Week 8 Flashcards
Waaruit bestaat de buikholte (caudaal, craniaal, lateraal)
Craniaal uit diafragma
Caudaal uit diafragma pelvis
Lateraal uit spieren
Van waar tot waar loopt het diafragma
Tot de onderrand van de 4e rib
Welke horizontale vlakken gebruikt men om botuitsteeksels te verdelen in het lichaam
- Transpylorisch vlak
- Subcostale vlak
- Supracristale vlak
- Intertuberculaire vlak
Waar ligt het transpylorisch vlak en wat loopt er doorheen
Ter hoogte van L1 en 9e rib
–> truncus coeliacus, a. mesenterica superior, pylorus
(L2: a. renalis)
Waar ligt het subcostale vlak en wat loopt er doorheen
Ter hoogte van L3 en direct onder punt laatste rib
–> a. mesenterica inferior
Waar ligt het supracristale vlak en wat loopt er doorheen
Ter hoogte van L4 en processi iliacae superior
–> splitsing (bifurcatie) van aorta
Waar ligt het intertuberculaire vlak en wat loopt er doorheen
Ter hoogte van L5
–> splitsing a. iliaca communis in a. iliaca interna en externa
Welke verticale vlakken zijn er in het lichaam
Centraal: van incisura jugularia tot symphysis pubica
Weerszijden: midclaviculaire lijnen
Welke organen zijn er te vinden in het transpylorische vlak
- Pancreas
- Duodenum
- Truncus coeliacus
- A. mesenterica superior
- Pylorus
Welke 9 regio’s zijn er te onderscheiden in het abdomen (van boven naar beneden)
Lateraal:
Hypogastrica/hypochondriaca rechts en links
Regio lateralis rechts en links
Regio inguinalis rechts en links
Centraal:
Regio epigastrica
Regio umbilica
Regio pubica
Waaruit bestaat het peritoneum
Parietaal peritoneum, visceraal peritoneum, mesenterium
Welke ligging kunnen organen hebben t.o.v peritoneum
- Intraperitoneaal
- Retroperitoneaal
- Subperitoneaal
Wat is intraperitoneaal
Als het orgaan volledig door peritoneum wordt omgeven
Waarom is ontsteking van intraperitoneaale organen gevaarlijk
De ontsteking kan via het peritoneum snel verspreiden naar omliggende organen
Wat is retroperitoneaal
Organen die achter het peritoneum liggen zoals nieren en grote vaten
Wat is het verschil tussen primair en secundair retroperitoneaal
Primair: organen die achter zijn ontstaan en achter zijn gebleven zoals nieren en aorta
Secundair: organen die eerst intraperitoneaal lagen en later vergroeid zijn met de achterwand
Wat is subperitoneaal
Onder het peritoneum
Welke organen liggen intraperitoneaal
- Maag
- Milt
- Lever
- Jejunum en ileum
- Cecum
- Colon transversum en sigmoideum
Welke organen liggen subperitoneaal
- Blaas
- Uterus
- Rectum
Welke organen liggen retroperitoneaal
- Nieren
- Pancreas
- Duodenum
- Colon ascendens en descendens
- Rectum
- Aorta en v. cava inferior
Waarom ligt de linkernier hoger dan de rechternier
Doordat de lever rechts zit en zo de nier naar beneden drukt
Wat zijn meso verbindingen
Organen met een uitstulping in het peritoneum (intraperitoneaale organen)
Welke meso verbindingen zijn er
- Mesogastricum
- Mesoduodenum
- Mesocolon
- Mesenterium
Wat zijn de radix mesenterii
15cm lange aanhechting van dunne darm aan achterwand van de buikwand
Volgorde van de opbouw van de gaster (maag)
- Cardia
- (Fundus)
- Corpus
- Antrum
- Pylorus
Wat zijn de functies van de maag
- Opslag
- Begin vertering
- Gecontroleerd doorlaten naar darm
Uit welke delen bestaat de duodenum
- Pars superior
- Pars descendens
- Pars inferior (horizontalis)
- Pars ascendens
Wat is de functie van de pancreas
Productie van verteringssappen en geeft enzymen af via ducti aan de duodenum
Welke ducti zijn er betrokken bij afvoering gal
Ductus hepaticas: vanuit de lever
Ductus cysticus: vanuit de galblaas
Ductus choledochus: samenkomen van ductus hepaticas en cysticus en mondt uit in duodenum
Wat is de ductus pancreaticus
Duct vanuit de staart van de pancreas
Wat is de ductus accessoire pancreaticus
Duct vanuit de kop van de pancreas die samen komt met ductus pancreaticus in de papil major
Wat is de functie van gal
Het emulgeren van vetten
Met welke ligamenten is de milt verbonden met omliggende structuren
Lig. splenocolico: milt en colon
Lig. phrenicosplenicum: diafragma en milt
Lig. gastrosplenicum: maag en milt
Waar bestaat de linker poot van de H-poot uit
Lig. teres hepatis en lig. falciforme
Waar bestaat de horizontale poot van de H-poot uit
Lig. hepatoduodenale
Waar bestaat de rechter poot van de H-poot uit
Galblaas en aan de onderkant van v. cava inf het diafragma
Uit welke lobus kan de lever worden onderscheden
I. Lobus caudatus
II - III. Lobus sinistra
IV. Lobus quadratus
V - VII- Lobus dextra
Wat is homeostase
Dat het interne milieu onder veranderingen van het externe milieu constant word gehouden
Wat is het basaalmetabolisme
Het metabolisme in rust
Waar wordt het basaalmetabolisme door bepaald
- Omgevingstemperatuur
- Samenstelling voeding
- Zwangerschap
- (Her)opbouw weefsel tijdens training of na ziekte
Hoe wordt het basaal metabolisme gemeten
Brandstof + O2 –> CO2 + H2O + uitwendig vermogen + warmte
Hoe kan het basaal metabolisme gemeten worden
Directe meting: kcal brandstof
Indirecte calorimetrie: warmteafgifte
Directe calorimetrie: O2-opname
Waarom neemt het basaal metabolisme af zodra je ouder wordt
Je krijgt meer vet en vet heeft minder energie nodig
Wat is het versschil tussen een open en gesloten regelsysteem
Bij een open regelsysteem is geen terugkoppeling en bij een gesloten regelsysteem wel
Wat is voordelig aan feed forward
- Snelle respons
- Directe invloed
Hoe vind passief warmtetransport plaats
Van kern naar schil (kern naar periferie)
Hoe vind actief warmtetransport plaat
Arterieel bloed –> opwarming in kern –> naar extremiteiten
Vormen van warmte productie
- Spieractiviteit
- Hormonen
- Bewegen
- Omgeving
Vormen van warmte afgifte
- Straling
- Geleiding
- Convectie
- Verdamping
Waar treden geïntegreerde reacties op tijdens de inspanning
- Longen (ademhaling ⬆️ )
- Hart (hartfrequentie ⬆️ )
- Bloedcirculatie (herverdeling bloedcirculatie)
- Nieren (toename van afvalproducten)
Hoe kan het rendement worden berekent van het inspanningsmetabolisme
- O2-gebruik en CO2-productie
- Uitwendig vermogen
Wat is de steady state van het lichaam
Een staat tijdens/na inspanning waarin het lichaam ingesteld is op verandering, na 25 minuten
Wat neemt toe tijdens inspanning
- Cardiac output: meer bloed skeletspieren en minder naar hersenen en nieren
- Ademhalingsfrequentie ⬆️
- Ademhalingsdiepte ⬆️ –> vitale capaciteit ⬇️
- Debiet O2: zuurstofschuld
Wat is de functie van de nier
- Filtratie
- Regelen water- en zoutbalans
- Afgifte hormonen
Waar liggen de nieren
Retroperitoneaal tussen TH12 en L3
Wat is de pilus van een nier
De plaats waar vaten en ureter binnenkomen
Hoe zijn de nieren opgebouwd
Buitenzijde: de cortex
Binnenzijde: medulla
In de medulla bevinden zich piramiden renalis die uitkomen in pelvis renalis
Waardoor worden piramiden renalis gescheiden
Door columna renalis, hier ligt de bloedvoorziening van de nieren
Wat zijn nefronen
Functionele eenheden van de nier
Waaruit bestaan nefronen
- Afferente en efferente arteriolen
- Glomerulus
- Kapsel van Bowman
- Proximale en distale tubulus
- Lus van Henle
- Tumulus colligens
Wat wordt er met het nierlichaampje bedoeld
Glomerulus en kapsel van Bowman
Wat is hydrostatische druk (PGC)
De druk die wordt uitgeoefend op een statische vloeistof in het lichaam
Wat is de colloïd osmotische druk (IIBS)
Deze druk werkt filtratie tegen en zorgt voor reabsorptie bloedplasma
Hoe verhoud de ‘starling force’ zich in de nierlichaampjes
Hydrostatische druk: 50 mmHg
Colloid osmotische kapseldruk: 0 mmHg
Hydrostatische kapseldruk: -10 mmHg
Colloid osmotische druk: -25 mmHg
Welke drukken werken mee met de filtratie
Hydrostatische druk en colloïde osmotische kapseldruk
Welke drukken werken filtratie tegen
Hydrostatische kapseldruk en colloid osmotische druk
Waarom wordt de colloïd osmotische druk groter naarmate de haarvaten dichterbij de efferente arteriolen komen
Hier is meer bloedplasma uit de haarvaten gedrukt
Wat is de functie van glycocalyx
Deze zijn negatief geladen waardoor grotere negatieve eiwitten niet door de endotheellaag naar buiten kunnen
Hoe kunnen stoffen toch uit de nieren gefilterd worden
Doordat de podocyten openingen vrijlaten als doorgang van het filtraat
Wat is de grens van de te filteren stoffen
10 kDa
Wat veroorzaakt een hoge osmotische waarde in de capillairen van de nieren
Het feit dat stoffen als albumine niet de capillairen uit kunnen
Wat bevat het glomerulus filtraat
Water, ionen, aminozuren, uraat, ureum, creatinine
Wat is autoregulatie van de nier
Het feit dat de nieren zelf de bloed doorstroming kunnen regelen waardoor de nieren grotendeels onafhankelijk zijn van de rest van het lichaam
Hoeveel liter bloed ontvangt de nier per minuut
1,2 l/min dit is ongeveer 20% van de gehele cardiac output
Hoe kan de autoregulatie van de nier overruled worden
Door sympathische innervatie en hormonen
Wat is het verschil tussen cordiale en medulaire nefronen
Corticale nefronen liggen hoog in schors en medulaire nefronen liggen op grens medulla en schors
Wat wordt er gereabsorbeert in de proximale tubulus
- 70% water en Na, Cl, K
- Bijna 100% HCO3, glucose, aminozuren, praat
- Verder Mg, Ca, P, uraat
Wat wordt er gereabsorbeert in de lis van Henle
- 15-25% Na, Cl
- Extra water (passief)
- K (lage concentratie in tubulus lumen)
- Ca, Mg
Wat wordt er nog verder gereabsorbeert in de distale tubulus
Nog enige Na en Cl
Wat wordt er niet gereabsorbeert
Ureum en creatinine
Wat is de creatinineklaring
Zegt iets over de glomerulaire filtratiesnelheid, is normaal gesproken 80-140 ml/min
Wat is osmolariteit
De concentratie osmotisch actieve stoffen in oplossing (osmol/L)
Wat is osmolaliteit
De concentratie osmotische actieve stoffen in oplossing (osmol/kg vrij water)
Wanneer is een oplossing isotoon
Als osmotische waardes van oplossingen hetzelfde zijn
Wat is het verschil tussen hypertoon en hypotoon
Hypertoon bevat veel opgeloste zouten en heeft de hoogste osmotische waarde en hypotoon bevat weinig opgeloste zouten en heeft de laagste osmotische waarde
Waarom kan het water niet passief van extracellulair naar intracellulair
Alle vloeistoffen zijn isotoon dus geen verschil in osmotische waarde
Hoeveel liter water zit er intra-, extracellulair en in de bloedvaten
Intracellulair: 25L
Extracellulair: 13L
Bloedvaten: 3L
Hoe vind de voornaamste opname van water plaats
Via drinken
Hoe vind de voornaamste uitscheiding van water plaats
Via urina
Waarom is de juxtamedullaire belangrijk
De lus van henle gaat diep de medulla in waardoor er een zoutgradient opgebouwd kan worden in de medulla –> controle urineproductie
Wat is het verschil van functie van tubulus ascendens en descendens
Tubulus descendens bevat aqua pores en doet aan water uitwisseling
Tubulus ascendens heeft deze niet en doet aan zoutuitwisseling
Welke verschil is osmolariteit willen de tubuli krijgen
Een verschil van 200 mosm
Hoe wordt het verschil van 200 mosm gehandhaaft in de lis van Henle
- Tubulus ascendens pompt NA eruit om gradiënt van 200 mosm te krijgen
- Tubulus descendens pompt water eruit waardoor de zout concentratie omhoog gaat en het verschil wordt rechtgetrokken
Wat is de functie van ADH
Creert regelsysteem waarmee hoeveelheid en concentratie urine wordt geregeld
Wat gebeurt er bij teveel en te weinig water input
Teveel: weinig ADH afgifte, aqua pores dicht en weinig reabsorptie van water
Te weinig: veel ADH afgifte, aqua pores open en veel reabsorptie van water
Wat zijn de belangrijkste hormonen geproduceerd door de bijnier
- EPO: aanmaak erytrocyten
- Renine-Angiotensin-Aldosterone: bloeddruk
- 1-alpha-hydroxylase: vitamine D3
Waar ontwikkelt het endoderm zich tot tijdens het krommingsproces
De primitieve darm
Wat ontstaan er uit de voordarm
O.a larynx, thymus, (bij)schildklier, longen, oesophagus, maag, lever en pancreas
Wat is de coeloomholte
Intra-embryonaal doeloom (=dit wordt de buikholte)
Wat zegt de verhouding grootte dooierzak:embryo
Iets over de leeftijd van het embryo
Wat gebeurt er met de middendarm
Blijft verbonden via een opening aan de ventrale zijde met de dooierzaksteel aan de dooierzak
Wat is een persisterende dooierzaksteel
Het niet verdwijnen van de dooierzaksteel
Wat is het diverticulum van Meckel
Uitstulping van de dunne darm
Hoe worden de drie delen van de primitieve darm gevasculariseerd
- Voordarm: truncus coeliacus
- Middendarm: a. mesenterica superior
- Einddarm: a. mesenterica inferior
Wat is de allantois
Uitstulping dooierzak in vroege navelstreng
Waar eindigen de einddarm en allantois in
De cloaca
Hoe ontstaan het rectum en blaas met urethra
Door de opsplitsing van de cloaca door het septum urorectale
Wat ontstaat er uit de allantois
De urachus, een buis die van blaas naar navel loopt en uiteindelijk het lig. umbilicalis medianis vormt
Wat ontstaan er uit de middendarm
Jejunum, ileum, caecum, colon ascendens en colon transversus
Waar liggen een deel van dunne darm en colon tot week 8
In de navelstreng
Welke delen liggen secundair retroperitoneaal
Duodenum, colon ascendens, colon descendens, rectum, pancreas
Waaruit ontstaat omentum minus
Uit het ventraal mesogastrium
Wat wordt gevormd uit het dorsaal mesogastrium
De milt
Waaruit ontstaat het omentum majus
Uit een deel van het dorsale mesogastrium
Wat ontstaan er uit de einddarm
Colon transversus, colon descendens en colon sigmoideum
Waaruit ontstaan trachea en longen
Uit de voordarm
Hoe ontwikkelen de longen zich
Door een opeenvolging van dichotome vertakkingen
Welke ontwikkelingsfasen zijn te onderscheiden tijdens ontwikkeling van de longen
- Pseudoglandulaire fase: week 8 tot 16
- Caniculaire fase: week 17 tot 25
- Sacculaire fase: week 26- geboorte
- Alveolaire fase: week 30- 8 jaar
Waar ontwikkelen de longen zich
In de pleura (pericardioperitoneale) kanalen die in open verbinding staan met toekomstige pericard en peritoneaalholtes
Wat zijn de afsplitsingen van de truncus coeliacus
- A. hepatica communis
- A. gastrica sinistra
- A. splenica
Waar ligt de aorta
Retroperitoneaal
Wat splitst er van de a. splenica af
De a. gastroomentalis sinistra
Waar krijgt de staart van de pancreas zijn bloed van
Van de a. splenica
Waar en waarmee vormt de a. gastroomentalis sinistra een anostomose
Rondom de curvature major met de a. gastroomentalis dextra
Waarvan krijgt de omentum majus zijn bloed
Van de a. gastroomentalis sinistra en dextra
Wat zijn de relaties van de verschillende delen van duodenum met andere organen
Superior: interperitoneaal ventraal met a. gastroduodenalis
Descendens: pancreas + papil van Vater
Horizontalis: tussen v. cava en v. portae
Ascendens: dorsaal naar a. mesenterica superior
Wat is de bursa omentalis
Kleine holte achter de maag
Hoe wordt de bursa omentalis omringd
Ventraal: omentum minus en maag Dorsaal: pancreas Craniaal: lever Caudaal: colon transversum Lateraal: splen Mediaal: foramen epiplocium
Hoe kan de bursa omentalis worden bereikt
Via foramen van Winslow
Wat loopt er langs het lig. hepatoduodenale
- Ductus choledochus
- V. portae hepatis
- A. hepatica propria
Via welke 3 manieren kan je retroperitoneale organen bereiken zoals pancreas
- Via omentum minus
- Bovenlangs colon transversum
- Onderlangs colon transversum
Wat vormt het laatste deel van het spijsverteringskanaal
- Intestinum tenue (jejunum en ileum)
- Ileo-cecaal hoek
- Colon
- Rectum
- Canalis analis
Wat is de ileocecaal hoek
De hoek tussen laatste deel van ileum en caecum
Wat zijn verschillen in absorptie tussen jejunum en ileum
Jejunum: - Koolhydraten, aminozuren en lipiden Ileum: - Niet-opgenomen koolhydraten, aminozuren en lipiden - Resorptie van afbraak enzymen
Verschillen uiterlijk jejunum en ileum
Jejunum:
- Roze kleur (meer vaatjes)
- Zichtbare arcades en windows
- Weinig (1-3) arcades
- Lange (1-3cm) vasa recta
Ileum:
- Grijzig
- Dik mesenterium; slechte zichtbare arcades
- Veel (2-6) arcades
- Korte (1-2cm) vasa recta
Wat is de valva ileocecalis
Ligt in ileocecaal hoek en zorgt ervoor dat ‘brei’ niet te snel de dikke darm ingaat
Hoe kan je de appendix vinden
De basis is McBurney’s punt: 1/3e van lijn tussen rechter spina iliaca anterior superior en umbilicalis
Apex ligt vaak op punt v. Lanx: 1/3e van transtuberculaire lijn tussen beide botuitsteeksels
Welke flexura’s vormt de colon transversum
Rechts: flexura hepatica
Links: flexura lienalis
Waardoor ligt de flexura lienalis hoger dan de flexura hepatica
Omdat de milt links minder ruimte inneemt dan de lever
Hoe kan het rectum vanaf linea arcuata ingedeeld worden
3 delen:
1ste deel: intraperitoneaal
2de deel: deels intraperitoneaal
3de deel: subperitoneaal
Wanneer voel je aandrang voor defaecatie
Bij vulling van de ampulla van >125 mL
Wanneer kan de faeces de ampulla verlaten
Zodra de aandrang groot genoeg is dan spant de m. puborectalis zich aan waardoor de ano-rectale hoek wordt afgevlakt en de faeces het rectum kan verlaten
Wat zijn gonaden
Voorlopers van de geslachtsklieren
Welke a. renalis is langer
De linker omdat de aorta iets rechts ligt
Uit welke macronutrienten bestaat onze voeding
200g koolhydraten
100g eiwitten
100g vetten
30g vezel
Uit welke micronutrienten bestaat onze voeding
<1mg
- mineralen, spoor elementen (ijzer, jood) en vitamines
Wat is de functie van de alvleesklier
Afgifte:
-Spijsverteringsenzymen, dicarbonaat, water
Hoe kan het contactoppervlakte vergroot worden van het voedsel
Kauwen, malen, mengen, vocht, eiwitdenaturaite, emulgeren, gal
Hoe begint de spijsvertering in de mond
Het enzym amylose breekt koolhydraten (voornamelijk zetmeel) af
Wat is de bulk fase digestie
De fase waarin grote voedselbrokken worden verwerkt in het darmkanaal
Waar bestaat zetmeel uit
- Amylose: D-glucose; a-1,4
- Amylopectine: D-glucose; a-1,4 en a-1,6
Waar bestaat sucrose uit
D-glucose/D-fructose: a-1,2
Waar bestaat lactose uit
D-galactose/D-glucose: b-1,4
Waar bestaat cellulose uit
D-glucose: b-1,4
Welke 4 bindingen moeten worden verbroken voor koolhydraatafbraak
a-1,2, a-1,4- a-1,6, b-1,4
Wat zijn monosachariden
Enkelvoudige suikers, voornamelijk glucose, galactose en fructose
Hoe worden de verschillende monosachariden onderscheden
Door de plaats en oriëntatie van de hydroxylgroep (OH-groep)
Wat onderscheid fructose en galactose van glucose
De ketongroep
Wat zijn disachariden
Tweevoudige suikers, maltose, lactose en sucrose
Waarom is zetmeel hydrofiel
Veel interne H-bruggen maar aan de buitenkant vaan ongebonden H-moleculen die kunnen binden met water
Waarom kan het lichaam cellulose niet afbreken
Cellulose vormt parallelle ketens met veel H-bruggen tussen de ketens en is dus waterarm aan de buitenkant en sterk hydrofoob dus niet in water oplosbaar
Wat zijn de 3 voorwaarden voor afbraak zetmeel door amylase
- Knipt geen eindstanding a-1,4
- Knipt alleen a-1,4 en geen a-1,6
- Knipt geen a-1,4 als het naast a-1,6 zit
Hoe ontstaan maltose of maltotriose
Doordat amylase geen eindstanding a-1,4 kan knippen dus er nooit glucose kan ontstaan
Hoe ontstaan a- limit dextrins
Doordat amylase geen 1,4 binding naast een 1,6 binding kan knippen
Hoe worden maltose, maltotriose en limit dextrins aan het oppervlak afgebroken tot enkelvoudige glucose molecule
Door membraan gebonden hydrolases
Wat zijn de eindproducten van de koolhydraat digestie aan het oppervlak
- Glucose, fructose, galactose
Welke 3 enzymen zijn van belang voor de koolhydraat digestie aan het oppervlak
- Maltase: 1,4-bindingen afbreken
- Sucrase-isomaltase: vertakking tussen 1,4 en 1,6
- Lactase: verbinding glucose en galactose
Welke twee proteases kennen we
- Endopeptidases
- Exopeptidases
Wat is de functie van de endopeptidases
Knippen midden in de keten waardoor een nieuwe COOH en NH2 terminus wordt gecreerd
Welke endopeptidases kennen we (maag en pancreas)
Maag:
Pepsine –> Phe, Tyr, Tryp (hydrofoob)
Pancreas:
Trypsine–> Lys, Arg (basisch)
Chymotrypsine –> Tryp, Phe (hydrofoob)
Elastase –> Ala, Gly, Ser (klein)
Welke soorten exopeptidases kennen we
Carboxypeptidase (pancreas): verbreken binding carboxyluiteinde
Aminopeptidase (darmos. en cytosol erytrocyt): verbreken binding amino-uiteinde
Wat is het eindproduct van de bulk digestie van eiwitten
Aminozuren, di- en tripeptiden
Wat zijn de belangrijkste componenten van vet
Triglyceriden (90%), fosfolipiden en cholesterol esters
Waaruit bestaat een triglyceride
Een glycerolmolecuul met aan ieder C-atoom een veresterde vetzuurstaart
Wat zijn de alfa-vetzuren
De twee buitenste vetzuurstaarten, de binnenste is de beta-vetzuurstaart
Wat is de functie van lipase
Deze koppelt de alfa-vetzuren los
Waar komt de meeste lipase vandaan
Uit de pancreas die vervolgens naar de duodenum gaat
Waarom is lipase colipase-afhankelijk
Omdat het een hulpeiwit, colipase, nodig heeft voor de activatie
Wat zijn de aspecten van (speeksel-)en maaglipase
- zuur pH optimum
- pepsine-resistent
- product: DAG+FFA
- trypsine-gevoelig
Wat zijn de aspecten van pancreas-lipase
- duodenum; alk. pH optimum
- colipase-afhankelijk
- product 2-MAG+FFA
Wat zijn de aspecten van melk lipase
- in moedermelk
- zuur-resistent
- alk. pH optimum
- galzout-gestimuleerd
- product: glycerol+FFA
Hoe worden pro-enzymen geactiveerd
- Enterokinase in duodenum zet trypsinogeen om in trypsine
2. Trypsine activeert pro-enzymen door “pro” af te knippen
Wat zijn zymogenen
Inactieve vormen van spijverteringsenzymen
Hoe beschermd het lichaam zich tegen zelfvertering
Door het ‘gebruik’ van inactieve pro-enzymen
Wat is de functie van mucine bovenop darmcel
Dunne mucine-laag bevat veel waterhoudende koolhydraten dat nauwelijks mengt met bulk darminhoud waardoor cellen beschermd zijn tegen enzymen
Waarom kan de omzetting trypsinogeen –> trypsine alleen buiten de pancreas plaatsvinden
Omdat in de pancreas een remmende peptide zit
Hoe vind het transepitheliaal transport van fructose plaats
Fructose kan aan de apicale zijde met de concentratiegradient mee de enterocyt binnen
Hoe vind transepitheliaal transport van glucose plaats
Het glucose transport is gekoppeld aan het Na-transport,
glucose gaat tegen de concentratiegradient in de cel IN omdat in de cel al veel glucose zit en er buiten weinig maar gaat passief de cel UIT
Hoe vind het transport van korte vetzuren plaats
Deze zijn relatief goed oplosbaar in water en bloed en kunnen passief worden afgegeven aan het bloed
Waarin wordt het vetmolecuul in het lumen gesplitst
In 2-monoacylglycerol en vrije vetzuren
Wat gebeurt er als lange vetzuren meteen in de bloedbaan terecht komen
Doordat deze slecht oplosbaar zijn in water kunnen deze het lipofiele membraan kapot maken
Hoe worden lange vetzuren getransporteerd
- Van 2 MAG wordt weer triglyceride gemaakt
- Er komt een laag apolipoproteinen en fosfolipiden om vetdruppel heen (= chylomicron)
- Chylomicron is water oplosbaar maar past niet door wand van capillairen
- Ingepakte vetdruppels gaat via lymfe naar bloedbaan en worden opgeslagen in spieren en vetweefsel
Wat zijn de belangrijkste functies van zuurschok in maag
- Antibacterieel
- Denaturatie eiwitten
- Pepsinogeen –> pepsine
- Enzymactiviteit pepsine waarborgen
Welke drie typen kliercellen zijn er te vinden in de maagwand + functies
- Hoofdcellen: vormen pepsinogeen
- Parietale cellen: produceren zuur
- Muceuze cellen: produceren mucus
Wat is de pH in de maag
pH<3 dus extreem zuur
Hoe sterven de meeste bacteriën in de maag
Door intracellulaire verzuring door de lage pH
Hoe worden probiotica in leven gehouden
Deze bevatten: actieve H+ pompen, decarboxylering en ammonium producten wat een intracellulaire buffering veroorzaakt = overleving
Wat zijn probiotica
Levende micro-organismen die uiteindelijk moeten inwerken op colon (darmflora)
Hoe produceren parietale cellen het maagzuur
Kunnen CO2 en H2O omzetten in H+ en HCO3-
- H+ worden amicaal afgezet en HCO3- basolateraal
- Door afgifte HCO3- aan bloedbaan worden er Cl- ionen opgenomen aan basolaterale zijde en afgifte aan apicale zijde ontstaat er zoutzuur
Welke maagzuurremmers kennen we
- Omeprazol: grijpt direct in op proton-valiumpomp
- Antacidum: grijpt direct in op concentratie protonen in maagzuur
- Cimetidine + ranitidine: grijpen in op histamine waardoor er minder cAMP wordt afgegeven en minder protonen
- Vagotomie: doorknippen aftakking n. vagus waardoor geen Ach afgifte en geen Ca afgifte
Wat zijn 2 nadelen van chronisch gebruik maagzuurremmers
- Verminderde opname aminozuren
- Verminderde bacteriële barriere
Wat doet de helicobacter
Veroorzaakt maagzweren door beschadiging slijmlaag maagepitheel
Hoe werkt de helicobacter
Door zijn lange flagellen hecht hij zich vast in mucuslaag, bacterie scheidt bepaalde stoffen uit die mucuslaag afbreken waardoor het zuur in contact komt met de cellen
Hoe kan de heliobacter in leven proberen te blijven
Door het uitscheiden van een interne buffer, urease
Hoe beschermt urease de heliobacter
Urease bindt protonen aan ureum waardoor ammoniak en bicarbonaat vrijkomen, bicarbonaat kan binden aan protonen waardoor 13CO2 vrijkomt wat een basische omgeving voor zichzelf creëert
Hoe beschermt de maag zichzelf tegen maagzuur
Door mucuslaag komt zuur moeilijk bij cellen, mocht het in de mucuslaag komen dan wordt het meteen geneutraliseerd door HCO3-
Hoe denatureert het zuur de voedingseiwitten
- Eiwit bevat evenveel zure (-) als basische (+) bij een neutraal pH
- Bij een zuur pH bindt de H+ aan de zure (-) aminzuren waardoor het zijn lading verliest
- Met de + gebeurt niks dus deze stoten elkaar af waardoor het eiwit ontvouwen wordt en endoproteases op het eiwit in kunnen werken
Hoe denatureert een eiwit bij een hoog pH
Er is dan veel OH- aanwezig die binden aan zure (+) aminozuren waardoor er alleen basische (-) aminozuren overblijven die elkaar afstoten
Wat zijn negatief en positief geladen groepen van een eiwit
Negatief: C-terminus, Asp, Glu, Cys, Tyr
Positief: N-terminus, Lys, His, Arg
Waarom denatureert pepsine niet in de maag
Pepsine bevat veel meer basische (+) aminozuren waardoor binding van H+ aan zure (-) juist voor balens zorgt
Wat is de pKa
De maat voor zuursterkte, hoe lager pKa hoe sterker het zuur en hoe dichter pH bij pKa hoe sterker pH-bufferende werking (hoe makkelijker het H+ afstaat)
Wat is de relatie tussen groepen (negatief of positief) en pKa
Negatief (zure) groepen bevinden zich in een omgeving met lage pKa
Positief (basische) groepen bevinden zich in omgeving met hoog pKa
Wat is het evenwicht tussen geconjugeerd zuur en zijn bases
HA -> H+ + A-
AH+ -> H+ + A
Waarbij AH= geconjugeerd zuur en A= gecon. base
Wat is de relatie tussen pH en pKa
pH=pKa is [A]/[HA]
Als er meer [A] is dan [HA] dan netto - geladen
Als er meer [HA] is dan [A] dan netto + geladen
Wat zijn tweewaardige(amino)zuren
Aminozuren met 2 zuurgroepen dus NH3+ en COOH
Wat is het pKa verschil tussen beide zuurgroepen
Respectievelijk NH3+=3, 4 en COOH=9,4
Wat wilt een laag pKa zeggen
Hoe lager de pKa hoe makkelijker een H+ wordt afgestaan
Wat is een zwitterion
Een ion die zowel positief als negatief geladen is waarvan de netto lading dus 0 is
Wanneer komt het zwitterion voor
Als de pH precies tussen de pKa van de zijgroepen ligt dus tussen 3,4 en 9,4
Wat is het iso-elektrisch punt
De pH waarbij de netto lading van een aminozuur 0 is, tussen 3,4 en 9,4 dus 6,4
Hoe bereken je het IEP
IEP= 1/2(pKa1 + pKa2)
Hoeveel zuurgroepen bevatten zure en basische eiwitten
Driewaardige zuren dus 3 zuurgroepen
Wat is het IEP van zure eiwitten
ongeveer 3,9 –> hoe meer zuurgroepen hoe lager
Wat is het IEP van basische eiwitten
ongeveer 9,4 –> hoe meer basischegroepen hoe hoger
Wat is het verschil in berekenen IEP tussen zure en basische eiwitten
Zure: IEP= 1/2(pKa1 + pKa2)
Basisch: IEP= 1/2(pKa2 + pKa3)
Wat zegt het IEP over een eiwit
Aantal zure aminozuren = aantal basische: IEP=6,5
Aantal zure aminozuren > aantal basische: IEP lager
Aantal zure aminozuren < aantal basische: IEP hoger
Wanneer is een eiwit positief of negatief geladen (IEP)
Als pH>IEP dan netto negatief
Als pH
Wat zijn de 4 hoofdlijnen in patientveiligheid
- Maken van fouten is menselijk
- Richtlijnen/protocollen
- Assertiviteit/professionaliteit
- Samenwerken
Wat is een complicatie
Ongewenst resultaat ondanks de beste zorg, mogelijke complicaties moeten aan patiënt gemeld worden
Wat is een incident
Ongewenst resultaat door fout in het proces, brengt kleine schade toe
Wat is een calamiteit
Ernstig ongewenst resultaat die gerelateerd kan worden aan kwaliteit van de zorg
Hoe wordt de tevredenheid van de patiënt bepaalt
beleving-verwachting
Hoe kan de tevredenheid van de patiënt omhoog
De beleving kan je niet veranderen dus als je de verwachting zo laag mogelijk houd dan veranderd dat weinig aan de tevredenheid
Hoe kunnen we van incidenten leren
- Melden
- Zorgvuldig analyseren
- Actie nemen naar aanleiding analyse
Hoe ontstaan fouten
- Beperkte geheugen capaciteit
- Beperkte denksnelheid
- Negatieve invloed stress
- Tunnel visie
- Negatieve invloed vermoeidheid en andere factoren
Hoe ontstaat een fout (Swiss cheese model)
lapse + slip + forgotten + omission = error
Wat is het Dunning-Kruger effect
Zonder kennis heb je het meeste zelfvertrouwen, maar hoe meer kennis en ervaring je krijgt, hoe minder zelfvertrouwen, pas als expert neemt dit weer toe