Week 5 - HIV, COVID Flashcards

1
Q

Wat betekent O=O bij HIV?

A

Ondetecteerbaar in bloed = onoverdraagbaar (met seks)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is HIV en wat is ART?

A

Humaan immunodeficiëntie virus
Antiretrovirale therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe is de HIV cel opgebouwd?

A

DNA/RNA in de celkern, virusenvelop eromheen, eiwitten eromheen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn 95-95-95 goals?

A

95% besmette mensen weet ervan, 95% behandeld, 95% ondetecteerbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe krijgen kinderen HIV? + preventie

A

Verticaal via de moeder
Testen moeder en ART starten bij positieve test

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de prognose van HIV bij kinderen?

A

Zonder behandeling bij kinderen is het immuunsysteem al verslechterd na 2 jaar, binnen 6 jaar AIDS en bij pubertijd overleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn behandelprincipes voor HIV?

A

Meteen starten met ART
Therapietrouwheid is belangrijk
Monitoren: plasma HIV RNA, CD4 T-cellen en bijwerkingen
Succesvol: O=O/N=N

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar in de cel grijpt ART aan?

A

Entry inhibitor
Reverse transcriptase inhibitor
Integrase inhibitor
Protease inhibitor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een gunstige ontwikkeling voor HIV behandeling?

A

Ipv veel verschillende pillen, nu 1/dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn doelen bij behandeling van HIV bij kinderen?

A

1-6 maanden = ondetecteerbaar maken
6 maanden = ondetecteerbaar blijven
Later = medicatie blijven nemen en controles, zo geen overdraagbaarheid door seks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een vaak vergeten bijkomst van HIV?

A

Psychosociale aspecten zijn serieus, veel discriminatie bij kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke 3 receptoren zijn nodig om HIV de cel in te trekken?

A

CD4, CCR5 en CXCR4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is lymfocytose?

A

Toename van lymfocyten in het bloed/circulerende celpopulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe werkt immunofenotypering en flowcytometrie?

A

Voor elk rijpingsstadium van cellen zijn bepaalde markers, deze kan je zien met fenotypering en zo diagnoses stellen
Bij flowcytometrie staan markers tegen elkaar uitgezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat wordt onderzocht bij diagnostisch onderzoek voor lymfoproliferatieve ziekten?

A

Zien weefsel/cellen er normaal/afwijkend uit? met (histo/cyto)morfologie & immunofenotypering
Zijn er karakteristieke DNA (/RNA) afwijkingen? met moleculaire diagnostiek (cytogenetica)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe zijn lymfoproliferatieve ziekten in te delen? + voorbeeld

A

Een spectrum van reactief naar kwaadaardig:
Reactief
Ziekte v Pfeiffer, Ziekte v Sjörgen, Post-Transplantatie Lymfoproliferatieve ziekte/PTLD, Lymfoproliferatie bij primaire immuundeficiënties/ CVID
Kwaadaardig
Non-Hodgkin lymfomen, chronische lymfatische leukemie, Hodgkin lymfoom

14
Q

Wat voor moleculaire diagnostiek doe je bij lymfoproliferatieve ziekten?

A

Voor het stellen van diagnoses kan een klonaliteitsanalyse gedaan worden, je kijkt dan naar herschikkingen, voor monitoring kan je een MRD analyse doen
Je kijkt naar monoklonale cellen i.p.v. polyklonaal

15
Q

Wat is het doel van one health?

A

Bescherming tegen uitbraken van besmettelijke ziekten kan door alle mogelijke bronnen te monitoren en inzicht te hebben in alle domeinen

16
Q

Wat is nodig voor one health en beperking uitbraken virussen?

A

Tijdige herkenning en detectie,
snelle communicatie en regionale samenwerking,
ontwikkelen en implementatie van maatregelen,
vertrouwen en samenwerking tussen professionals en samenleving,
internationale samenwerking

17
Q

Wat voor coronavirussen kennen we?

A

Seizoensgebonden: OC43, HKU1, NL63, E229
MERS-CoV: dromedarissen
SARS-CoV: erg gelijk aan Severe Acute Respiratory Symdrome
SARS-CoV-2: SARS coronavirus type 2, COVID-19 is de ziekte die je kan krijgen

18
Q

Welke vragen zijn belangrijk bij een virale spillover?

A

Wat is de oorzaak?!
Hoe kunnen we het detecteren?
Waar komt het vandaan?
Hoe ver is het verspreid?
Hoe ernstig is de ziekte?
Is het besmettelijk?
Zijn mensen (deels) beschermd?
Hoe is het te stoppen?

19
Q

Wat is lichamelijk onderzoek bij SARS-COV-2?

A

Dyspneu: ademfrequentie, hulpademhamlingsspieren, volzinnen spreken
Saturatie: O2 saturatie met/zonder zuurstof suppletie
Ausculatatie: crepiteren, rhonchi, piepen of verlengd experium
ROX-score = SpO2%/FiO2%

20
Q

Hoe wordt de diagnose SARS-COV-2 gesteld?

A

PCR keel neus swab nasopharinx (12-24 h, sneltest 1h) of CT-thorax
Risico markers lab: lymfopenie en verhoogd lactaat, CRP, ferritine, IL-6, D-dimeer
Arterieel bloedgas: hypoxemie met respiratoire alkalose
CT-thorax zie je matglas, cilaterale afwijkingen, dorsale en perifere distributie, multilobaire betrokkenheid (en consolidaties)

21
Q

Wat is de behandeling voor COVID-19?

A

Mild: niks, bij risicofactoren nirmatrelcir/ritonavir
Matig ernstig: Dexamethason en evt. tocilizumab/anti-IL6
Zeer ernstig: zelfde als matig, maar meteen anti-IL6, methylprednisolon bij ontsteking

22
Q

Wat waren complicaties van de behandeling voor COVID-19?

A

Trombose door verhoogde D-dimeer, slechte prognose, dus standaard profylaxe