtbaar
welke twee diagnostische methodes van AML kunnen ziektespecifieke prognostische factoren ontdekken?
moleculaire diagnostiek
cytogenetica
therapie gebaseerd op prognose
zie losse briefje in slim pag 5 (of daar in de buurt)
therapie AML en leeftijdsgroep
jongeren (allo SCT)
middelbaar (chemo)
ouderen (Supportive care)
normaal Hb mannen en vrouwen
mannen 8,5-11
vrouwen 7,5-10
waar staat afko MDS voor
Myelodysplastisch syndroom (monosomie 5 & 7)
op basis waarvan kan MDS diagnose gesteld worden?
beenmerg onderzoek
- dysplasie
flowcytometrie
- geen afwijkingen bij monocytaire en granulocytaire uitrijping
cytogenetica
- monosomie 5 & 7
wat is Myelodysplastisch syndroom
klonale aandoening van hematopoetische stam/ progenitorcellen
- ineffectieve hematopoeise (te veel onrijpe cellen in beenmerg = cytopenie)
- neiging tot leukemische evolutie
wat is cytopenie
anemie, neutropenie, trombocytopenie
incidentie MDS
- oudere leeftijd
- mannen vaker dan vrouwen
- 500 nieuwe patiënten per jaar
klachten MDS
soms asymptomatisch
anemie: moe, kortademig
neutropenie: terugkerende infecties
trombocytopenie: bloedingsneigingen
feitje onthouden … is niet bewijzend voor MDS
dysplasie
MDS komt door … veranderingen
zowel epigenetische als genetische veranderingen van de stamcellen (regulatie mRNA splicing)
de twee vormen van myelodysplastisch syndroom
primaire (de novo) MDS
secundaire (therapiegerelateerde) MDS
Primaire MDS
(de novo)
onbekende etiologie (wss erfelijke factoren en carcinogenen)
secundaire MDS
(therapiegerelateerd)
door behandeling met chemo- of radiotherapie
-> wss door
a) alkylerende middelen (latentietijd 5-15 jaar)
b) topoimerase II-rmmers (latentietijd 1-2 jaar)