Week 8 Flashcards

1
Q

Erfrecht

A

Onder erfrecht wordt verstaan het geheel van regels betreffende de overgang van een vermogen van een overleden persoon (erflater) op een of meer andere nog levende personen (erfgenamen). Erfopvolging heeft alleen plaats door de dood.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bloedverwantschap

A

Bloedverwantschap bestaat tussen personen die een gemeenschappelijke voorouder hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Aanverwantschap

A

Aanverwantschap is de relatie die een persoon heeft tot de bloedverwanten van de echtgenoot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Onwaardigheid artikel 4:3 BW

A

Als je de erflater iets hebt aangedaan, dan krijg je niks.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Erfopvolging bij versterf

A

Als een erflater geen testament heeft gemaakt, dan gelden de wettelijke regels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Erfopvolging bij versterf

A

Als een erflater geen testament heeft gemaakt, dan gelden de wettelijke regels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Groepen van erfgenamen

A
  1. Echtgenoot en kinderen van de erflater
    Iedereen erft voor gelijke delen. Langstlevende echtgenoot erft eerst, kinderen krijgen erfdeel na overlijden.
  2. Ouders/broers/zussen/hun afstammelingen
    Iedereen erft voor gelijke delen (maar iedere ouder minimaal een kwart)
  3. Grootouders/hun afstammelingen
  4. Verdere verwanten tot 6e graad
  5. NL staat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Plaatsvervulling

A

In elke groep sluit de naaste bloedverwant de bloedverwanten in een verdere graad uit. Als een kind van de erflater overleden is met achterlating van een kleinkind, erft dit kleinkind in plaats van zijn ouder. Dit noemen we plaatsvervulling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een testament of uiterste wilsbeschikking

A

Een testament of uiterste wilsbeschikking is een notariële akte die een verklaring van een persoon bevat van wat hij wil dat er na zijn overlijden gebeurt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De vormen van uiterste wilsbeschikking

A
  1. Notariele akte
  2. Onderhandse aan een notaris in bewaring gegeven akte
  3. Codicil
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Notariële akte

A

Het testament wordt opgemaakt ten overstaan van een notaris. Voordat het ondertekent wordt door de testateur (de latere erflater), leest de notaris het testament aan hem voor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Onderhandse aan een notaris in bewaring gegeven akte

A

Dit testament is door de erflater zelf of via een derde opgesteld en ondertekend en ter hand gesteld aan de notaris. De notaris heeft daarvan een akte van bewaargeving opgemaakt in het bijzijn van twee getuigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Codicil

A

Een codicil is geen testament, maar een onderhandse akte die door de erflater met de hand is geschreven, gedateerd en ondertekend en waarin hij bepaalde beschikkingen gemaakt heeft. Deze beschikkingen kunnen volgens het BW de volgende onderwerpen betreffen
• Het vermaken van kleding, sieraden, bepaalde inboedelzaken en boeken
• De overdracht van een auteursrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De inhoud van een testament

A

Een testament kan erfstellingen en legaten bevatten, al dan niet gecombineerd met een last.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Erfstellingen

A

Een erfstelling is een beschikking in een testament waarbij de erflater een of meer personen benoemt tot zijn erfgenamen. Zij ontvangen de gehele nalatenschap of een evenredig deel ervan. Zij delen zowel in de activa als in de passiva.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Legaten

A

Een legaat is een beschikking in een testament waarbij de erflater een vorderingsrecht aan iemand (legataris) vermaakt.

16
Q

Testamentaire last

A

Een erflater kan aan een erfstelling of een legaat een last verbinden. Als de last niet wordt aanvaard, vervalt de erfstelling of het legaat.

17
Q

Legitieme portie

A

De erflater kan een of meer van zijn afstammelingen onterven. Deze kinderen of kleinkinderen worden dan geen erfgenaam. Zij kunnen na het openvallen van de nalatenschap bezwaar maken tegen de beschikking van de erflater en een beroep doen op hun legitieme portie.
Versterfportie is het deel waar je recht op had als je niet onterft zou zijn. Het legitieme portie is dan de helft van waar je recht op zou hebben.

18
Q

De erfgenamen

A

Om als erfgenaam van een erflater te kunnen optreden, moet voldaan zijn aan bepaalde vereisten. Na het overlijden van de erflater, heeft de erfgenaam een verklaring van erfrecht nodig.
1. Ongeboren kind
Een ongeboren kind kan ook erfgenaam zijn.
2. Onwaardigheid
Als je de erflater iets hebt aangedaan, dan krijg je niks.
3. Onbevoegdheid
Arts, verzorger van erflater, etc in zijn laatste dagen kan nooit erven.

19
Q

Zuiver aanvaarden

A

Zuiver aanvaarden houdt in dat de erfgenamen uitdrukkelijk of stilzwijgend treden in de rechten en plichten van de erflater op het moment dat hij overlijdt.

20
Q

Aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving

A

Aanvaarden onder het voorrecht van boedelbeschrijving gebeurt uitdrukkelijk door het afleggen van een verklaring op de griffie van de rechtbank van het sterfhuis.
Deze verklaring wordt ingeschreven in het boedelregister van de rechtbank. Als een van de erfgenamen beneficiair aanvaardt, geldt dit ook voor de overige erfgenamen.

21
Q

Verwerpen

A

Verwerpen van een nalatenschap gebeurt op dezelfde manier als het aanvaarden onder het voorrecht van boedelbeschrijving. Als men verwerpt, heeft dit terugwerkende kracht tot het moment van het overlijden van de erflater; men wordt geacht nooit erfgenaam te zijn geweest.