Week 4 Flashcards
Goederenrecht
Goederenrecht is de relatie tussen persoon en goed.
Verbintenissenrecht
Verbintenissenrecht is de relatie tussen persoon en persoon.
Vermogen
Vermogen bestaat uit alle bezittingen en schulden.
Goederen
Goederen zijn zaken en vermogensrechten.
Zaken
Zaken zijn stoffelijke voorwerpen die voor menselijke beheersing vatbaar zijn, dit kunnen onroerende en roerende zaken zijn.
Onroerende zaken
Onroerende zaken zijn grond, delfstoffen in de grond, met de grond verenigde beplanting, gebouwen en werken die duurzaam, direct of indirect met de grond verenigd zijn.
Roerende zaken
Roerende zaken zijn alles wat niet onroerend is.
Vermogensrechten
Rechten die overdraagbaar zijn of rechten die strekken om stoffelijk voordeel te verschaffen. Alleen hoogstpersoonlijke rechten zijn niet overdraagbaar, je naam.
Afhankelijke rechten
Niet zelfstandige overdraagbaar, alleen samen met het hoofdrecht. Gaat teniet als hoofdrecht tenietgaat. Voorbeeld hypotheek, er kan geen hypotheek zijn zonder huis.
Beperkte rechten
Afgeleid van meer omvattend recht. Ontstaan net als het hoofdrecht: door overdracht of verjaring. Gaan teniet door opzegging, afstand doen en vermenging.
Absolute rechten
Kunnen tegen iedereen gehandhaafd worden. Eigendom, beperkte rechten, intellectueel eigendom.
Relatieve rechten
Kunnen alleen tegen bepaald persoon gehandhaafd worden. Rechten tussen contractpartijen.
Registergoederen
Kunnen overdracht hiervan alleen via notariële akte en inschrijving in openbaar register. Onroerende zaken, geregistreerde/ grote schepen en vliegtuigen.
Goede trouw
Als je niet wist en ook niet hoefde te weten.
Redelijkheid en billijkheid
Altijd rekening houden met algemeen erkende rechtsbeginselen
Verbod misbruik bevoegdheden
Willens en wetens beschadigen van andermans belang. Bevoegdheid gebruiken voor ander doel dan waar het voor gegeven is.
Verbod hinder
Niet anderen hinderen met jouw eigendom.
Eenzijdige rechtshandeling + gericht
1 persoon veroorzaakt juridisch gevolgen voor bepaald persoon: schenken
Eenzijdige rechtshandeling + ongericht
1 persoon veroorzaakt juridisch gevolgen voor willekeurig publiek: advertentie/testament
Meerzijdige rechtshandeling
2 of meer personen maken meerdere rechtsgevolgen over en weer.
Totstandkoming van de rechtshandeling
Wil en verklaring moeten overeenkomen. Vertrouwensleer; als wederpartij er terecht op vertrouwt dat bedoeld werd wat verklaard werd, komt de rechtshandeling tot stand.
Verklaringen
Vormvrij: kan mondeling/schriftelijk/ uit gedrag blijken.
Verklaringen
Vormvrij: kan mondeling/schriftelijk/ uit gedrag blijken.
Ontvangsttheorie
Verklaring heeft pas effect als die de wederpartij bereikt heeft. Tot dat moment kan verklaring ingetrokken worden.
Verbod op strijd met de wet/goede zeden/openbare orde
Ontbreken wilsgebreken
De wil is er wél, maar is onjuist tot stand gekomen. Dat kan bijvoorbeeld door; • Bedreiging • Bedrog • Misbruik omstandigheden • Dwaling
Paulianeus
Paulianeus handelen is willens en wetens rechtshandeling verrichten om de schuldeisers te benadelen. In het zicht van faillissement.
Nietigheid
Rechtshandeling heeft nooit bestaan.
• In verband met vorm
• In verband met inhoud of strekking
• In verband met handelingsonbevoegd persoon