Week 2 Flashcards
Materieel privaatrecht
Heeft betrekking op de inhoud van het recht.
De inhoud is te vinden in het Burgerlijk Wetboek
Formeel privaatrecht
Regelt de procedures tussen burgers onderling.
De procedures is te vinden in het Wetboek van rechtsvordering
Burgerlijk Wetboek
Boek 1: personen- en familierecht Boek 2: rechtspersonenrecht Boek 3: vermogensrecht Boek 4: erfrecht (wat gebeurt er met vermogen van persoon na overlijden?) Boek 5: zakelijke rechten Boek 6: verbintenissenrecht Boek 7: bijzondere overeenkomsten Boek 7A: (gaat uiteindelijk weg) maatschap en verbruiklening Boek 8: verkeersmiddelen en vervoer Boek 10: internationaal privaatrecht
Objectief recht
Het geldend recht is het geheel van regels dat uit alle rechtsbronnen voortvloeit.
Subjectief recht
Individuele rechten en plichten, ontleend aan het objectieve recht.
Dwingend recht
Het recht waarvan de burgers niet mogen afwijken bij onderlinge afspraken.
• Afwijken mag niet: ‘moeten’.
• Beschermt de zwakkere partij
• Afwijken van dwingend recht: nietigheid
Aanvullend recht
Het recht waarvan de burgers wel mogen afwijken.
• Regelend recht, afwijken mag: ‘kunnen’.
• Geldt alleen voor het geval je zelf niks hebt geregeld
Semi dwingend recht
Een vorm tussen dwingend en aanvullend recht is het semidwingend recht, waarbij het is toegestaan deels van de rechtsregels af te wijken.
• Afwijken mag binnen de aangegeven grenzen.
Rechtshandelingen
Rechtshandelingen kunnen verricht worden door een of meer personen en zijn gericht op een rechtsgevolg.
Eenzijdige rechtshandeling
Er is spraken van dit als een wilsuiting is van een persoon
Meerzijdige rechtshandeling
Wilsuitingen van twee of meer personen, gericht op hetzelfde rechtsgevolg.
Feitelijke handeling
Zijn niet gericht op een bepaald rechtsgevolg. De wet verbindt gevolgen aan sommige feitelijke handelingen, zonder dat dit afhankelijk is van een persoon.
Blote rechtsfeiten
Zijn feiten waarbij geen sprake is van direct menselijk ingrijpen. De wet verbindt gevolgen aan deze feiten.