Week 2 - antigeen R, HLA, antigeen herkenning, cytokinen Flashcards
Hoe worden B-/T-cellen opgebouwd?
In B-/T-cellen zijn processen om bepaalde exonen combineren, het zijn V, D of J’s
RAG eiwitten herkennen V/D/J aan recombinatie signaal sequentie en knippen dubbelstrengs, het resultaat is een signal joint en coding joint
Die sequentie is heptameer en nonameer met spacers ertussen van 12 of 23 nucleotiden
Bij koppeling kunnen er deleties en inserties zijn > beïnvloeding specificiteit en affiniteit
Hoe verloopt de opbouw van B-/T-cellen?
Pro-B-cellen maken eerste recombinaties met zware ketens (D/J), daarna de V/D als pre-B-I-cel > test voor goede zware keten met pre-B-II-cel met SLC/surrogate licht chain eraan (test op reading frame en stop codons) > proliferatie + ontwikkeling unieke lichte ketens > test
T-cel hetzelfde maar andere benamingen: CD34 + CD1a + pre-T-α + CD8/4, ook een test maar alleen voor α- en β-cellen (β-keten eerst testen met tijdelijke α-keten, daarna geheel testen)
Waar en welke route volgen B-/T-cellen bij ontstaan?
B-cellen ontstaan tijdens een migratie van kiemcel aan buitenkant van beenmerg naar binnen
T-cellen ontstaan in de thymus in het kapsel, de cortex en medulla: Begin uit het merg op de cortigomedullaire junction, richting subkapsulair gebied en terug, aan het eind pas CD4/8+
Wat is flowcytometrie en wat kan je meten?
Flowcytometrie is een suspensie van cellen, waarbij antistoffen met fluoriserend molecuul gebonden worden, die worden ik vloeistofstroom bestraald met een laser, wat verschillende golflengtes geeft = fluorescentie op basis van markers
Grootte meten met FSC/forward scatter en interne structuren met SSC/side scatter
Hoe werkt antigeenherkenning van T-cellen?
T-cel gebruikt MHC/major histocompatibility complex
Menselijk MHC = HLA/humaan leukocyt antigeen
Geen MHC = bare lymfocite syndrome > primaire immuundeficiëntie, infectiegevoelig
Hoe wordt T-cel geactiveerd?
T-cel heeft 3 acties nodig om geactiveerd te worden voor immuniteit tegen pathogenen, predispositie voor ziekte en transplantaat afstoting:
1. Binding antigeen aan TCR
2. Co-stimulatoire moleculen
3. Cytokines die uitgescheiden worden door het antigeen
Waar bevind de genomische organisatie en hoe werken de 2 klasses?
Genomische organisatie bevindt zich op chromosoom 6, er zijn 2 klasses:
Klasse I, onderverdeeld in A, B en C > CD8+
Klasse II, onderverdeeld in DP, DQ, DR (DM, DN, DO) > CD4+
Wat zijn kenmerken van klasse I?
Op alle lichaamscellen behalve erytrocyten en geslachtscellen
Minimaal 3, maximaal 6 MHC moleculen pp
Presenteert vooral intracellulaire eiwitten: virus infectie in de cel > mRNA wordt eiwit en proteasoom > ER/golgi-systeem > presentatie op membraan na exocytose
Wat zijn kenmerken van klasse II?
Op alle APC’s (dendritische cellen, monocyten/macrofagen, B-lymfocyten), bij ontstekingsreactie kunnen cytokinen ook activeren (T-lymfocyten, endo-/epitheelcellen)
Minimaal 3, maximaal 12 MHC moleculen pp
Presenteert vooral extracellulaire eiwitten: APC > endocytose > ER/golgi-systeem > fusie endo- en lysosoom > presentatie op membraan na exocytose
Hoe gebeurt transcriptie van MHC?
Transcriptie van MHC gebeurt door enhanceosoom en CIITA, defect = geen transcriptie
Wat is het nut van polymorfisme?
Polymorfisme/variatie in HLA zorgt ervoor dat verschillende antigenen kunnen binden
Hoe worden lipiden gepresenteerd?
Lipiden worden gepresenteerd door CD1:
voordeel in adaptieve immuunrespons, maar nadeel voor allergieën, auto-immuunziekten en transplantaties
Wat doet de thymus? + opbouw
Thymus heeft cellulair een soort sponsachtige structuur voor een groot oppervlakte
Processen in de thymus zijn maturatie, proliferatie en apoptose
Welke vormen van selectie zijn er in de thymus? + wat regelt het?
T-cel herkent het antigeen peptide in combinatie met APC/HLA = positieve selectie (cortex) = Selectie op TCR met ideale affiniteit voor lichaamseigen HLA
Negatieve selectie (medulla) schakelt cellen uit die auto-reactief zijn met apoptose = Selectie tegen TCR met te hoge affiniteit voor lichaamseigen peptiden in HLA
Met deze mechanismen wordt de centrale tolerantie geregeld, er is ook een perifere tolerantie
Welke vormen van HLA MHC zijn er?
HLA MHC klasse I = CD8+
HLA MHC klasse II = CD4+
Hoe verloopt de reactie van een T-cel op een infectie?
Antigeen opname > transport > antigeen-herkenning > activatie > proliferatie en differentiatie naar effector cellen en geheugencellen
Co-stimulatie en co-inhibitie speelt mee in het effect, balans = effect
Welke blokkerende antilichamen zijn er?
CRLA-4 en PD-1
Naïeve cel heeft nog geen contact gehad met antigeen
Effector (geheugen) (RA-) zorgt voor snelle respons bij nieuw Ag contact
Effector (RA+) wordt chronisch gestimuleerd door Ag > uitputting
Wat is TCRγδ?
TCRγδ regelen herkenning van Ag zonder MHC, een snelle effector respons tussen innate en adaptief in
Vdelta-2+ herkennen fosfo-Ag van micro-organismen of dode cellen en produceren inflammatoire cytokinen
V-delta+ herkent stress-geïnduceerde MHC-achtige moleculen
Wat doen en zijn cytokinen?
Cytokinen zijn belangrijk bij immuniteit en homeostase, hebben effect op cellen
Kleine, oplosbare eiwitten, te verdelen in groeifactoren, chemokines en overig
Groeifactoren stimuleren proliferatie en maturatie van cellen
Chemokine werkt chemotactisch op cellen
Overige cytokinen werken anders (remmend en activerend)
Wat is pleiotropie?
1 cytokine beïnvloed meerdere celtypen en heeft uiteenlopende effecten
Wat is redunantie?
Verschillende cytokines hebben overlappende functies
Waar/hoe heeft een cytokine effect?
Functie is lokaal (autocrien en paracrien) en systemisch
Autocrien = op cel zelf,
paracrien = op omliggende cellen,
endocrien = bloed/hormoon
Waarvan zijn de effecten van cytokinen afhankelijk?
Effecten zijn procesfase- en concentratie-afhankelijk
Synergie = veel sterker effect
Addities = opgeteld effect
Inhibitie = minder effect