Week 7 psychiatrie en somatiek Flashcards

1
Q

farmacokinetiek?

A

: de vier fasen in het lichamelijk verwerkingsproces van een medicijn, vanaf het
moment van inname tot aan het moment van uitscheiding door het lichaam
1. . Toedieningsroute en absorptie
o Routes: orale, neus, longen (inhalatie), huid (transdermaal), rectaal (zetpillen),
injectie (s.c. of i.m.) of infusie (i.v.)
o Absorptie = de opname van een medicijn via de darmen
2. . Verdeling
o Hangt af van lichaamsgewicht
o Hangt af van de pompfunctie van het hart
3. . Metabolisme
o 1e deel: functionaliseringsreacties à het medicijn wordt omgezet in een
farmacologisch inactieve metaboliet
o 2e deel: conjugatiereacties à inactieve metaboliet wordt chemisch getransformeerd
tot een wateroplosbare stof
o Metabolisering vindt voornamelijk in de lever plaats
o Grapefruitsap en roken kunnen leiden tot interacties
4. . Excretie
o De uitscheiding van een medicijn uit het lichaam
o Kan plaatsvinden via de darmen of de nieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

farmacodynamiek?

A

beschrijft de werking van medicijnen in relatie tot de receptoren waar ze op
aangrijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

functionele klachten en functionele syndromen?

A

Functionele klachten = om aan te geven dat er naar de mening van de arts geen sprake is van een
somatische oorzaak voor de klacht en dat er dus een psychologische oorzaak zal zijn

Functionele syndromen = omschreven clusters van onverklaarde lichamelijke klachten
- Chronische-vermoeidheidssyndroom (CVS), prikkelbaredarmsyndroom, fibromyalgie,
chronisch whiplashsyndroom en burn-outsyndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

somatische symptoom stoornis?

A

samenspel van kwetsbaarheid, uitlokkende en in stand
houdende factoren van zowel biologische als psychosociale aard
o Cognitieve factoren, zoals verhoogde aandacht voor lichamelijke sensaties of
sensibilisatie voor pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

conversiestoornis?

A

maladaptieve persoonlijkheidskenmerken, vroege traumatisering en
actuele stress + aanwezigheid van een neurologische aandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ontoerekeningsvatbaar’?

A

= als iemand als gevolg van zijn psychische stoornis of gebrekkige
ontwikkeling absoluut niet in staat is geweest om anders te handelen dan hij deed tijdens het ten
laste gelegde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is het doel van forensische psychiatrie?

A

Het doel is ervoor zorgen dat het niet weer gebeurd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

pro justitia rapportage?

A

Iemand geestestoestand wordt onderzocht op het moment van de misdrijf. Dit doe je alleen bij ernstige misdrijven. De rechter kan dit aanvragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat kan de rechtbank allemaal?

A

De rechtbank kan:
- Straf opleggen
- Maatregelen (artikel 37, TBS)
Artikel 37: ene jaar gedwongen opname in kliniek maar moet gevaar voor maatschappij zijn.
TBS: ter beschikking stelling. 2 soorten dwangverpleging en met voorwaarden (thuis wonen).
- Combinaties van straffen en maatregelen
Gedeeltelijk ontoerekeningsvatbaar
Gedeeltelijk toerekeningsvatbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly