Week 6 Flashcards

1
Q

Stappenplan

A
  1. Onderneming?
    > Höfner
  2. Economische machtspositie op wezenlijk deel van de interne markt
    * Relevante markt?
    - Relevante productmarkt:
    Bekendmaking Commissie; onderling verwisselbaar
    > Vraagzijde: als een product iets duurder wordt, stapt de consument dan over? (SNIPP-test en United Brands)
    > Aanbodzijde: is het voor een producent mogelijk/relatief eenvoudig om over te stappen op het maken van een ander product?
  • Relevante geografische markt (Bekendmaking Commissie): mededingingsvoorwaarden voldoende homogeen (United Brands) –> per lidstaat
  • Machtspositie
    1. Marktaandeel [AKZO]
    □ 100% = monopolie = (super) machtspositie
    □ ≥50% = presumptie van machtspositie (kan weerlegbaar zijn)
    □ 40% - 50% + andere factoren (merknaam, tech voorsprong, financiële positie) = machtspositie
    □ <40% ≠ machtspositie (tenzij…)
  1. Toetreding
  2. Kopersmacht
  3. Misbruik?
    * Uitbuitingsmisbruik: uitbuiten van consumenten
    - Excessieve of discriminatoire prijzen
  • Uitsluitingsmisbruik: uitsluitend van concurrenten
  • Roofprijzen
  • Koppelverkoop
  • Leveringsweigering
  • Discriminatoire prijzen
  • Voorkomen Parallele Handel
  1. Invloed tussenstaatse handel [Consten & Grundig, CIE]
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Artikel 102

A

“Onverenigbaar met de interne markt en verboden, voor zover de handel tussen lidstaten daardoor ongunstig kan worden beïnvloed, is het, dat een of meer ondernemingen misbruik maken van een machtspositie op de interne markt of op een wezenlijk deel daarvan”

-> Principieel verbod op misbruiken van marktmacht, maar verkrijgen of hebben van marktmacht niet verboden -> want wil concurrentie bevorderen, want het verkrijgen van marktmacht neigt ondernemingen om te concurreren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verhouding 101 & 102 VWEU

A
  • Art. 101 - collusie meerdere ondernemingen v Art. 102 (vaak) gedrag één onderneming
  • Bepalingen hebben rechtstreekse werking
  • Gedecentraliseerde handhaving van zowel art. 101 als 102 VWEU: Vo 1/2003
  • Bepalingen hebben enkele dezelfde toepassingsvoorwaarden
    (‘onderneming’ + ‘ongunstige beïnvloeding interstatelijke handel’)
  • Bepalingen kunnen op hetzelfde gedrag van toepassing zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

United Brands

A

“de in dit artikel bedoelde machtspositie betrekking heeft op een economische machtspositie van een onderneming, die deze in staat stelt de instand­­houding van een daadwerkelijke mededinging in de relevante markt te ver­­hinderen doordat zij sterk genoeg is zich in belangrijke mate onafhankelijk van haar concurrenten, afnemers en uiteindelijk de consumenten te gedra­­gen”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Positie(s) op relevante market (market aandelen) AZKO

A
  • Absoluut:
    □ 100% = monopolie = (super) machtspositie
    □ ≥50% = presumptie van machtspositie (kan weerlegbaar zijn)
    □ 40% - 50% + andere factoren (merknaam, tech voorsprong, financiële positie) = machtspositie
    □ <40% ≠ machtspositie (tenzij…)
  • Relatief groot/klein t.o.v. concurrenten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Toetredingsdrempels – Potentiële Concurrentie

A

Is toetreding binnen afzienbare tijd toekomstige concurrenten mogelijk? (schaalvoordelen, essentiële technologie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kopersmacht

A

Onderhandelingsmacht van afnemers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

“op de interne markt of op een wezenlijk deel daarvan”

A
  • Excl. lokale machtsposities
  • Lidstaat = wezenlijk deel van de interne market
  • Gaat om ‘economisch gewicht’: Kleine geografische gebieden kunnen ook wezenlijk deel van de interne markt vormen
    -> (lucht)havens: handelsvolume
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Roofprijzen

A
  • Op korte termijn bewust verlies lijden of winst derven om concurrenten uit de markt te duwen, om vervolgens prijs op te drijven en grotere winsten te maken
  • Standaardtest AKZO:
  • P < GVK = misbruik (per se presumptie)
  • P > GVK maar P< GTK + bewijs opzet + uitsluitingseffect = misbruik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Koppelverkoop

A
  • Afnemers die product kopen (koppelende product), moeten ook ander product van die producent afnemen (gekoppelde product).
  • Misbruik als:
  • Machtspositie op koppelende product markt
  • Koppelende en gekoppelde product zijn twee afzonderlijke producten
  • Afnemers worden gedwongen om gekoppelde product met koppelend product af te nemen
  • Koppelverkoop moet tot concurrentieverstorende afscherming dreigen te leiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leveringsweigering

A
  • Afweging met commerciële vrijheid: ook onderneming met machtspositie moet vrijelijk handelspartners kunnen kiezen
  • Exceptioneel type misbruik – Essentiele Faciliteiten (‘Essential Facilities’) -> weigert essentiële levering
    > Bij bepaalde octrooien ofzo kan je zeggen dat het een essential facility is, van noodzaak dat hij kan toetreden

Leveringsweigering is misbruik, indien (Oscar Bronner):
1. De input (facility) is onontbeerlijk (‘objectief noodzakelijk’)
2. Weigering heeft uitsluitingseffect: uitschakeling daadwerkelijke mededinging downstream markt
3. Geen objectieve rechtvaardiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Discriminatoire Prijzen

A
  • Artikel 102, sub c VWEU: “het toepassen ten opzichte van handelspartners van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties, hun daarmede nadeel berokkend bij de mededinging”
  • Hetzelfde goed of dienst tegen verschillende prijzen verkopen aan verschillende klanten ondanks identieke kosten (of tegen dezelfde prijs ondanks verschillende kosten)
  • Misbruik als prijsdiscriminatie leidt tot ‘een nadeel bij de mededinging’ (MEO)
  • Meer dan enkel ‘nadeel’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voorkomen Parallelle Handel

A
  • Markt Integratie Doel -> één grote markt in Europa
  • Verschillende manieren om parallelle handel tegen te gaan:
  • Leveringsweigering (UB – ‘Groene bananenclausule’ verbod doorverkoop groene bananen)
  • Andere manieren… AB Inbev (Labels)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A
  • Beoordeel substitueerbaarheid aan de vraagzijde
  • Zou een prijsgevoelige consument op basis van een prijsverhoging van 5-10% overstappen op een alternatief product X (zodat een duurzame prijsverhoging voor een hypothetische monopolist niet winstgevend zou zijn)?
    > Zo ja, ook X is onderdeel van de relevante productmarkt
  • Beoordeel substitueerbaarheid aan de aanbodzijde
  • Zouden aanbieders van product X in geval van prijsverhoging van 5-10% op korte termijn en zonder aanzienlijke investeringen hun productieprocessen aanpassen (zodat de prijsverhoging voor een hypothetische monopolist niet winstgevend is)?
    > Zo ja, ook X is onderdeel van de relevante productmarkt>
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly