Week 1

Question 1

Welke onderzoeksmethodes zijn er bij het analyseren van schrijvers.

Answer 1

1. Observatie - Onderzoeker observeert schrijver
2. Retro-spectie: Onderzoeker bevraagt schrijver achteraf
3. Direct verslag: Onderzoeker stelt vragen tijdens het schrijven.
4. Hardop denken : Schrijver doet verslag tijdens het schrijven.

Question 2

Wat onderscheidt goede schrijvers van minder goede schrijvers?

Answer 2

1. Goede planing, meer efficienter
2. Weinig moeite met formuleren
3. breder scala aan revisies tov. Alleen spelling en interpunctie

Question 3

Welke schrijfstijlen hanteren competente schrijvers?

Answer 3

.1 zin voor zin goed .2 Alles opschrijven, dan reviseren .3 perfecte eerste versie, reviseren vindt plaats voor formuleren .4 Uitgebreid plannen, volledig uitschrijven, dan reviseren.

Question 4

Wat is constructvaliditeit?

Answer 4

Meet je wel wat je wil meten?

Question 5

Wat is inhoudsvaliditeit?

Answer 5

Is de meting representatief?

Question 6

Wat is betrouwbaarheid in een onderzoek?

Answer 6

Hoe consistent zijn meningen en interpretaties.

Question 7

Kenmerken an het model van Flower & Hayes ?

Answer 7

1. Schrijven als cognitief proces ipv. Stage proces
2. schrijven als doelgericht denkproces.

Question 8

Waarin onderscheidt flower & Hayes het cognitieve proces van het stage process.

Answer 8

1. Gericht op de processen in de schrijver ipv de groei van het geschrevenproduct
   
   1. Schrijven is een verzameling van denkprocessen
   2. Schrijven als probleem-oplossen
2. .Lineair- recursief en dynamisch proces (Onderbreken en afwisselen, ipv. Een lineair proces)

Question 9

Wat zijn de voordelen van Peer Response ?

Answer 9

1. Praktisch > meer ruimte voor docent
2. Cognitief > vergroot zelfredzaamheid
3. Sociaal >Variatie in schrijversstijlen
4. Leert metataal

Question 10

Wat zijn nadelen van peer response ?

Answer 10

1. Studenten staan slechts aan het begin van hun leerproces
2. Oppervlakkig beoordelen > Leerlingen zijn snel tevreden
3. Leerlingen hebben weinig motivatie
4. Vinden kritiek geven moeilijk
5. Onzekerheid leidt tot minder scherpe feedback