week 6 Flashcards

1
Q

Uit welke spelers bestaat de arbeidsverhouding?

A
werknemers en werkgevers, die weer bestaan uit verschillende andere spelers:
● Werknemers:
○ Vakbonden;
○ Gemeenschap;
○ Familie en vrienden.
● Werkgevers:
○ Managers;
○ Klanten;
○ Shareholders.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De arbeidsverhouding bestaat uit een simpele relatie: de werknemer werkt voor de werkgever en
wordt hiervoor betaald door de werkgever. Welke vijf aspecten hebben invloed op deze relatie?

A
● Wetgeving;
● Verwachtingen;
● Macht;
● Gedrag;
● Emoties en attitudes.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Er zijn drie verschillende perspectieven betreffende de arbeidsverhouding, die elk verschillende
kenmerken heeft. Benoem ze

A
  1. Unitaristisch perspectief
  2. Pluralistisch perspectief
  3. Marxistisch perspectief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Unitaristisch perspectief

A

a. De werknemer en werkgever hebben dezelfde doelstelling;
b. Het tevreden houden van werknemers is in ieders voordeel;
c. Conflict wordt niet veroorzaakt door ‘echte problemen’, maar door persoonlijke
conflicten en communicatieproblemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Pluralistisch perspectief

A

a. Conflicten zijn onvermijdelijk, vanwege verschillende doelstellingen van betrokken
partijen;
b. De rol van managers is om de conflicterende doelstellingen te balanceren;
c. Vakbonden zijn belangrijk en waardevol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Marxistisch perspectief

A

a. Werknemers hebben conflicten nodig om meer belangen te krijgen;
b. De methodes die gebruikt worden om conflicten te verminderen, zijn gericht op het
voordeel van het management.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom zijn de perspectieven op arbeidsverhouding belangrijk?

A

Deze perspectieven zijn belangrijk, omdat het weergeeft hoe we de aard van de werknemersrelatie,
de rol van vakbonden, de rol van managers en de rol van HR-praktijken zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

In de loop der tijd heeft een verschuiving plaatsgevonden van het pluralisme naar het unitarisme. Hoe kan deze verschuiving teruggevonden worden?

A

● De dalende trend in het aantal leden van vakbonden;
● Verschuiving richting het wettelijk begunstigen van de werknemer tegen ontslag;
● Trend naar organisaties die investeren in een beleid met een doel van gelukkige
productieve werknemers (happy productive worker).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer vindt economische arbeid plaats?

A

wanneer iemand een activiteit verricht voor een

ander en hiervoor wordt gecompenseerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In welke twee groepen kan economische arbeid worden verdeeld?

A
  1. Werkgelegenheid, ook wel de traditionele arbeidsverhouding;
  2. Contractuele werk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Werkgelegenheid (employment)

A

Bij deze vorm heeft de organisatie de leidinggevende rol. Er is sprake van een traditionele
arbeidsverhouding. Dit kan verdeeld worden in twee groepen:
Direct employment en Coemployment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Direct employment

A

○ Er is hierbij sprake van een full directive control;
○ De arbeidsverhouding bestaat uit twee partijen: de werknemer en de werkgever;
○ Voorbeelden: fulltime werknemers, parttime werknemers, direct-hire werknemers,
tijdelijke werkers en oproepkrachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Coemployment

A

○ Er is hierbij sprake van een gedeelde directive control;
○ Er is een indirecte arbeidsverhouding waarbij drie partijen betrokken zijn: cliënt
organisatie, derdenbureau (thrid party agency) en de werknemer. De contracten zijn
van bepaalde duur;
○ Voorbeelden: tijdelijke uitzendkrachten en organisaties voor professionals.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Contractueel werk (contract work)

A

Bij contractueel werk heeft de organisatie een gebrek aan controle. Er is hierbij sprake van een
complexe of gebroken traditionele arbeidsverhouding of er is helemaal geen sprake van een
traditionele arbeidsverhouding. C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Contractueel werk kan opgedeeld worden in drie groepen. Namelijk?

A

● Direct contracting
● Subcontracting
● Gig work

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Direct contracting

A

○ Er is een directe relatie die bestaat uit twee partijen: de cliënt organisatie en
werknemers
○ De contracten zijn van bepaalde duur;
○ Voorbeelden: zelfstandige ondernemers en dagarbeiders.

17
Q

Subcontracting

A

○ Er is een indirecte relatie die bestaat uit drie partijen: de cliënt organisatie, een third
party en werknemers;
○ De contracten zijn van bepaalde duur;
○ Voorbeelden: verkoper op locatie.

18
Q

Gig work

A

○ Er is een indirecte relatie, waarbij minstens drie partijen betrokken zijn: bemiddelend
online platform, werknemer en klant

19
Q

Gig work kan zelf onderverdeeld worden in drie categorieën. Benoem ze en licht ze toe.

A

● Capital platform work: dit zijn platformen die gebruikt worden door individuen om
goederen te verkopen of te verhuren.
○ Voorbeelden: Etsy en Airbnb.
● Crowdwork: hierbij worden werkbemiddelende digitale platforms gebruikt, waarbij arbeid
wordt uitbesteed op basis van geografie.
○ Voorbeelden: Fiverr en Amazon Mechanical Turk.
● App-work: dienst leverende platforms die mensen inzetten wanneer er vraag naar is. Het
proces wordt gecontroleerd en gereguleerd door algoritmes.
○ Voorbeelden: Uber en Lyft.

20
Q

Rol van App Work
Apps worden steeds vaker gebruikt en deze apps vervangen veel van de traditionele rollen van
management. Licht dit toe.

A
● Toewijzen van arbeid:
○ Klant kiest iemand via een app.
● Administratie van bonussen of boetes:
○ Betaling kan via een app.
● Prestatie feedback:
○ Kan gemakkelijk gedaan worden via de app door de klanten.
21
Q

Bij apps zijn er drie of vier spelers. Licht deze toe.

A

● Consument: dit is de eindgebruiker van de dienst, maar ook de persoon die vraag creëert
op het platform door deze dienst aan te vragen.
● Werknemer: dit is de flexibele zelfstandige ondernemer die per dienst betaald krijgt. De
werknemer bevindt zich vaak op dezelfde geografische locatie als de consument.
● Bemiddelend digitaal platform of app: de app wijst werknemers toe aan de gevraagde
diensten. Het bemiddelen en controleren van het werk wordt gedaan door algoritmes.
● Leverancier: de leverancier is niet altijd een onderdeel van app work. In sommige app work
regelingen bestaat de leverancier als een extra partner van het digitale platform. Een
voorbeeld hiervan is een restaurant op Deliveroo

22
Q

App work kan ook leiden tot enkele problemen. Benoem ze en licht ze toe.

A

● Zeer transactieve relatie:
○ Er is weinig aandacht voor de kwaliteit van de arbeidsverhouding;
○ Kortetermijnfocus, waarbij er geen interesse is in training en (carrière)ontwikkeling;
○ Biedt veel flexibiliteit voor werknemers, maar het biedt geen bescherming voor deze
werknemers (denk aan arbeidsongevallen).
● Werknemers kunnen problemen niet tot uiting brengen, omdat er geen manager is.

23
Q

employee voice

A

Stel dat je een probleem hebt tijdens je studie aan de RSM. Je zou met dit probleem terecht kunnen
bij je medestudenten, studieadviseur, professor op studentenvertegenwoordigers. Het is erg
belangrijk dat een werknemer ook ergens terecht kan met zijn problemen om zijn stem te laten
horen.

dus: hoe werknemers hun problemen uiten, hun belangen behartigen, problemen
oplossen en bijdragen en deelnemen aan de besluitvorming op de werkplek.

24
Q

Welke twee soorten voice mechanismes zijn er? licht ze toe.

A

● Direct: betrokkenheid bij alledaagse beslissingen, zoals taakverdeling en probleem
oplossingen;
● Indirect: focus op strategische problemen als technologische veranderingen en
bedrijfsstrategie.

De direct voice bestaat uit managers en HR-medewerkers, terwijl de indirect voice bestaat uit
vakbonden en andere representatieven van werknemers.

25
Q

Wat zijn de Voor- en nadelen voice mechanisms?

A

De aanwezigheid van voice mechanisms heeft als voordeel dat het bijdraagt aan zelfexpressie,
zichtbaarheid en leidt tot een stijging in de transparantie van werkplekken. Het nadeel is dat het
leidt tot desillusie en frustratie en ontevredenheid als het mechanisme niet goed wordt beheerd.

26
Q

Waarom zijn de voor en nadelen van voice mechanisms belangrijk?

A

Deze voordelen en nadelen zijn belangrijk, omdat het een impact heeft op organisatorische
uitkomsten als commitment, prestatie en werknemer turnover.

27
Q

In het digitale tijdperk kunnen werknemers hun stem laten horen via social media, enquêtes en zijn
ze in staat om zich ergens anoniem over uit te spreken. Digital Voice biedt enkele mogelijkheden
voor werknemers. Licht deze toe.

A

● Werknemers kunnen hun zorgen en problemen anoniem publiekelijk uiten. Het leidt dus tot
een stijging van zichtbaarheid:
○ Werknemers voelen zich gehoord;
○ Het versterkt de collectieve direct voice;
○ Het forceert management om actie te ondernemen om problemen op te lossen.
● Het maakt mogelijk dat werknemers samen problemen oplossen en niet alleen afhankelijk
zijn van de reacties van hoger management.

28
Q

Hoewel digital voice nieuwe mogelijkheden biedt, kan het de stem ook beperken. Hoe?

A

● De focus ligt vaak op smalle en vooraf gedefinieerde problemen;
● Het beperkt wederzijdse gesprekken;
● Het is makkelijker te negeren of tot zwijgen te brengen.

29
Q

Werknemerswelzijn wordt ook uitgelegd aan de hand van het unitaristische perspectief en
pluralistische perspectief, want deze leiden of tot gemeenschappelijk voordeel of tot conflicterende
uitkomsten. Licht deze toe.

A

● Unitaristisch:
○ Werknemer en werkgever hebben dezelfde doelstellingen;
○ Werknemers gelukkig houden is een voordeel voor iedereen;
○ Gemeenschappelijk voordeel: een gelukkige werknemer is een productieve
werknemer. HR-praktijken bieden voordelen voor het werknemerswelzijn, wat leidt
tot werknemers die harder werken en dus tot een groter voordeel voor een
organisatie.
● Pluralistisch:
○ Conflicten zijn onvermijdelijk vanwege verschillende doelstellingen van partijen;
○ De rol van het management is om de verschillende doelstellingen te balanceren;
○ Conflicterende uitkomsten: HR-praktijken handelen in het voordeel van het
management en niet de werknemers (ze kunnen zelfs het werknemerswelzijn
schaden).

30
Q

Wat wordt bedoeld met happy productive werknemer?

A

Het is bekend dat gelukkige werknemers ook productievere werknemers zijn dan ongelukkige
werknemers. Werktevredenheid (job satisfaction) is positief gerelateerd aan werkprestatie. Het
tegenovergestelde is ook waar: hoge niveaus van emotionele uitputting zijn negatief gerelateerd
aan organisatorische prestatie.

31
Q

licht de correlatie tussen HR en werknemerswelzijn toe.

A

Uit onderzoek is gebleken dat HR-praktijken positief gerelateerd zijn aan affectieve betrokkenheid
en innovatief gedrag, maar ook aan hogere eisen die leiden tot een hoger niveau van stress.

32
Q

Hoe kan gemeenschappelijk eerder worden behaald?

A

● HR-praktijken worden gezien als praktijken die een klimaat van positieve arbeidsverhouding
willen creëren;
● HR-praktijken zich meer richten op het aanmoedigen van werknemersbetrokkenheid, in
plaats van het controleren van het gedrag van werknemers.

33
Q

Gemeenschappelijk voordeel kan niet worden behaald door de wet van afnemende opbrengsten
(law of diminishing returns). Wat houdt deze wet in?

A

Deze wet houdt in dat het overmatig investeren in HR-praktijken een negatieve relatie kan hebben
met enkele indicatoren van welzijn. Dit leidt tot hoge kosten, wat weer schadelijk is voor de
organisatorische prestatie.