Week 5 H18 Flashcards

1
Q

Politieke economie

A

Een tak van de sociale wetenschappen die de relaties tussen markten en de staat bestudeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Economie

A

De studie van de theorie en praktijk van de productie, distributie en consumptie van goederen en diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Markten

A

De arena’s waar goederen en diensten worden gekocht en verkocht, waarbij de prijzen voornamelijk worden bepaald door vraag en aanbod

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Economisch systeem

A

De interacties en instellingen waarmee een maatschappij productie, distributie en consumptie beheert, waarbij verschillende gradaties van interacties tussen overheden en markten een rol spelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vrijhandel

A

Het verminderen of wegnemen van handelsbelemmeringen waardoor een open en concurrerende markt ontstaat, hetzij tussen twee landen, hetzij tussen 3 of meer landen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ontwikkeling

A

De verbetering van het economische en sociale welzijn van volkeren, gemeenschappen of staten. Wordt vaak alleen gebruikt in de context van armere staten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Afhankelijkheid theorie

A

Een perspectief gebaseerd op het argument dat hulpbronnen van de periferie van arme staten naar de kern van rijke staten stromen, waardoor politieke en economische afhankelijkheid ontstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Eerlijke handel

A

Het idee dat producenten in armere landen een groter deel van de winst uit de verkoop van hun producten zouden moeten verdienen en een eerlijke prijs voor hun werk zouden moeten krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wereldwijde financiële crisis

A

De crisis ontstond in 2007 door financiële deregulering en speculatie in de VS, die zich snel naar de EU verspreidden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kapitalisme

A

Een economisch principe dat erop gericht is om zoveel mogelijk beslissingen over productie, distributie en prijzen aan de vrije markt over te laten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Nachtwaker staat (Night-watchman)

A

Een staat die beperkte taken vervult, zoals het handhaven van de wet en orde, het bieden van nationale verdediging en het naleven van contacten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Neoliberalisme

A

Een economische filosofie die een heropleving van het klassieke liberalisme vertegenwoordigt en die sinds de jaren 80 door conservatieven in veel democratieën is omarmd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Klasse theorie

A

Een theorie die stelt dat de klassenhiërarchie bepaald door de plaats van individuen in het productieproces, veel verklaart over politiek bewustzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Communisme

A

Een ideologisch standpunt dat stelt dat een klassenwedstrijd ertoe zal leiden dat macht en eigendom gemeenschappelijk eigendom worden en de staat zal wegkwijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Staatssocialisme

A

Het politieke systeem in “communistische” staten, dat een algehele centralisatie van de politieke en economische controle inhoudt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Command economie

A

Een economisch systeem waarin alle beslissingen over productie, aanbod en kosten worden genomen door overheidsplanners

17
Q

welvaartseconomie

A

De tak van de economie die zich richt op het effect van toewijzing van goederen en diensten op het algemene maatschappelijk welzijn

18
Q

Convergentie - thesis

A

Het idee dat de politieke economieën van economieën met een hoog inkomen een gemeenschappelijk format aannemen dat gebaseerd os op een liberale, pro-marktreactie, terwijl tegelijkertijd de uitgaven aan sociale voorzieningen worden beperkt en beleid wordt gestimuleerd om de beroepsbevolking uit te breiden

19
Q

Verzorgingsstaat

A

Een wet die voorziet in de behoeften van behoeftigen, zoals werklozen, armen, zieken en ouderen

20
Q

Sociale zekerheid

A

Een verzamelnaam voor sociale voorzieningen die gericht zijn op mensen met een laag of helemaal geen inkomen

21
Q

Vloek van hulpbronnen

A

Een verschijnsel waarbij een staat die rijk is aan een bepaalde natuurlijke hulpbron, of een beperkte selectie van hulpbronnen, eenlagers economische groei ervaart als gevolg van onevenwichtig beleid, wijdverbreide corruptie en interne conflicten

22
Q

Staatskapitalisme

A

Een systeem waarin de staat een hoge mate van controle over de economie uitoefent. De staat neemt de verantwoordelijkheid op zich voor veel van de functies en activiteiten die in een kapitalistisch systeem aan de vrije markt zouden worden overgelaten

23
Q

Rent - seeking

A

Het gebruik van een hulpbron dat resulteert in de overdracht van welvaart, in plaats van het creëren van nieuwe welvaart of voordelen voor de maatschappij

24
Q

Rentierstaat

A

Een staat die het grootste deel of al zijn nationale inkomsten verdient door de export van grondstoffen of door het leasen van natuurlijke hulpbronnen aan buitenlandse bedrijven

25
Q
A