Week 4 Flashcards
Wie is EU burger?
Artikel 20(1) VWEU:
- Er wordt een burgerschap van de Unie ingesteld.
- Burger van de Unie is een ieder die de nationaliteit van een lidstaat bezit.
- Het burgerschap van de Unie komt naast het nationale burgerschap doch komt niet in de plaats daarvan.
Belangrijkste voorwaarden en doelstelling art. 20 VWEU
- Beschikken over een verzekering die ziektekosten in het gastland volledig dekt
- Beschikken over voldoende bestaansmiddelen
Doelstelling: voorkomen dat deze personen een onredelijke belasting voor het sociale bijstandsstelsel van het gastland vormen
Grzelczyk
Grzelczyk: Aanvraag uitkering bestaansminimum
‘ …de ontvangende lidstaat van mening kan zijn dat een student die een beroep heeft gedaan op de sociale bijstand, niet meer voldoet aan de aan zijn verblijfsrecht verbonden voorwaarden en, binnen de ter zake door het gemeenschapsrecht gestelde grenzen maatregelen neemt, hetzij om de verblijfsvergunning van de betrokkene in te trekken, hetzij om deze niet te verlengen. Dergelijke consequenties mogen evenwel geenszins automatisch worden verbonden aan het feit dat een uit een andere lidstaat afkomstige student een beroep doet op de sociale bijstand van de ontvangende lidstaat.
> Het enkele feit dat je niet aan al die kenmerken voldoet, betekent niet meteen dat automatisch een verblijfsvergunning wordt geweigerd/ingetrokken/niet wordt erkend
Baumbast
‘Een burger van de Europese Unie die in het gastland niet langer een recht van verblijf als migrerende werknemer geniet, kan in zijn hoedanigheid van burger van de Unie aldaar een verblijfsrecht genieten op grond van de rechtstreekse werking van artikel 18, lid 1, EG.
Aan de uitoefening van dit recht kunnen de in deze bepaling bedoelde beperkingen en voorwaarden worden gesteld, doch de bevoegde autoriteiten en, in voorkomend geval, de nationale rechterlijke instanties moeten ervoor waken dat die beperkingen en voorwaarden worden toegepast met inachtneming van de algemene gemeenschapsrechtelijke beginselen, in het bijzonder het evenredigheidsbeginsel.’
> Het probleem was niet dat hij te weinig bestaansmiddelen/ziektekostenverzekering had, maar dat men tot de conclusie kwam dat er niet voldoende dekking kwam voor de familie voor spoedeisende hulp
> Kan je alleen op het missen van dat spoedeisende gedeelte, een verblijfsvergunning afwijzen?
> Het niet toekennen van de aanvraag louter omdat de verzekering niet geheel dekkend is, is disproportioneel, dus diende hem de aanvraag van de verblijfsvergunning te worden toegekend
TopFit
TopFit – deelname nationale kampioenschappen
‘Uit artikel 21, lid 1, VWEU juncto artikel 165 VWEU volgt dus dat het beoefenen van amateursport, met name binnen een sportvereniging, Unieburgers die in een andere lidstaat dan die van hun nationaliteit verblijven, in staat stelt om banden te vormen of te versterken met de samenleving van de lidstaat waarnaar zij zich hebben begeven en waar zij verblijven. Dit geldt ook voor deelname aan sportwedstrijden, ongeacht het niveau.
Hieruit volgt dat een Unieburger, zoals Biffi, zich in het kader van zijn beoefening in wedstrijdverband van een amateursport binnen de samenleving van de gastlidstaat rechtmatig kan beroepen op de artikelen 18 en 21 VWEU.’
> Volledige uitsluiting van deelname is een onevenredige beperking van de rechten uit art. 21 VWEU -> integratie in het gastland bemoeilijken
> Verenigingen moeten een beleid vinden waarbij ze unieburgers wel toelaten, maar ze de winst op de titel kunnen ontzeggen zodat alleen nationale burgers hier kans op kunnen maken
Zambrano
Zambrano – aanvraag verblijfsvergunning & arbeidsvergunning
‘In die omstandigheden verzet artikel 20 VWEU zich tegen nationale maatregelen die tot gevolg hebben dat burgers van de Unie het effectieve genot wordt ontzegd van de belangrijkste aan hun status van burger van de Unie ontleende rechten.
Een dergelijke situatie ontstaat wanneer een staatsburger van een derde staat het recht wordt ontzegd te verblijven in de lidstaat waar zijn kinderen van jonge leeftijd, staatsburgers van die lidstaat en te zijnen laste, verblijven, en wordt geweigerd hem een arbeidsvergunning af te geven.
Er is namelijk van uit te gaan dat een dergelijke weigering ertoe zal leiden dat deze kinderen, burgers van de Unie, zullen worden verplicht het grondgebied van de Unie te verlaten om hun ouders te volgen.
Tevens loopt de betrokken persoon, indien hem geen arbeidsvergunning wordt afgegeven, het risico niet over voldoende bestaansmiddelen te beschikken om te voorzien in zijn eigen onderhoud en in dat van zijn gezin, wat er eveneens toe zou leiden dat zijn kinderen, burgers van de Unie, zouden worden verplicht het grondgebied van de Unie te verlaten.
In die omstandigheden zullen bedoelde burgers van de Unie in de feitelijke onmogelijkheid verkeren de belangrijkste aan hun status van burger van de Unie ontleende rechten uit te oefenen
PS. Breder dan dit wordt het niet, het gaat hier zelfs om een zuiver interne situatie!
> De ouders die de zorg dragen voor de minderjarige kinderen, moeten het recht krijgen om in de lidstaat te blijven en te werken, teneinde in de behoefte van de kinderen te kunnen voorzien, dus te kunnen verzekeren dat de kinderen hun belangrijkste recht verbonden aan hun EU status, namelijk dat ze kunnen blijven in een lidstaat van de EU, wordt verzekerd.
RL 2004/38
- Art. 6 Verblijf < 3 mnd
- werknemers/zelfstandigen/familieleden -> art. 24(1) gelijke behandeling
- alle andere EU burgers zolang geen onredelijke belasting -> art. 24(1) gelijke behandeling, geen sociale bijstand + stufi
- Art. 7 Verblijf > 3 mnd - 5 jr
- werknemers/zelfstandigen/familieden -> art. 24(1) gelijke behandeling
- “playboys”/studenten/familieleden -> art. 24(1) gelijke behandeling, geen stufi eerste 5 jr
- artt. 16/17/18 duurzaam verblijfsrecht > 5 jr -> art. 24(1) gelijke behandeling
Wie: burger en familie
Familieleden art. 2, lid 2
- Verplichte toelating art. 3, lid 1 + art. 5/6/7
- echtgenoot
- kinderen < 21 jr of te laste ouders
- ouders te laste van kinderen
- geregistreerde partners, als gastland dit erkent - “Faciliteren” art. 3, lid 2
- andere afhankelijke familieleden te laste EU burger of hulpbehoevend
- duurzame partners
Coman
Toepassing: homohuwelijk? Coman
In een situatie waarin een burger van de Unie zijn recht van vrij verkeer heeft uitgeoefend doordat hij zich in overeenstemming met de voorwaarden van artikel 7, lid 1, van richtlijn 2004/38/EG heeft begeven naar en daadwerkelijk heeft verbleven in een andere lidstaat dan die waarvan hij de nationaliteit bezit, en daar een gezinsleven heeft opgebouwd of bestendigd met een derdelander van hetzelfde geslacht, met wie hij in de echt is verbonden door een in het gastland wettig gesloten huwelijk, moet artikel 21, lid 1, VWEU aldus worden uitgelegd dat het zich ertegen verzet dat de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarvan de burger van de Unie de nationaliteit bezit, aan de derdelander een verblijfsrecht op het grondgebied van deze lidstaat weigeren op grond dat het recht van deze lidstaat het huwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht niet erkent
PS. Derdelandsonderdaan? Maakt niet uit!
> Art. 21 VWEU verzette zich er dus tegen dat de autoriteiten van de gastlidstaat aan de derdelander een verblijfsrecht weigeren op hun grondgebied op grond van het feit dat Roemenië het homohuwelijk niet erkend
Art. 7 – langer verblijf
1a) Werknemers of zelfstandigen (declaratie)
1b) Voldoende bestaansmiddelen en volledige ziektekosten verzekering (Playboy)
1c) Student, met volledige verzekering en afdoende middelen tijdens studie
1d) en alle familieleden! (Derdelandsonderdaan? Maakt niet uit!)
Artikel 8 e.v.
- Administratieve formaliteiten: verklaring van inschrijving, verblijfskaart
- Behoud van verblijfsstatus -> eventueel link met Verordening 492/2011 (Baumbast: voor kinderen en primary care taker)
Art. 16 - Duurzaam verblijfsrecht
- > 5 jaar (relatief) ononderbroken
- Na verkrijging gelden eisen art. 7 niet meer!
- Vergaande gelijke behandeling
- Ook voor familieleden niet-EU onderdanen
- Verlies alleen na 2 jaar afwezigheid uit gastland
Art. 24 – Gelijke behandeling
- Uitwerking art. 18 e.v. VWEU
- ‘Onverminderd specifieke, in het Verdrag en het afgeleide recht uitdrukkelijk opgenomen bepalingen, geniet iedere burger van de Unie die op basis van deze richtlijn op het grondgebied van een gastland verblijft, binnen het toepassingsgebied van het Verdrag dezelfde behandeling als de onderdanen van dat gastland.
- Dit recht geldt ook voor familieleden die niet de nationaliteit van een lidstaat bezitten en die verblijfsrecht of duurzaam verblijfsrecht genieten.’
In afwijking van lid 1 is het gastland niet verplicht:
- een recht op sociale bijstand toe te kennen, gedurende de eerste drie maanden van verblijf of, in voorkomend geval de in artikel 14, lid 4, onder b), bedoelde langere periode,
- noch is het verplicht om vóór de verwerving van het duurzame verblijfsrecht steun voor levensonderhoud toe te kennen voor studies, inclusief beroepsopleiding, in de vorm van een studiebeurs of - lening, aan andere personen dan werknemers of zelfstandigen, of personen die deze status hebben behouden, en hun familieleden.
Dano
- aanvraag uitkering voor levensonderhoud, alsmede de tegemoetkoming in de huisvestings‑ en verwarmingskosten
-> Mag geweigerd worden, ook al worden die uitkeringen toegekend aan onderdanen gastland die zich in zelfde situatie bevinden, als EU burgers in gastland geen verblijfsrecht genieten krachtens de RL.
-> voorbeeld van restrictieve interpretatie – geen sociaal toerisme
> Familie Dano kreeg de uitkering niet, omdat zij na de uitoefening van hun vrij verkeersrechten, geen poging deden om zich economisch te integreren; niet economisch actief te zijn in Duitsland, niet over voldoende bestaansmiddelen beschikten, maar toch een aanvraag deden tot levensonderhoud -> als aan de basis voorwaarden van art. 7 niet wordt voldaan, hoeft de gelijke behandelingsprincipe uit art. 24 ook niet worden toegepast in deze situatie.
Uitzetting onder RL 2004/38
Openbare Orde/ Openbare Veiligheid
- Materiële regels
- Persoonlijk gedrag - Geen algemene preventie:
* actuele, werkelijke, voldoende ernstige bedreiging
* strafrechtelijke veroordeling alleen is niet voldoende
- Mate van integratie (art. 28(1), lid 1)
- Proportionaliteit
- Fundamentele rechten
- Procedurele regels
-> Schriftelijke kennisgeving + 1 mnd -> Gerechtelijke en administratieve beroepsmiddelen