Week 6 Flashcards
beweging
wat zijn de 6 algemene functies van het skelet?
De algemene functies van het skelet zijn:
* ondersteuning van het lichaam;
* aanhechting van de skeletspieren;
* beweging van de botten door middel van botverbindingen;
* bescherming van kwetsbare organen in de romp;
* vorming van bloedcellen in het rode beenmerg;
* opslag van kalkzouten.
wat zijn de delen van een bot van buiten naar binnen?
- beenvlies (periost), bestaat uit een dunne laag straf bindweefsel en bevat veel sensibele zenuwen en bloedvaten;
- hard botweefsel (substantia compacta), gestructureerd in botbuizen waarin zich centraal het haverskanaal met bloed- en lymfevaten bevindt;
- sponsachtig botweefsel (substantia spongiosa) , gestructureerd in beenbalkjes rondom holtes die rood beenmerg bevatten.
waarom heeft botweefsel een hoge stofwisseling?
omdat botweefsel een continu proces heeft van botaanmaak en botafbraak
welke bindweefselcellen zorgen voor de aanmaak van bot en de afbraak? en hoe heten de uiteindelijke opgebouwde cellen?
Osteoclasten zijn grote bindweefselcellen die botweefsel afbreken.
Osteoblasten zijn bindweefselcellen die botweefsel opbouwen; ze differentiëren tijdens dit proces tot beencellen (osteocyten).
in welke 4 soorten beenderen wordt het skelet opgebouwd?
- pijnbeenderen
- platte beenderen
- korte beenderen
- onregelmatige beenderen
benoem de opbouw van pijpbeenderen
- zijn slank en pijpvormig-
- bestaan uit een smal middendeel (diafyse) en twee brede uiteinden (epifysen);
- de diafyse bestaat uit een laag compact been met daarbinnen de mergholte, grotendeels gevuld met geel beenmerg;
- de epifyse bestaat uit sponsachtig been, tussen epifyse en diafyse bevindt zich de epifysaire schijf (groeischijf); bij volwassenen is deze verbeend, bij kinderen in de groei is deze van kraakbeen.
- komen alleen in de ledematen voor;
- bieden veel steun aan het lichaam;
- hebben vanwege hun lengte vaak een hefboomwerking.
benoem een paar voorbeelden van pijpbeenderen
- opperarmbeen, ellepijp, spaakbeen, middenhandsbeentjes, vingerkootjes, dijbeen, scheenbeen, kuitbeen, middenvoetsbeentjes en teenkootjes
benoem de bouw van platte beenderen en voorbeelden
- zijn breed, vrij lang en altijd plat;
- bestaan hoofdzakelijk uit compact been, met daartussen een dun laagje sponsachtig been;
- zijn vanwege hun grote oppervlak zijn platte beenderen zeer geschikt voor de aanhechting van spieren;
- beschermen op sommige plaatsen inwendige organen.
Ons lichaam heeft de volgende platte beenderen: - schedelbeenderen, schouderbladen, heupbeenderen, ribben en borstbeen.
benoem de bouw van korte beenderen en voorbeelden er van
- zijn klein en meestal even lang als breed;
- hebben een dunne laag compact been met binnenin sponsachtig been;
- kunnen vanwege hun massieve vorm de krachten verdelen die ontstaan bij mechanische belasting.
On lichaam heeft de volgende korte beenderen: - handwortelbeentjes, voetwortelbeentjes en knieschijven.
benoem de bouw en voorbeelden van onregelmatige beenderen
Onregelmatige beenderen:
* kunnen uiteenlopende vormen en functies hebben;
* hebben veelal een dunne laag compact been en zijn gevuld met sponsachtig been.
Ons lichaam heeft de volgende onregelmatige beenderen:
* schedelbasisbeenderen, bovenkaak, onderkaak, gebitselementen, wervels en tongbeen.
welke 3 botverbindingen zijn er?
Er zijn drie groepen botverbindingen: bindweefselverbindingen, kraakbeenverbindingen en gewrichten.
wat doet de bindweefselverbinding?
- bestaat uit collagene en elastische vezels;
- maakt beweging tussen beide botten vrijwel niet mogelijk;
- zorgt voor stevigheid en stabiliteit.
Voorbeelden: naden (suturae) tussen de schedelbeenderen, membrana interossea tussen ellepijp en spaakbeen.
wat doen kraakbeenverbindingen?
- bestaat uit hyalien of vezelig kraakbeen;
- in geval van hyalien kraakbeen is de verbinding vervormbaar en beperkt beweeglijk; voorbeeld: kraakbeenverbindingen tussen de ribben en het borstbeen;
- in geval van vezelig kraakbeen is de verbinding drukvast en nauwelijks beweeglijk; voorbeelden: symfyse en tussenwervelschijven.
beschrijf de bouw van een gewricht
- bestaat uit twee gewrichtsvlakken (kop en kom): de botuiteinden die op of in elkaar passen en die bedekt zijn met glad hyalien kraakbeen;
- heeft een gewrichtsholte (cavitas articularis): de ruimte tussen kop en kom, die gevuld is met gewrichtssmeer (synovia);
- wordt omgeven door het gewrichtskapsel (capsula articularis):
- is aan beide botten vastgehecht en houdt de botuiteinden bij elkaar;
- zorgt voor een vacuüm in de gewrichtsholte;
- bevat gewrichtssensoren;
- heeft een binnenste laag, de membrana synovialis, een dun elastisch vlies met zenuwen en bloedvaten; produceert synovia;
- heeft een buitenste laag, de membrana fibrosa, een dik taai vlies van straf bindweefsel dat het kapsel stevig maakt; vaak verstevigd met ligamenten.
wat is de functie van een gewricht?
maakt een grote beweeglijkheid tussen de botten mogelijk
welke 2 bijzondere structuren zitten er in of bij een gewricht?
- de kraakbeenschijf (discus articularis):
- zit in het gewricht;
- ondersteunt de functie van het gewricht.
- de slijmbeurs (bursa synavialis):
- ligt vlakbij een gewricht;
- is een zakje gevuld met synovia dat de wrijving tussen de bewegende botten en de weke delen eromheen vermindert;
- staat in verbinding staat met de gewrichtsholte.
welke 7 gewrichten zijn er?
- kogelgewricht, met een diepe kom en een bolle kop:
* maakt bewegingen rond de verticale, sagittale en transversale as mogelijk;
* voorbeeld: heupgewricht; - ellipsvormig gewricht, met ellipsvormige kom en kop;
* maakt bewegingen rond de sagittale en transversale as mogelijk;
* voorbeeld: polsgewricht; - zadelgewricht met brede en zadelvormige kom en kop:
* bewegingen rond twee loodrecht op elkaar staande assen;
* voorbeeld: gewricht handwortelbeen en middenhandsbeen van de duim; - scharniergewricht, langwerpig als een scharnier:
* maakt bewegingen rond de transversale as mogelijk;
* voorbeeld: ellebooggewricht; - rolgewricht, de kop heeft de vorm van een ronde schijf:
* beide botten rollen in hun lengteas ten opzichte van elkaar;
* voorbeeld: het gewricht tussen ellepijp en spaakbeen; - vlak gewricht met een vlakke kom en kop:
* beperkte schuifbewegingen;
* voorbeeld: gewricht tussen de handwortelbeentjes; - straf gewricht waarin kop en kom in één stand op elkaar zitten:
* bewegingen zijn beperkt mogelijk;
* voorbeeld: het SI-gewricht.
wat zijn de algemene functies van skeletspieren?
- beweging van (delen van) het lichaam;
- handhaving van de lichaamshouding;
- bescherming en versteviging van bepaalde delen van het lichaam, in de vorm van een lichaamswand; bijvoorbeeld de buikwand;
- het genereren van warmte door het hoge stofwisselingsniveau
welke 3 delen van een spier zijn er?
- de spierfascie, een bindweefselmantel die de spierbuik omgeeft;
- enkele tot vele spierbundels, elk omgeven door het perymisium, een bindweefselvlies;
- spiervezels (myofibrillen), de functionele eenheden van de spierbundel:
hoe zijn myofibrillen opgebouwd?
spiervezels
* zijn omgeven door een dunne bindweefselmantel, het endomysium;
* zijn veelkernige, langwerpige cellen, ontstaan door versmelting van honderden kleinere cellen;
* hebben de lengte van de spier waar ze deel van uitmaken (tot 60 cm);
* brengen de contracties (samentrekkingen) van de spier tot stand en heten daarom ook wel contractiele elementen;
* bevatten de draadvormige eiwitten actine en myosine, die verkorting van de spiervezel tot stand brengen door in elkaar te schuiven.
wat zijn 2 functies van een pees?
- stevige verankering van de spier aan het bot:
- de ene aanhechtingsplaats heet origo;
- de andere aanhechtingsplaats heet insertie;
- het overdragen van de spierkracht op het bot.
wat is de motorische unit?
De motorische zenuwcel met alle spiervezels die hij bestuurt, heet de motorische eenheid (motor unit)
hoe komen spiercontracties tot stand, en waarom zijn sommige spieren altijd actief maar dit leid niet tot contractie?
Spiercontracties komen door motorische impulsen tot stand. Een motorische axon heeft honderden tot duizenden eindvertakkingen, elk een ‘eigen’ spiervezel aansturend
In de meeste spieren zijn altijd enkele motorische eenheden actief, zonder dat dit leidt tot contractie. Ze zorgen voor de spiertonus, een zekere mate van trekspanning, noodzakelijk voor de lichaamshouding en het evenwicht.
wat is summatie?
Summatie treedt op als de contracties zich opstapelen in geval de volgende prikkel aankomt nog voordat de ontspanningsfase in de spiervezel is voltooid. dus er is een sterkere contractie omdat er meerdere impulsen tegelijk zijn