Week 7: Organizing capabilities for innovation Flashcards

1
Q

(6) – Jansen et al. (2005) – Managing potential and realized absorptive capacity: How do organizational antecedents matter?

Drie typen van combinatieve capabilities

A
  • Coordination capabilities
  • System capabilities
  • Socialization capabilities
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

(6) – Jansen et al. (2005) – Managing potential and realized absorptive capacity: How do organizational antecedents matter?

samenvatting

A

Deze study kijkt naar hoe organisatie ataecendets effect hebben op potentiele en gerealiseerde absorpative capaicity.

Resultaten laten zien dat organizational associated with coordination capabilities mechanisms (cross- functional interfaces, participation in decision-making, and job rotation) > verbeteren vooral een unit’s potentiele absorpative capacity.

Organizational mechanismen geassoiceerd met socialization capabilities (connectedness en socialisatie tactics) verbeteren vooral een units realized absorptive capacity

De turbilentie van een business omgeving heeft extra aandacht gekregen als kennis als een dominante source van competief voordeel. Om selectie druk te overleven moeten bedrijven externe kennis erkennen, assimileren en commericeel inzetten. Deze abjility ook wel genaamd ‘’ absorptieve capaciteit’’ is nu een onderliggend onderzoeks thema.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

(6) – Jansen et al. (2005) – Managing potential and realized absorptive capacity: How do organizational antecedents matter?

Potential absorptive capacity

Realized absorptive capacity

A

Potential absorptive capacity, which includes knowledge acquisition and assimilation, captures efforts expended in identifying and acquiring new external knowledge and in assimilating knowledge obtained from external sources.

Realized absorptive capacity, which includes knowledge transformation and exploitation, encompasses deriving new insights and consequences from the combination of existing and newly acquired knowledge, and incorporating transformed knowledge into operations.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

(6) – Jansen et al. (2005) – Managing potential and realized absorptive capacity: How do organizational antecedents matter?

Dimensions of absorptive capacity

A

Assimilation & Acquisition = Potentialabsorptive cap.

Transformation & Exploitation = Realizedabsorptive cap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

(6) – Jansen et al. (2005) – Managing potential and realized absorptive capacity: How do organizational antecedents matter?

Organizationalmechanisms + Coordinationcapabilities

A

Bestaat uit: cross functional interfaces, participation, job rotations

> Verbeteren Potential absorptive capacity (PACAP)

> Improve Dynamic environment because of flexibility

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

(6) – Jansen et al. (2005) – Managing potential and realized absorptive capacity: How do organizational antecedents matter?

Organizationalmechanisms + Socialization capabilities

A

Gaat over: connectedness and socialization

> Enhance Realizedabsorptive capacity (RACAP)

> Better suited for Stable environments - inability to change

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

(6) – Jansen et al. (2005) – Managing potential and realized absorptive capacity: How do organizational antecedents matter?

Organizationalmechanisms + System capabilities

A

Hoort bij: Formalization and routinization

> Mixed effects on PACAP and RACAP

  • Formalization vergroot niet een units PACAP
  • Routinalisatie heeft een negatieve invloed op transformatie onderliggend aan een een units RACAP
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

(6) – Jansen et al. (2005) – Managing potential and realized absorptive capacity: How do organizational antecedents matter?

findings

A
  • Belang van organizatie mechanime geassosieerd met socialisatie capabilities in RACAP
  • Verassend: Positief effect van connectedness in PACAP ( Assimilatie van nieuwe externe kennis)
  • Establishing van een dense network van relaties binnen in een unit is nodig voor units hun assimilatie, transformatie en explointatie van nieuwe kennis
  • Socialisatie tacktieken zitten acquisitie en assimilation van nieuwe externe kennis niet in de weg
  • Potentieel absorptive capacity geven organisatie units een strategisch advantages, zoals grotere flexibiliteit in het herconficugeren resources en effectieve timing van kennis deployment tegen een lagere prijs, dat wat nodig is om een competitief voordeel te houden
  • hoewel de gerealiseerde absorptiecapaciteit innovatie bevordert, kunnen de resulterende producten en diensten snel convergeren naar industriële normen en verouderd raken ten opzichte van de huidige omgevingsvraag > Wees selectief op het PACAP
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

(6) – Bianchi et al. (2016) – Organizing for inbound open innovation: How external consultants and dedicated R&D unit influence product innovation performance

Samenvatting

A

doel: of en hoe de organisatie van R&D de relatie tussen de verwerving van technologische kennis uit externe bronnen en de innovatieprestaties beïnvloedt.

Waarom? eerder onderzoek naar de kritische succesfactoren in R&D en NPD suggereren dat het formaliseren van R&D activiteiten en het creëren van sociale en persoonlijke banden om rijke communicatienetwerken tot stand te brengen twee belangrijke antecedenten (Ursachen) zijn voor superieure productinnovatie. Maar dit werd geanalyseerd in een gesloten innovatieparadigma (= bedrijven genereren en benutten technologische kennis voornamelijk binnen hun grenzen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

(6) – Bianchi et al. (2016) – Organizing for inbound open innovation: How external consultants and dedicated R&D unit influence product innovation performance

Inbound open innovatie (IOI)

A

Inbound open innovatie (IOI) = het verwerven van technologische kennis uit externe bronnen naast het intern genereren ervan

Inkomende open innovatie (IOI): Strategie om technologische kennis uit externe bronnen te verwerven om de innovatieprestaties te verbeteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

(6) – Bianchi et al. (2016) – Organizing for inbound open innovation: How external consultants and dedicated R&D unit influence product innovation performance

Two organizational mechanisms used to acquire technological knowledge

A
  1. Formal and external oriented > R&D Consultants

(involvement of R&D consultants in R&D activities)

  1. Formalized and internal oriented > R&D Unit

(Existence of a dedicated R&D unit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

(6) – Bianchi et al. (2016) – Organizing for inbound open innovation: How external consultants and dedicated R&D unit influence product innovation performance

External consultants > Reduce IOI

A

De betrokkenheid van externe consultants bij R&D-activiteiten versterkt het effect van inkomende open innovatie op de innovatieprestaties door de marginale voordelen van het verwerven van externe technologische kennis via R&D outsourcing te vergroten. Bovendien vermindert het het niveau van inkomende open innovatie, waarmee de hoogste innovatieprestaties overeenkomen.

  • Externe consultants maken het bedrijf gevoeliger voor de impact van veranderingen in het niveau van R&D outsourcing (verhoogt de elasticiteit van het Curvilineaire effect en vermindert de waarde van R&D outsourcing)
  • Vergroten van de vaardigheid van de lokale firma in scouting (sociaal netwerk en persoonlijke banden)
    *
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

(6) – Bianchi et al. (2016) – Organizing for inbound open innovation: How external consultants and dedicated R&D unit influence product innovation performance

Dedicated R&D team > Increase IOI

A

Het bestaan van een specifieke R&D-eenheid maakt het bedrijf minder gevoelig voor veranderingen in het niveau van inkomende open innovatie, door de beperkte voordelen van het verwerven van externe technologische kennis door middel van R&D-outsourcing, en verhoogt het niveau van inkomende open innovatie, waarmee de hoogste innovatieprestaties overeenkomen.

  • Toegewijde R&D-eenheden verminderen de gevoeligheid van de innovatieprestaties van een bedrijf in het niveau van R&D-uitbesteding. Hiermee kan de onderneming de typische nadelen van uitgebreide IOI beter aanpakken.
  • Vermindert de gevoeligheid van organisatorische veranderingen in het niveau van R&D outsourcing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

(6) – Bianchi et al. (2016) – Organizing for inbound open innovation: How external consultants and dedicated R&D unit influence product innovation performance

Moderating effecten afbeeldingen

A

Moderating effect 1 =Elasticity

Moderating effect 2 =Horizontal tipping point

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

(6) – Bianchi et al. (2016) – Organizing for inbound open innovation: How external consultants and dedicated R&D unit influence product innovation performance

methode

A
  • longitudinal data from Spanish Business Strategy Survey (annual survey conducted by the Spanish Ministry of Industry, Tourism and Commerce)
  • created a baseline model (equation) which is then modified: → includes only direct effect of the 2 R&D organizational mechanisms on product inn. performance
  • 2 different operationalizations to test one the moderations caused by the 2 mechanisms:

1. Moderation Effect 1:

a. refers to effect that the moderating variable has on the elasticity of the inverted-U IOI-performance curve

2. Moderation Effect 2:

a. refers to the effect of the moderating variable on the horizontal positioning of thetipping point of the curve

positive Moderation effect 1 = increase in the level of R&D outsourcing leads to a stronger improvement of product innovation performance when the firm uses a specific organizational mechanism.

positive Moderation effect 2 = by using a specific organizational mechanism, the firm starts experiencing the negative effects of IOI on product innovation performance at higher levels of R&D outsourcing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

(6) – Bianchi et al. (2016) – Organizing for inbound open innovation: How external consultants and dedicated R&D unit influence product innovation performance

Conclusie

A

De analyse toont aan dat deze focus op middelen als antecedenten van absorptiecapaciteit niet voldoende is. In plaats daarvan, hangt absorptiecapaciteit sterk af van de adoptie van geschikte R&D-organisatiemechanismen die de capaciteiten beïnvloeden die nodig zijn om externe technologische kennis om te zetten in nieuwe producten (Zahra en George, 2002). Dit document identificeert conceptueel deze capaciteiten en stelt voor dat zij verschillend door verschillende organisatorische mechanismen kunnen worden beïnvloed. De resultaten voor geformaliseerde versus informele mechanismen informeren het groeiende lichaam van op capaciteit-gebaseerde studies in verschillende management settings, bijvoorbeeld, nieuwe productontwikkeling en alliantiemanagement, over de noodzaak om rekening te houden met de heterogeniteit van R&D-organisatie en voor haar differentiële rol in capaciteitsontwikkeling.
-

Externe consultants:

    • maakt het bedrijf gevoeliger voor de impact van veranderingen in het niveau van R&D uitbesteding (toename van de in tabel 1 genoemde capaciteiten)
    • uitbreiding van het kennisoverdrachtproces = maak het meeste uit de verworven kennis. technologische KL & het bereiken van de hoogste innovatieprestaties op lagere niveaus van R&D outsourcing

specifieke R&D-afdeling:

    • vermindert de gevoeligheid van de innovatieprestaties van het bedrijf voor veranderingen in het niveau van Uitbesteding van onderzoek en ontwikkeling
    • vermindert de marginale voordelen van O&O-uitbesteding en verhoogt tegelijkertijd het niveau van Uitbesteding van O&O, waarna het effect ervan op de productinnovatie negatief wordt (omslagpunt)
    • beter in te spelen op de typische nadelen van uitgebreide IOI (lagere KL-geschiktheid, verlies van controle over kerncompetenties)
    • ondersteunt het creëren van geformaliseerde routines die het acquisitieproces regelen technologische kennis van externe bronnen (=meer IOI doen zonder te lijden onder de negatieve effecten ervan)

- gecombineerd gebruik geen significant effect op de IOI-prestatieverhouding!

Implicaties:

Implications research

  • curvilinear relationship is generalizable
  • highlights importance of formalizing R&D activities + creating social and personal ties to establish rich communication networks
  • absorptive capacity strongly depends on the adoption of appropriate R&D organizational mechanisms that influence the capabilities needed to transform external technological knowledge into new products

Implications for Managers

  • no overacquiring of external technological knowledge → optimal level of expenditures for R&D outsourcing exists
  • involving external consultants more appropriate for firms with relatively low levels of R&D outsourcing expenditures that want to increase their product innovation performance on an ad hoc basis
  • dedicated R&D unit more appropriate for firms that have significant expenditures for R&D outsourcing + need to manage a constant and extensive flow of technological knowledge coming from external sources
17
Q

6) - Zhou & Wu (2010) – Technological capability, strategic flexibility and product innovation

Samenvatting

A

Dit artikel onderzoekt de rol van technologische capaciteit in productinnovatie. Om innovatie te ontwikkelen, investeren bedrijven zwaar in de opbouw van technologische capaciteiten. Nochtans, biedt de bestaande literatuur tegenstrijdige meningen betreffende of dergelijke capaciteit opbouwen tot meer exploratieve of exploitatieve innovaties leidt. De tegenstrijdige opvattingen bestaan vanwege twee verschillende theorieën - de ene is van absorptie capacity en de andere is van organisatorische inertietheorie (Traagheid). Voortbouwend op deze twee theorieën stellen de auteurs voor dat technologisch vermogen curvilineaire en differentiële effecten heeft op uitbuitende en exploratieve innovaties. De centrale onderzoeksvraag van dit artikel is dus: ‘Een bedrijf dat zich inzet voor technologische ontwikkeling leidt tot meer exploitatie of exploratie van innovaties’.

18
Q

6) - Zhou & Wu (2010) – Technological capability, strategic flexibility and product innovation

Absorptive capacity

A

Absorptief vermogen: het vermogen om de waarde van nieuwe informatie te herkennen, te assimileren en toe te passen voor commerciële doeleinden

19
Q

6) - Zhou & Wu (2010) – Technological capability, strategic flexibility and product innovation

Organizational inertia:

A

Organisatorische inertie: stabiliteit in producten, processen en beleid dat ten grondslag ligt aan de ontoereikende aanpassing aan veranderende omgevingen

20
Q

6) - Zhou & Wu (2010) – Technological capability, strategic flexibility and product innovation

Strategic flexibility

A

het vermogen van het bedrijf om organisatorische middelen, processen en strategieën te herconfigureren om met omgevingsonzekerheden om te gaan. Bedrijven hebben een flexibele structuur, modulair ontwerp en cultuur die een snelle inzet van resources mogelijk maken.

21
Q

6) - Zhou & Wu (2010) – Technological capability, strategic flexibility and product innovation

Exploitation vs Exploration in structure

A

Exploitation favours mechanistic structure

  • To maintain stability and improve efficiency

Exploration favours organic structure

  • Increase the amount of experimentation and adaption
22
Q

6) - Zhou & Wu (2010) – Technological capability, strategic flexibility and product innovation

Resultaten

A

(a) Technological capabilityfosters exploitationat an accelerating rate
(b) Technological capabilityhas an inverted U shape with exploration, high level of technological capability impedes explorative innovations

àBecause, they overlook emerging technologies form new territories, and become unable or unwilling to migrate. Also, inertia decreases intentions to explore.

(c) Strategic flexibilitystrengthens the positive effectsof technological capability on exploration. When the strategic flexibility is high, greater technological capability is associated with more explorative innovation
* (Strategic Flexibility such as designing flexible organizational structures such as business units with self-organizing teams, developing flexible manufacturing processes with modular product design, and maintaining an organizational culture that facilitates the rapid development of resources to deal with abrupt environmental changes

Dus:

  • Technologisch capability bevordert organisatie leren en genereert productinnovaties
  • Strategische flexibiliteit is het ene type van dynamisch vermogen dat bedrijven in staat stelt om het potentieel van hun technologische mogelijkheden te bereiken. Strategische flexibiliteit overwint organisatorische inertie
23
Q

6) - Zhou & Wu (2010) – Technological capability, strategic flexibility and product innovation

Resultaten (lang)

A

De bevindingen dragen op twee belangrijke manieren bij aan de bestaande literatuur. Ten eerste geven de bevindingen een genuanceerder inzicht in de curvilineaire effecten van technologische mogelijkheden op exploitatie en exploratie. Ten tweede bevorderen ze de bestaande literatuur door empirisch voor te stellen en te bevestigen dat strategische flexibiliteit bedrijven met superieure technologie helpt om hun exploratie in stand te houden. Ondertussen, in termen van bestuurlijke implicaties, moeten bedrijven zich bewust zijn van de beperkingen van hun bestaande mogelijkheden in productinnovaties. Bijvoorbeeld, zouden de firma’s met een sterk technologisch vermogen moeten begrijpen dat hoewel hun technologische bekwaamheid zeer hun productuitbreiding en verfijning verbetert, het hen in bestaande technologische banen kan opsluiten, hen binnen met bestaande klanten sluiten, en hen verhinderen nieuwe optie te onderzoeken. (Bedrijven zoals Nokia, Polaroid en Kodak, enz.) Om dergelijke uitdagingen te overwinnen, moeten technologie-geschikte bedrijven strategische flexibiliteit in hun toewijzing en coördinatie van middelen ontwikkelen. Flexibiliteit in de toewijzing van middelen en productontwerp stelt het bedrijf in staat om nieuwe technologieën te gebruiken en te experimenteren met verschillende productvariaties (Worren, Moore, en Cardona, 2002). Flexibiliteit in de coördinatie tussen de business units ontspant de routinematige inertie, wat het bedrijf helpt zijn geïnstitutionaliseerde technologische processen af te breken en nieuwe alternatieven te verkennen (Gilbert, 2005). Deze flexibiliteit stimuleert een grotere verkenning van nieuwe technologieën en markten, wat bedrijven kan helpen om aan de competentieval te ontsnappen.