Week 5 Mechanisms Of Motivation And Emotion Flashcards
Homeostase
Homeostase is een fysiologisch proces, waarbij organismen het inwendig milieu van biochemische en biofysische processen in evenwicht houden, ondanks veranderingen in de omgeving waarin het organisme zich bevindt. Door homeostase kan een organisme de functie van elk individueel orgaan aanpassen, waardoor aan de integrale behoefte van het lichaam wordt voldaan. Als het organisme faalt in het onderhouden van zijn homeostase kan het organisme sterven
Welke hersenstructuren zijn betrokken bij het beloningssysteem in de hersenen?
Uit onderzoek blijkt dat met name de ‘medial forebrain bundle’ en de ‘nucleus accumbens’ betrokken zijn bij het beloningssysteem in de hersenen. De ‘medial forebrain bundle’ verbindt productiekernen van dopamine in de middenhersenen (ventral tegmental area) met de ‘nucleus accumbens’, welke onderdeel is van de ‘basale ganglia’ en de dopamine uitscheiding controleert. Vervolgens gaan er verbindingen naar het limbisch systeem en de cerebrale cortex.
Wanneer we kijken naar de verschillende componenten van beloning (liking, wanting en reinforcement), wat zijn dan de verschillen en overeenkomsten in de werking van de betrokken hersenstructuren?
Bij de verschillende componenten van beloning (liking, wanting, reinforcement) zijn telkens dezelfde hersenstructuren (medial forebrain bundle en nucleus accumbens) betrokken. Uit onderzoek is echter wel gebleken dat ‘wanting’ en ‘reinforcement’ samenhangen met de afscheiding van dopamine in de nucleus accumbens, terwijl ‘liking’ samenhangt met de afscheiding van endorfine in de nucleus accumbens.
Hoe hangt drugsverslaving samen met het beloningsysteem in de hersenen en waardoor wordt (drugs)verslaving in stand gehouden?
Bij elke vorm van beloning ontstaat er een direct effect (‘liking’) in de hersenen, en wordt, als de beloning onverwachts is, het beloningssysteem geactiveerd. Neuronen in de nucleus accumbens die dopamine uitscheiden worden daarbij geactiveerd waardoor beloningsgericht leren wordt gestimuleerd. In het geval van drugs wordt dat beloningssysteem echter elke keer geactiveerd, of de drugs nu onverwachts wordt toegediend of niet. Dit heeft als gevolg dat er een link wordt gelegd tussen cues in de omgeving waarin drugs wordt gebruikt en de gevoelens van het verlangen naar en het daadwerkelijk nemen van de drugs. Deze link wordt elke keer weer geactiveerd en versterkt. Dit speelt een grote rol bij het in stand houden van een (drugs)verslaving, omdat na verloop van tijd het onmiddellijke effect (liking) vaak niet meer aanwezig is, maar het verlangen (wanting) toch steeds weer wordt geactiveerd door de vele verschillende cues.
Geef aan welke bevinding ondersteuning vormt voor welke theorie en geef telkens een korte toelichting bij uw keuze.
Brain-Maintenance theory
Body-Restoration theory
Preservation and Protection theory
Kleine zoogdiersoorten slapen over het algemeen meer dan zoogdiersoorten die qua omvang groter zijn.
Jonge zoogdieren slapen meer dan volwassen zoogdieren.
Slaapdeprivatie in ratten leidt in drie weken tot de dood.
Bedenk dat een bevinding niet altijd slechts één theorie hoeft te ondersteunen!
Bevinding a (kleine zoogdiersoorten slapen over het algemeen meer dan zoogdiersoorten die qua omvang groter zijn) kan als ondersteuning gezien worden van de Body-Restoration theorie. Kleine zoogdiersoorten hebben namelijk een hoger metabolisme (verliezen meer lichaamswarmte) dat leidt tot meer schade aan lichaamsweefsel. Die schade wordt, volgens de Body-Restoration-theorie tijdens de slaap hersteld.
Bevinding a kan echter ook als ondersteuning gezien worden van de Preservation-and-Protection-theorie. Grote zoogdieren kunnen namelijk minder makkelijk een veilige slaapplek vinden en zijn dus veiliger in waaktoestand dan in slaaptoestand.
Bevinding b (jonge zoogdieren slapen meer dan volwassen zoogdieren) kan als ondersteuning gezien worden van de Brain-Maintenance-theorie. Jonge zoogdieren slapen namelijk meer en brengen dus ook meer tijd door in de REM-slaap, die volgens de Brain-Maintenance-theorie dient om neurale circuits in de hersenen te onderhouden, en te stimuleren, om te voorkomen dat deze afsterven.
Bevinding b (jonge zoogdieren slapen meer dan volwassen zoogdieren) kan echter ook als ondersteuning gezien worden van de Preservation-and-Protection-theorie. Jonge zoogdieren die verzorgd worden hebben namelijk weinig tijd nodig in wakkere toestand, en zijn meestal veiliger als ze een veilige slaapplek hebben. Bovendien geeft hun slaapperiode hun verzorgers de mogelijkheid om al hun taken uit te oefenen.
Bevinding c (slaapdeprivatie in ratten leidt in drie weken tot de dood) kan als ondersteuning gezien worden van de Body-Restoration theory. Slaap is namelijk cruciaal voor herstel van het lichaam.
Geef aan welke bevinding ondersteuning vormt voor welke theorie en geef telkens een korte toelichting bij uw keuze.
Brain-Maintenance theory
Body-Restoration theory
Preservation and Protection theory
Kleine zoogdiersoorten slapen over het algemeen meer dan zoogdiersoorten die qua omvang groter zijn.
Jonge zoogdieren slapen meer dan volwassen zoogdieren.
Slaapdeprivatie in ratten leidt in drie weken tot de dood.
Bevinding a (kleine zoogdiersoorten slapen over het algemeen meer dan zoogdiersoorten die qua omvang groter zijn) kan als ondersteuning gezien worden van de Body-Restoration theorie. Kleine zoogdiersoorten hebben namelijk een hoger metabolisme (verliezen meer lichaamswarmte) dat leidt tot meer schade aan lichaamsweefsel. Die schade wordt, volgens de Body-Restoration-theorie tijdens de slaap hersteld.
Bevinding a kan echter ook als ondersteuning gezien worden van de Preservation-and-Protection-theorie. Grote zoogdieren kunnen namelijk minder makkelijk een veilige slaapplek vinden en zijn dus veiliger in waaktoestand dan in slaaptoestand.
Bevinding b (jonge zoogdieren slapen meer dan volwassen zoogdieren) kan als ondersteuning gezien worden van de Brain-Maintenance-theorie. Jonge zoogdieren slapen namelijk meer en brengen dus ook meer tijd door in de REM-slaap, die volgens de Brain-Maintenance-theorie dient om neurale circuits in de hersenen te onderhouden, en te stimuleren, om te voorkomen dat deze afsterven.
Bevinding b (jonge zoogdieren slapen meer dan volwassen zoogdieren) kan echter ook als ondersteuning gezien worden van de Preservation-and-Protection-theorie. Jonge zoogdieren die verzorgd worden hebben namelijk weinig tijd nodig in wakkere toestand, en zijn meestal veiliger als ze een veilige slaapplek hebben. Bovendien geeft hun slaapperiode hun verzorgers de mogelijkheid om al hun taken uit te oefenen.
Bevinding c (slaapdeprivatie in ratten leidt in drie weken tot de dood) kan als ondersteuning gezien worden van de Body-Restoration theory. Slaap is namelijk cruciaal voor herstel van het lichaam.
Affect - affect
Het gevoel dat geassocieerd wordt met emotie, onafhankelijk van het object, wordt door sommige psychologen aangeduid als affect (invloed). Dergelijke gevoelens kunnen langs twee dimensies variëren. De ene dimensie heeft te maken met de mate van aangenaamheid of onaangenaamheid van het gevoel, en de andere heeft te maken met de mate van mentale en fysieke opwinding.
Arcuate nucleus - (boogvormige kern)
De neuronen die de voedsel-o-stat vormen, bestaan in verschillende nauw met elkaar verbonden delen van de hypothalamus, maar zijn het meest geconcentreerd in de boogvormige kern, die in het midden van het onderste deel van de hypothalamus ligt, zeer dicht bij de hypofyse. Dit kleine hersengebied is beschreven als het “hoofdcontrolecentrum” voor eetlust en gewichtsregulatie.
Central drive system - centraal drivesysteem
Een set neuronen waarin activiteit een drijfveer vormt, wordt een centraal drivesysteem genoemd. Hoewel de centrale drivesystemen voor verschillende drijfveren van elkaar moeten verschillen, kunnen ze overlappende componenten hebben. Omdat honger en seks bijvoorbeeld verschillende drijfveren zijn, kunnen de neurale circuits voor hen niet identiek zijn. Als ze dat wel waren, zouden honger en seks altijd samengaan;
Circadian rhythm - circadiaan slaapritme
De klok die het circadiane slaapritme (24 uurs ritme) bij alle zoogdieren regelt, bevindt zich in een specifieke kern van de hypothalamus, de suprachiasmatische kern.
Discrete emotion theory - discrete emotie theorie
De overtuiging dat basisemoties aangeboren zijn en worden geassocieerd met kenmerkende lichamelijke en gezichtsreacties wordt discrete emotietheorie genoemd en is een uitbreiding van Darwins functionalistische visie. Deze manier van denken vestigt de aandacht op de motiverende eigenschappen van emoties.
Dopamine
Veel van de neuronen van de mediale voorhersenenbundel die eindigen in de nucleus accumbens geven dopamine af als hun neurotransmitter. Deze release lijkt essentieel te zijn voor het “willen” -component van beloning, maar niet voor het “leuk vinden” -component.
Drive - motiverende staat
motiverende staat of drive. Deze termen worden door elkaar gebruikt om een interne toestand aan te duiden die een individu oriënteert op een specifieke categorie doelen en die in de loop van de tijd op een omkeerbare manier kan veranderen (de drive kan toenemen en vervolgens afnemen).
Emotion - emotie
een emotie is een subjectief gevoel dat mentaal op een bepaald object is gericht. Dat object kan een andere persoon zijn (“Ze is boos op John”), een organisme of een ding (“Hij is bang voor slangen”; “Ze haat flessenwater”), een idee of concept (“Ze houdt van vrijheid”), of zelfs zichzelf, inclusief trots, schaamte, schuldgevoel, verlegenheid, jaloezie, afgunst, empathie en verlegenheid.
Endorphin - endorfine
Endorfine is een afkorting voor “endogene morfine-achtige substantie” (endogene betekenis “aangemaakt in het lichaam”). Endorfines zijn chemicaliën die in het lichaam worden aangemaakt en die effecten hebben vergelijkbaar met die van morfine en andere opiaatmedicijnen zoals opium en heroïne; ze staan vooral bekend om hun rol bij het remmen van het pijngevoel. Ze worden ook in verband gebracht met plezierige ervaringen, zowel natuurlijke (bijv. seks) als kunstmatige (drugs “highs”). Wanneer geneesmiddelen die endorfinereceptoren activeren, in de nucleus accumbens worden geïnjecteerd, versterken ze de gelaatsreactie op sucrose en verhogen ze ook de hoeveelheid direct aanwezig voedsel dat een dier zal eten. Bij mensen is gemeld dat geneesmiddelen die de werkzaamheid van endorfine verminderen, het genot van voedsel en andere beloningen verminderen.