Week 2: : Organizing Knowledge for Innovation Flashcards

1
Q

(1) – Grioriou & Rothaermel (2017) – Organizing for knowledge generation: Internal knowledge networks and the contingent effect of external knowledge sourcing

This article is focusing on challenges that firms from the high-tech industry are facing due to
technological change.

The authors are giving a specific attention on how knowledge sources should be organized and chosen
to generate efficiently new knowledge.

The main research question is: How effective is external knowledge sourcing under different internal
knowledge generation regimes?

A

their core argument is as follows:

“If incumbents already possess a strong potential for internal knowledge recombination or a high level of coordination costs in the internal knowledge generation process, then external sourcing (either via alliances and/or acquisitions) will be less effective in delivering the necessary new knowledge generation”

Empirically, they examine the activities of 106 incumbent firms in their effort to adapt to the new biotechnology paradigm over a period of 25 years.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

(1) – Grioriou & Rothaermel (2017) – Organizing for knowledge generation: Internal knowledge networks and the contingent effect of external knowledge sourcing

Hoe creeeren bedrijven kennis ontwikkeling?

A
  • Interne ontwikkeling
  • External sourcing (incl. alliances and acquisitions)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

(1) – Grioriou & Rothaermel (2017) – Organizing for knowledge generation: Internal knowledge networks and the contingent effect of external knowledge sourcing

Leg H1 uit:
H1: de interactie tussen externe kennisbronnen en interne kennisnetwerken gekenmerkt door een hoog recombinatief potentieel is negatief.

A
  • De auteurs beargumenteren dat als een bedrijf intern hoge clustering heeft en een gemiddelde path lengte, dat het bedrijf een significante potentie heeft om in de toekomst kennis te hercombineren. Hierdoor zou externe sourcing minder effectief zijn, omdat het bedrijf effectief intern nieuwe kennis kan genereren.
    • High clustering: De omstandigheid dat bedrijven een relatief grote groep van individuele laten samenwerken om kennis te generen, de kans op verdere kennis hercombinatie vergroot.
    • The average path length: De gemiddelde afstand tussen enige twee actoren in het netwerk. Een lange afstand beteknd dat de individuen werken in erg diversie en ongerelateerde kennis gebieden. Dit vergroot ook verder de kans op nieuwe kennis hercombinaties in de toekomst.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

(1) – Grioriou & Rothaermel (2017) – Organizing for knowledge generation: Internal knowledge networks and the contingent effect of external knowledge sourcing

Leg H2 uit:

H2: de interactie tussen externe kennisbronnen en interne kennisnetwerken gekenmerkt door hoge coördinatiekosten is negatief.

A

Alse een bedrijf een intern kennis netwerk heeft, welke word gecharacteriseerd door hoge cordinatie kosten, dan zal extern sources minder effectief worden. Dit komt doordat extern sources significant zal bedrijgane aan de ‘‘coordination burden’’ (last) en teniet doen van enig voordeel van extern sources.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

(1) – Grioriou & Rothaermel (2017) – Organizing for knowledge generation: Internal knowledge networks and the contingent effect of external knowledge sourcing

Results

a. Internal Recombinative Potential
b. Coordination Costs

A

a. Internal Recombinative Potential

  • Als de mate waarin een bedrijf potentieel intern kan hercombineren laag is, dan hebben alliances oftewel, externe bronnen een sterk positief effect.
  • Als de mate waarin een bedrijf potentieel intern kan hercombineren Hoog is, dan hebben alliances oftewel, externe bronnen geen effect.

b. Coordination Costs

  • Als de coordinatie kosten laag zijn, dan hebben alliances, dus externe bronnen, een sterk positief effect.
  • Als de cordiantie kosten hoog zijn, dan kunnen alliances, dus externe bronnen, zelfs schadelijk zijn
  • Als coordinatie kosten laag zijn dan kan acquisitie, dus externe bronnen een positief effect hebben
  • Als coordinatie kosten hoog zijn, dan kan acquisistie, dus externe bronnen, juist de ability om nieuwe kennis te genereren verminderen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

(1) – Grioriou & Rothaermel (2017) – Organizing for knowledge generation: Internal knowledge networks and the contingent effect of external knowledge sourcing

Hyptothese conclusies:

A
  • H1: Strong support
    • If the firm already has the capability to produce internal knowledge, then the external sourcing can become a substitute, which diminishes the positive knowledge effect
  • H2: Supported
    • If the firms already has high coordination costs, then external sourcing would be less effective, because with would simply add to the coordination burden

Characterstieken diep binnen in het bedrijf, zoals hun potentieel voor nieuwe kennis maken en de daaraan verbonden cordinatie kosten zijn belangrijke factoren in het beinvloeden of intern of exeterne sourcing mechanismen complementerend of vervangend zijn voor elkaar.

Ook, als een gevestigd bedrijf intern kennis kan genereren, dan kan elke vorm van extern sourcing er toe leiden dat nieuwe kennis genereatie mogelijk wordt vervangen voor kennis paden voorgedragen door interne ontwikkeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Article 2: Social Structure of Coopetition within a Multiunit
Organization: Coordination, Competition, and
Intraorganizational Knowledge

Doel van artikel en hoofdvraag

A

Het doel van het paper is het onderzoeken van de effectiviteit van coordinatie mechanisme op kennis deling in intraorganizationele netwerken, die zowel bestaan uit samenwerkende als competitieve ties onder orgazitionele unites

research question: how do formal hierarchical structure and informal lateral relations influence knowledge sharing + how does interunit competition moderate the association between such coordination mechanisms and knowledge sharing in a large, multi-unit company.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Article 2: Social Structure of Coopetition within a Multiunit
Organization: Coordination, Competition, and
Intraorganizational Knowledge

Wat is Coopetitie?

A

Coopetition = simultaneously cooperative and competitive behavior

Organizationele units houden van leren en voordeel van elkaar hebben, dus Kennis deling > algemene belangen. Maar ze moeten ook competen voor interne resoruces en het externe markt aandeel (dus andere units outperforman)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Article 2: Social Structure of Coopetition within a Multiunit
Organization: Coordination, Competition, and
Intraorganizational Knowledge

Organizational capability (according to organizational-capability view) =

A

De mate waarin kennis van verschillende onderdelen van een organisatie kunnen worden aangewend (harnessed), gedeelt en geintergreerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Article 2: Social Structure of Coopetition within a Multiunit
Organization: Coordination, Competition, and
Intraorganizational Knowledge

Organizational coordination en twee types zijn =

A

Integrating or linking together different parts of an organization.

2 types of coordination:

  1. formal hierarchical structure
  2. informal lateral relations
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Article 2: Social Structure of Coopetition within a Multiunit
Organization: Coordination, Competition, and
Intraorganizational Knowledge

Research Setting and Hypotheses

A

H1: De mate van centralisatie is negatief geassocioseerd met de mate van intraorganizational kennis deling (Supported) [formal hierarchical structure]

H2: De mate van sociale interactie tussen organizitionele units is positief geassocieerd met de mate van intra-organizational kennis deling (Supported) [informal lateral relations]

H3: Centralisatie is meer negatief geassocieerd met kennis deling tussen organizational units die strijden met elkaar dan met units die niet met elkaar competen. (Not Supported)

H4: Sociale interactie is meer positief geassocieerd met kennis deling tussen organisatie unites die met elkaar competen dan tussen units die niet met elkaar competen (Supported)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Article 2: Social Structure of Coopetition within a Multiunit
Organization: Coordination, Competition, and
Intraorganizational Knowledge

Research Setting and Hypotheses + toelichting

A

H1: De mate van centralisatie is negatief geassocioseerd met de mate van intraorganizational kennis deling (Supported) [formal hierarchical structure]

  • Hierarchische structuur van interne organisatie is primair gebouwd op centeralisatie van authority in relaties, waar coordinatie is bereikt door verticaal opgelegde bureacratische processen
  • Centralisatie kan voor inefficiency zorgen omdat overdracht van kennis van individuele unit naar coperate hoofdkantoor gevoellig is voor errors en dus foute besluitvorming.

H2: De mate van sociale interactie tussen organizitionele units is positief geassocieerd met de mate van intra-organizational kennis deling (Supported) [informal lateral relations]

  • Informele laterale relaties, cordineren activiteiten over/ door de verschillende organisatie units heen + verbeteren het ontwerp van de formele organisatie.
  • Sociale interacties bieden kanalen voor informatie uitwisseling van leden van een sociale organisatie.

H3: Centralisatie is meer negatief geassocieerd met kennis deling tussen organizational units die strijden met elkaar dan met units die niet met elkaar competen. (Not Supported)

-

H4: Sociale interactie is meer positief geassocieerd met kennis deling tussen organisatie unites die met elkaar competen dan tussen units die niet met elkaar competen (Supported)

  • Strijdende units hebben een sterke incentive om elkaar te bergrijpen, willen ontdekken wat compitie denkt en hoe ze denken zo dat ze zichzelf kunnen benchmarken + kunnen voorbereiden voor de consequencies van competitie (extensieve overdracht van eigendoms (proprietary) kennis is aannemlijk tussen competitors.
  • Om synergy voordelen te bereiken tussen competing units, zijn informele coordinatie mechanisme nodig omdat ze vertrouwen genereren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Article 2: Social Structure of Coopetition within a Multiunit
Organization: Coordination, Competition, and
Intraorganizational Knowledge

Methods

A
  • large, multinational company within petrochemical operations
  • 24 business units diversified into many businesses (plastic rawmaterials, plastic secondary processing, fibers and textiles…)
  • questionnaire survey at two points in time (1996 & 1998)
  • additional data for statistical analysis

2 tests:

    1. examine relationship between coordination mechanisms and interunit knowledge sharing
    1. examine whether the strength of the association between sharing depended on conditions of inter-unit competition.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Article 2: Social Structure of Coopetition within a Multiunit
Organization: Coordination, Competition, and
Intraorganizational Knowledge

Main findings/ Discussion

A
  1. Formal hierarchical structure represented by centralization shows a negative impact on intra-firm knowledge sharing. The more control the headquarters exercised on subunits, the less the subunits were willing to share knowledge with others.

Hoge identificeerbare kosten:

  • Hoofdkantoor bemoeid teveel of inappropriatelty
  • Meer tijd en moeite wordt er gestoken in het beinvloeden van activiteiten, met als resultaat vermindering van organisatie productiviteit.
  • Slechte besluitvorming als resultaat van distortion van informatie van activiteiten
  • Minder efficiency omdat de organisatie zijn structuur en beleid aanpast om controle op de activiteiten te vergroten.

= een ineffectieve manier van coordineren.

De resultaten bevestigen de modererende rol van externe markt competitie. De associatie tussen cordinatie en intra-firm kennis deling was significant versterkt bij externe markt competitie. Centralisatie verminderde interunit kennis deling, als markt competitie bestond tussen units.

  • Decentralisatie en sociale interactie zijn belangrijk in het aanmoedigen van kennis flows tussen units die competen met elkaar op de markt.

But, No moderating effect op interne resource competitie:

  • In een diversified bedrijf vinden business units kennis van hun interne resource competition misschien niet interresant omdat er verschillend toepassingen zijn voor de resoruces, en het gaat om verschillende soorten kennis.
  • Kennis van markt competitie is relevanter omdat die unites strijden om dezelfde externe omgevings dynamiek.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Article 2: Social Structure of Coopetition within a Multiunit
Organization: Coordination, Competition, and
Intraorganizational Knowledge

Conclusion

A
  1. Formele en informele coordinatie mechanismen beinvloeden intrafirm kennis deling
  2. De organisatie capability view moet ook de moderende rol van intraorganisationele competitie omhelzen
  3. Interunit kennisdeling kan de capabilities vna de gehele organisatie verbeteren door collectief leren en synergy voordelen
  4. Centralisatie heeft een significant negatief effect op kennisdeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Zhou, K. Z., & Li, C. B. (2012). How knowledge affects radical innovation: Knowledge base, market knowledge acquisition, and internal knowledge sharing. Strategic Management Journal, 33(9), 1090-1102.

Purpose and research question

A

bestudeerd hoe bestaande kennis basis (breedte en diepte) interacten met kennis intergratie mechanismen (externe markt kennis acquisitie en interne kennis deling) effect hebben op radicale innovatie / hoe de externe markt kennis acquisitie en interne kennis deel condities het effect van de kennis basis op radicale innovatie

17
Q

Zhou, K. Z., & Li, C. B. (2012). How knowledge affects radical innovation: Knowledge base, market knowledge acquisition, and internal knowledge sharing. Strategic Management Journal, 33(9), 1090-1102.

B. Research setting & Hypotheses

KL breadth

KL depth

A

Knowledge breadth = the extent to which the firm’s Knowledge repository contains distinct and multiple domains

Knowledge depth = the level of sophisticated and complexity of Knowledge content

Knowledge breadth en depth zijn twee distinctieve dimensisies van de kennis base die zowel de structuur als de content bloodleggen van de kennis dat een bedrijf heeft.

Effecten op radicale innovatie van kennis breadth and depth zijn gerelateerd aan de market kennis acquisitie (extern) en kennis deling (intern) op tegenstelde manieren:

  • Breedde kennis basis –> radicale innovatie door interne kennis deling (‘kaleidoscopic thinking’)
  • Diepe kennis basis –> radicale innovatie door markt kennis acquisitie
18
Q

Zhou, K. Z., & Li, C. B. (2012). How knowledge affects radical innovation: Knowledge base, market knowledge acquisition, and internal knowledge sharing. Strategic Management Journal, 33(9), 1090-1102.

B. Research setting & Hypotheses

KBV:

A

Nieuw product product creativiteit is premair een functie van een bedrijfs ability to manage, maintain en creeeren van kennis. Recent onderzoek toont aan dat een bedrijfs kennis basis vertegenwoordigd is zijn meest unique resource voor radicale innovatie ontwikkeling.

According to the KBV, a firm’s existing knowledge base alone is not sufficient for new product development → Kennis intergratie mechanismen zijn nodig om te vatten, interpreteren en uitzetten van kennis bronnen (to capture, interpret, and deploy knowledge resources). Twee dingen

  • Externe intergratie mechanismen: markt kennis acquisitie –> faciliteerde de absorptie van critische kennis van externe markt bronnen
  • Interne intergratie mechanismen: Kennis deling (verspreiding en synthese) van individuele en organisatie bezitte kennis door gevestigde processen en routines
19
Q

Zhou, K. Z., & Li, C. B. (2012). How knowledge affects radical innovation: Knowledge base, market knowledge acquisition, and internal knowledge sharing. Strategic Management Journal, 33(9), 1090-1102.

B. Research setting & Hypotheses

Wat zijn de twee requirements die vervult moeten worden om radicale innovatie te ontwikkelen?

A
  1. Generen van ‘'’breakthrough ideas’’
  2. Het impelementeren van deze ideeen in commericele technologie door resources synthesis en utiliseren ( gebruik maken van)
20
Q

Zhou, K. Z., & Li, C. B. (2012). How knowledge affects radical innovation: Knowledge base, market knowledge acquisition, and internal knowledge sharing. Strategic Management Journal, 33(9), 1090-1102.

Hypotheses

A

H1: A firm with a broad knowledge base benefits more from knowledge sharing than from market knowledge acquisition for fostering its radical innovation. (supported)

H2: A firm with a deep knowledge base benefits more from market knowledge acquisition than from knowledge sharing for fostering its radical innovations.

21
Q

Zhou, K. Z., & Li, C. B. (2012). How knowledge affects radical innovation: Knowledge base, market knowledge acquisition, and internal knowledge sharing. Strategic Management Journal, 33(9), 1090-1102.

H1: A firm with a broad knowledge base benefits more from knowledge sharing than from market knowledge acquisition for fostering its radical innovation. (supported)

A

A firm with broad KL has accumulated know-how across a variety of disciplines and heterogeneous market domains through its extensive KL exploration. Because the firm already has information about heterogeneous market segments, the marginal benefits of additional market KL acquisition for generating breakthrough ideas decline. The inflow of overlapping market information likely brings in ideas for minor refinement or extension of existing KL, but not the discovery of breakthrough ideas for radical innovation.

Knowledge sharing offers the potential for new, truly innovative combinations of knowledge by evoking a ‘kaleidoscopic thinking’: when a firm’s knowledge base comprises diverse domains, the firm needs a good ‘shake’ to create a new perspective on its existing pieces of knowledge. Just like a kaleidoscope, the same fragments form completely new patterns when shaken. For the idea implementation stage, additional information acquired from the external market can lead to information overload for a firm with broad knowledge. Moreover, the complexity of managing a variety of knowledge and their relationships makes it difficult to utilize diversified know-how. Without a sufficient understanding and full utilization of acquired knowledge, incremental improvement and refinement, but not the development of true breakthroughs, is more likely. Through increased interactions and knowledge exchange, individual members of different functions recognize how others’ know-how bears on their own work and how to synthesize it to serve the common goal of radical innovation creation.

22
Q

Zhou, K. Z., & Li, C. B. (2012). How knowledge affects radical innovation: Knowledge base, market knowledge acquisition, and internal knowledge sharing. Strategic Management Journal, 33(9), 1090-1102.

H2: A firm with a deep knowledge base benefits more from market knowledge acquisition than from
knowledge sharing for fostering its radical innovations.

A

A firm with a deep knowledge base has accumulated thorough experience and know-how about existing technologies and markets. Internal knowledge sharing can further synthesize individually held know-how and help construct a deeper and more refined understanding of its existing knowledge. However, such refined expertise likely prompts more incremental improvement but not rule-breaking ideas for radical innovation.

Market knowledge acquisition instead helps expand the scope of information search beyond existing customers or markets. Moreover, by integrating knowledge from potential markets into its deep understanding of current segments, the firm may detect future market trends and invest accordingly to explore them. To overcome such organizational inertia, firms must actively learn from external market players. Market knowledge acquisition provides access to diverse knowledge domains, such as from competitors or suppliers, distinct modes of reasoning, and varied problemsolving approaches. Exposure to these different approaches pushes the firm to take a renewed look at cause-and-effect understanding, question existing cognitive structures, and uncover current competence deficiencies.

23
Q

Zhou, K. Z., & Li, C. B. (2012). How knowledge affects radical innovation: Knowledge base, market knowledge acquisition, and internal knowledge sharing. Strategic Management Journal, 33(9), 1090-1102.

C. Methods

A
  • 2 studies
    1. sample of 500 high technology companies in Yangtze River Delta, China
    1. Yangtze River Delta, longitudinal design, similar approach as in 1
      Organizing for Innovation Summary 10
  • Chinese managers as key informants (interviews)
  • questionnaire
24
Q

Zhou, K. Z., & Li, C. B. (2012). How knowledge affects radical innovation: Knowledge base, market knowledge acquisition, and internal knowledge sharing. Strategic Management Journal, 33(9), 1090-1102.

D. Discussion en resultaat

A

Dit paper draagt bij door voor te stellen dat de role van Kennis breedte en diepte critisch afhankelijk is van externe en interne kennis intergratie mechanismen.
H1:

firm met breede kennis basis → radical innovatie door interne kennis deling, → externe kennis acquisition is counter productief
H2:

firm met een diepe kennis basis → radicale innovatie door verbeteren markt kkennis acquisitie,→ kennis deling versterkt bestaande xerptise welke zorgt voor inertia en dit voorkomt radicale innovatie. Hierdoor vindt juist incremental innovatie plaats.

De resultaten suggereren het belang van dat er een ‘‘fit’’ moet zijn tussen de bestaande kennis basis en de manier waarop een bedrijf kennis intergreerd.

Veel literatuur op radicale innovatie zegt dat dit vaak beter buiten het bedrijf vergaard word → Maar het blijkt dat dit maar deels klopt, want: Vergaarde markt kennis complementeerd diepe kennis, maar substituut voor breede kennis in radicale innovatie ontwikkeling.

Dus: Managers zouden hun kennis intergratie mechanismen moeten aanpassen om te passen bij de bestaande kennis basis (diepte vs breedte) van het bedrijf.

Manager should adjust their knowledge integrations mechanisms to fit with their existing firm
knowledge base (depth vs. breadth).