week 5 Flashcards

1
Q

Welke vermenigsvuldigingsfactor moet je gebruiken om natrium om te rekenen naar zout?

A

2,5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt de systolische bloeddruk in?

A

Dit is de druk in de bloedvaten tijdens het samentrekken van het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt de diastolische bloeddruk in?

A

Dit is de druk in de bloedvaten tijdens het ontspannen van het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer heb je hypertensie

A

Je hebt een hypertensie als:
Systolische bloeddruk >140
diastolische bloeddruk > 90
Je gebruikt bloeddruk verlagende medicaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een gezonde bloeddruk

A

Een gezonde bloeddruk is 120 systole/80 diastole

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de nadelen van teveel zout eten?

A

De nadelen zijn:
een grotere kans op een te hoge bloeddruk
Hoge belasting op de nieren
Een grotere kans op lagere botdichtheid, omdat teveel zout ook de uitscheiding van calcium bevordert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke 5 factoren verhogen het risico op een verhoogde bloeddruk?

A
De factoren die het risico verhogen zijn:
obesitas
weinig beweging
zout eten
stress
overmatige alcohol consumptie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn onze voornamelijkste bronnen van zout?

A

Onze voornamelijkste bronnen zijn:
Brood
Kaas
Vleeswaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke functies heeft zout in het lichaam

A

Natrium speelt een rol in de vochtbalans met de na-k pomp.

Natrium speelt een rol in de prikkeloverdracht in de zenuwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly