Week 5 Flashcards

1
Q

Wat is een Genus iudiciale?

A

Een gerechtelijke rede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een Genus Deliberativum

A

Een politieke rede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een Genus Demonstrativum

A

Gelegenheidsrede/ lof- lijkrede

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de traditionele kenmerken van een tekstgenre?

A
  1. Een categorie die aan bepaalde kenmerken voldoet
  2. De tekst voldoet aan een aantal vastliggende en wel omschreven conventies (Functie, vorm en inhoud)
  3. Iedereen in de taalgemeenschap (her) kent die conventies, bewust of onbewust.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de uitgangspunten van hedendaagse genreanalyse?

A

Stoelt op het sociaal constructivisme

  • De werkelijkheid is niet zonder meer een feit
  • De regels voor communicatief gedrag is de sociale werkelijkheid van een groep
  • De wisselwerking tussen tekst en context.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is precies het uitgangspunt van het sociaal constructivisme in de genreanalyse

A

Genrekenmerken worden niet gezien als vaststaand, maar de wisselwerking tussen de tekst en de context waarin de tekst moet fungeren staat centraal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de dingen die genreanalyse onderzoekt?

A
  1. Het analyseren en formuelren van genreconventies
  2. Het evrklaren van tekstkenmerken door sociale en cognitieve factoren die een rol spelen bij het ontstaan van de tekst.
  3. Het evalueren van de tekstkwaliteit door na te gaan of het afwijkt van de conventies (en of dit wel of niet functioneel is).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 3 benaderingen zijn er voor het analyseren van niet-literaire genres.

A
  1. Systematic functional linguistics (SFL)
  2. New Rhetorics
  3. English for Specific Purposes Approach (ESP)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt Systematic Functional Linguistics in?

A

Analyseert niet lyteraire genres op basis van:

  1. Lexicale kenmerken (woordgebruik).
  2. Grammaticale kenmerken
  3. Stijlkenmerken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt New Rhetorics in ?

A

Het doen van een niet-literaire analyse op basis van sociale situatie en retorische functie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houdt ESP (English for specific Purposes Approach) in?

A

het is een analyse van niet-literaire teksten, waarbij de communicatieve context de inhoudelijke en formele eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke 3 aspecten spelen een rol bij het bepalen van een genre?

A
  1. Semantische inhoud
  2. Vormkenmerken
  3. Pragmatische waarde als sociale handeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke 4 elementen zijn van belang bij het maken genreanalyse

A
  1. Context en beoogd communicatief en retorisch doel
  2. Inhoudelijke en structurele kenmerken van een tekst + Retorische strategieen
  3. De linguistische kenmerken van de tekst
  4. De linfuistische kenmerken van een tekst (zinsniveau)
  5. De vormkenmerken van een tekst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke beoordelingscriteria hanteert de Hoge Raad bij het beoordelen van motiveringsklachten over onduidelijkheid en dubbelzinnigheid?

A

Als het Hof door dubbelzinnigheid niet aan de motiveringsplicht voldoet en dat tot gevolg heeft dat de uitspraak niet juist is, moet de uitspraak worden gecasseerd (vernietigd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt strategisch manouvreren in?

A

Het balanceren tussen redelijkheid (De deugdelijkheid van de argumentatie) Dialectisch doel, En effectiviteit retorisch doel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn voor en nadelen van een ad hominem in een parlementair debat?

A

+ Je kunt de andere partij de mond snoeren

  • Door onredleijkheid mogelijk contraproductief.
17
Q

Wat zijn 3 strategieen om een ad hominem af te zwakken?

A
  1. Juxtapositie van tegengestelde begrippen (bv. sandwich feedback)
  2. Attributieoverdracht
  3. De aanval formuleren als een vraag (‘ Heeft u daar dan niet naar gekeken?’)
18
Q

Wat zijn voorbeelden van de Semantische inhoud?

A
  • Non fictie vs. Fictie
  • PErsonality
  • Personal thoughts
  • Self-expression
  • Ogenschijnlijke rechtsstreeksheid
19
Q

Wat zijn voorbeelden van vormkenmerken?

A
  • Externe links
  • Datum
  • Tijdsstempel
  • Commentaarlink
  • Permalink
  • Auteursnaam
  • Geschreven tijd
  • etc.
20
Q

Wat zijn voorbeelden van pragmatische sociale waarde?

A
  • Selfexpression
  • Community development
21
Q

Wat is een pragma dialectisch communicatief actietype?

A

Communicatie die volgens bepaalde conventies verloopt, cultuurafhankelijk en in zekere mate is ingebed in een bepaalde institutie .

> Hoort altijd tot een bepaald domein

> hebben altijd een bepaald doel

>Argumentatie kan een rol spelen

22
Q

Waarom wil je het actietype analyseren?

A

Dit is belangrijk om te bepalen welke argumentatie relevant is