Week 10 Flashcards
BRCA1 en BRCA2 prognose/overleving
bij BRCA1 betere prognose/overleving bij preventief borstverwijdering
bij BRCA2 maakt het geen verschil
tamoxifen
wordt veel gebruikt als anti-hormonale therapie voor mammacarcinoom
- veel interacties met andere medicijnen
- kurkuma, groene thee en piperine (zwarte peper)
- CBD (cannabis) wordt veel gebruikt en heeft een vermeend gunstig anti tumor effect (wordt nog onderzocht)
vloeibare biopten
erg gunstig tumor partikels kunnen uitgelezen worden uit het bloed
- CTCs (circulerende tumor cellen)
- biopten van metastases niet altijd mogelijk/belastend voor de patiënt
BrC = mammacarcinoom > 2 soorten
= borstkanker
primair mammacarcinoom
- niet op afstand uitgezaaid
- behandeling in opzet curatief
- behandeling door chirurg en oncoloog/ radiotherapeut
gemetastaseerd mammacarcinoom
- op afstand aantoonbare metastasen
- palliatieve behandeling
- behandeling door oncoloog, soms radiotherapeut
adjuvant vs neoadjuvant
adjuvant is behandeling na borstoperatie
neoadjuvant is behandeling voor borstoperatie
micro-metastasen
niet aantoonbare borstkankercellen
metastasering gaat via
de bloedbaan
metastase > nooit meer te genezen
systemische behandeling
= therapie via tablet/infuus/injectie (via bloedbaan)
2 inzichten:
- ook kleine mammacarcinomen kunnen al hematogeen metastaseren (hoef dus niet groot te zijn)
- naast operatie ook systemische therapie nodig tegen micrometastasen
> bij beperkte grootte > beperkte chirurgische ingreep: minder mutilerend, hogere kwaliteit v leven
epidemiologie mammacarcinoom
17.000 vrouwen/jaar BrC
1 op 7/8 vrouwen krijg het
+/- 120 mannen/jaar
>75% vrouwen is ouder dan 50
10 jaarsoverleving >80%
borstkanker bij mannen
1% van alle borstkankers
risicofactoren
- obesitas, testis afwijkingen, hypofyseadenoom, bestraling thoraxwand
fenotype
- ER, PR, ARpos, Her2neg
vaker geassocieerd met genetische afwijkingen
- BRCA2 (10%), BRCA1(5%), Klinefelter (XXY),
redenen voor toename incidentie borstkanker
- starten landelijke screening
- vergrijzing
- stage-migration
redenen afname sterfte borstkanker
- starten landelijke borstkankerscreening
- betere detectie methodes
- betere behandelingsmogelijkheden
gem leeftijd borstkanker vrouwen
60 jaar
screening: 50-75
risicofactoren ontwikkelen borstkanker (rf rond 2)
- late menopauze, vroege menarche, nullitpariteit
- late leeftijd eerste kind >35
- hormonale substitutie therapie
- Orale anticonceptie
- BMI >35
- lichamelijke inspanning 5x/wk
risicofactoren ontwikkelen borstkanker (rf van 10 naar 5)
- toegenomen leeftijd >45
- mutatie BRCA1/2
- geografische regio Noord-america/europa (vs oosten,afrika)
- dicht klierweefsel (hoge densiteit)
- atypisch benigne proliferatief borstklierafwijkingen
- bestraling mediastinum
- eerder mammacarcinoom
.. % van de patiënten die
afstandsmetastasen zouden ontwikkelen
zijn door behandeling met
(neo)adjuvante systemische therapie te genezen
50 %
4 typen borstkanker schema
zie slides leren!
- op basis van type is anti hormonale therapie of anti-Her2-therapie mogelijk
risico mammacarcinoom soorten
sporadisch 80%
familiair 10%
hereditair 10% (zoals BRCA 1/2)
wanneer moet je denken aan erfelijke vorm van borstkanker
- familiair voorkomen van borstkanker
- jonge leeftijd diagnose
- meerdere keren borstkanker
- man met borstkanker
- borstkanker met ovariumcarcinoom
diagnose primair mammacarcinoom (klachten/ geen klachten)
klachten:
- ingetrokken tepel
- palpabele afwijking mamma
- inflammatie van de mamma, ulcerative afwijkingen
geen klachten:
- screening
- toevalsbevinding bij CT
diagnostiek mammacarcinoom na anamnese/ lichamelijk onderzoek (welke wanneer)
mammografie:
- geschikt voor screening
echografie mamma
- niet geschikt voor screening
- wel voor gericht onderzoek van afwijking > direct biopt mogelijk
MRI
- hoge sensitiviteit
- preoperatief (wel/geen borstsparende behandeling mogelijk)
- lobulair carcinoom; vaak onderschatting grootte op mammografie
- screening hoog risico patiënten
laatste stap:
cytologische punctie
histologisch biopt
disseminatie onderzoek
niet standaard maar allen bij ‘hoog risico’ zoals T4 of patiënten met recidief
> PET-CT scan
TNM classificatie voor mammacarcinomen
Tis; tumor in situ
T1; tumor <2cm
T2; >2cm <5cm
T3; >5cm
T4; ingroei huid/thoraxwand
N0; geen lymfeklier
N1; beweeglijk regionale klieren
N2; gefixeerde regionale klieren
N3; ipsillaterale mammaria interna klieren
M0; geen metastasen
M1; afstandsmetastasen
curatieve mammacarcinoom behandeling
- chirurgie
- systemische therapie en/of radiotherapie
pathologie goedaardige mammacarcinomen
- lymph breast disease = fibrocysteuze verandering
- hyperplasie
- fibroadenoom
pathologie kwaadaardig voorstadium en kwaadaardige
kwaadaardig voorstadium; carcinoma in situ;
- ductaal = DCIS
- lobulair = LCIS
kwaadaardig;
- adenocarcinoom
- sarcoom/ maligne phyllodes tumor
fibroadenoom
- fibro-epitheliale laesie
epitheel blijft 2-lagig
overgroei van stroma
phyllodes tumor
- fibro-epitheliale tumor
- zeldzaam
- alle leeftijden (meestal rond 60ste)
- meestal scherp omschreven
- groeit snel
- prognose heterogeen; afhankelijk van subtype
- metastasen zijn zeldzaam
m. Paget
carcinoma in situ (CIS) mamma (dcis en lcis)
- geen symptomen
- basaalmembraan nog intact
- diffusie afhankelijk (geen bloedvoorziening) > hierdoor; necrose en verkalking
- meestal geen calcificaties
- niet palpabel; toevalsbevinding
DCIS (ductaal):
- groeit in buissystemen
- vaak microkalk zichtbaar
LCIS (lobulair):
- vaak diffuus en bilateraal (door verlies e-cadherine)
adenocarcinoom
- infiltreerde proliferatie van epitheelcellen
- soms palpabel
typen:
- ductaal; cellen liggen in groepjes bij elkaar
- lobulair: door verlies e-cadherine liggen cellen niet meer bij elkaar
differentiatiegraad adenocarcinoom afhankelijk van:
- mate van buisvorming
- mate van atypie
- mitose-activiteit
als laatste is voor behandeling de receptorstatus nodig
meestal positief; oestrogeenreceptor/ progesteron receptor
meestal negatief; Her2-receptor
wat staat er allemaal in een PA verslag?
- tumor subtype
- differentiatiegraad
- diameter
- therapierespons
- ER/PR en Her2 status
- radicaliteit
-lymfeklierstatus
chirurgische behandeling mamma 4 soorten
operatie van de borst
1 borstsparende operatie= MST (mammasparende therapie)
2 borst amputatie = ablatief = mastectomie
operatie van de oksel
3 schildwachtklier/ SN (sentinel node)
2 okselkliertoilet (OKT)/ okselklierdissectie (OKD)
GRM operatie staat voor
gemodificeerd radicale mastectomie
borstamputatie + okselkliertoilet
borstsparende operatie mamma
- 60% kiest MST
- na MST altijd bestraling om risico recidief te verkleinen
- MST + adjuvante RT vs ablation = gelijke overall survival