week 5 Flashcards
Melk en water
Casus
Een melkhandelaar verdunde melk met water buiten medeweten van zijn knecht. De knecht verkocht de verdunde melk vervolgens als ‘volle melk’. Hierdoor overtrad de knecht, volledig onbewust, de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV). De knecht werd vervolgd voor overtreding van de APV.
Rechtsvraag
Is de knecht schuldig aan het overtreden van de APV?
Overweging
De Hoge Raad oordeelde dat een verdachte in beginsel niet kan worden gestraft als hem geen enkel verwijt van zijn handelen kan worden gemaakt. Er geldt: geen straf zonder schuld. De knecht was in casu een willoos werktuig in handen van zijn baas. De ongeschreven schulduitsluitingsgrond afwezigheid van alle schuld (hierna: avas) werd in dit arrest aanvaard.
Rechtsregel
Een dader is niet strafbaar als bij hem alle schuld ontbreekt: geen straf zonder schuld. Als alle schuld ontbreekt, kan een dader een geslaagd beroep op avas doen
Overzichtsarrest noodweer(exces)
Feiten
De verdachte handelde in verdovende middelen. Het slachtoffer was één van zijn klanten en was hem nog geld schuldig. Op gegeven moment is de verdachte naar de woning van het slachtoffer gegaan. Het slachtoffer had bedacht dat de verdachte een lesje zou worden geleerd. Het slachtoffer heeft de verdachte binnengelaten en had een verzwaarde sok in zijn handen. Ze zijn in gevecht geraakt. De verdachte is met een fles geslagen en met een mes bedreigd. Op een gegeven moment legde het slachtoffer het mes op tafel en liep naar de bank in de woonkamer. De verdachte heeft het mes gepakt en is naar het slachtoffer gelopen. Deze draaide zich om en maakte een beweging alsof hij de verdachte wilde aanvallen. Hierop heeft de verdachte het slachtoffer zestien maal met het mes gestoken en/of gesneden. De verdachte doet een beroep op noodweerexces wegens een hevige gemoedsbeweging.
Rechtsvraag
Is er buiten de grenzen van noodzakelijke verdediging getreden?
Oordeel Hoge Raad
De Hoge Raad is van mening dat een beroep op noodweerexces niet slaagt, omdat er te ver buiten de grenzen van verdediging is getreden. Door deze disproportionaliteit is een beroep op noodweer(exces) niet meer mogelijk.
PTSS en noodweerexces
Casus
Een man wordt er van verdacht om het slachtoffer opzettelijk van het leven te beroven. Verdachte raakte in gevecht met het slachtoffer. Uit verklaringen wordt duidelijk dat het slachtoffer de verdachte als eerste heeft geslagen. Verdachte slaat het slachtoffer terug en als het slachtoffer dan op de grond ligt springt verdachte in en op het slachtoffer en schopt tegen zijn hoofd. Het feit wordt gekwalificeerd als een poging tot doodslag. De verdachte beroept zich op noodweer, respectievelijk noodweerexces. Volgens de Staat is dit niet het geval. Dit blijkt onder andere uit het feit dat hij een posttraumatische stressstoornis heeft.
Rechtsvraag
Is er sprake van noodweer ondanks het bestaan van een posttraumatische stress stoornis?
Hoge Raad
De gedraging moet het “onmiddellijk gevolg” zijn van een hevige gemoedsbeweging die is veroorzaakt door een wederrechtelijke aanranding. Dat houdt in dat de veroorzaakte gemoedsbeweging van doorslaggevend belang moet zijn geweest voor de verweten gedraging. Andere factoren kunnen hebben bijgedragen aan de hevige gemoedsbeweging, maar aan het gevolgvereiste is niet voldaan als de hevige gemoedsbeweging in essentie is terug te voeren op een eerder bestaande emotie, bijvoorbeeld al bestaande kwaadheid jegens het slachtoffer. Bij de beantwoording van de vraag ff er in dit geval sprake is van het vereiste ‘onmiddellijk gevolg’ is het van belang om de mate waarin de grenzen van de noodzakelijke verdediging zijn overschreden en ook de aard en de intensiteit van de hevige gemoedsbeweging. Ook het tijdsverloop kan relevant zijn. In dit geval heeft verdachte een zo hevige gemoedsbeweging gehad dat hij is ingesprongen op en heeft geschopt tegen het hoofd van het slachtoffer. De gemoedsbeweging moet dus van doorslaggevend belang zijn geweest voor de verweten gedraging. Het feit dat er bij verdachte een posttraumatische stressstoornis aanwezig was doet daar niet aan af. Het heeft misschien bijgedragen aan de hevige gemoedsbeweging maar de hevige gemoedsbeweging is niet in essentie terug te voeren op die omstandigheid.
Schema rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden
Rechtvaardigingsgronden:
- Overmacht als noodtoestand (40 Sr)
- Noodweer (41 lid 1 Sr)
- Wettelijk voorschrift (42 Sr)
- Bevoegd ambtelijk bevel (43 lid 1 Sr)
Ontbreken van de materiële wederrechtelijkheid (ongeschreven, HR Veearts)
Schulduitsluitingsgronden:
- Ontoerekeningsvatbaarheid (39 Sr)
- Psychische overmacht (40 Sr)
- Noodweerexces (41 lid 2 Sr)
- Onbevoegd gegeven ambtelijk bevel (43 lid 2 Sr)
Afwezigheid van alle schuld (ongeschreven, HR Melk en Water)
> Rechtvaardigingsgrond tast wederrechtelijkheid aan, schulduitsluitingsgronden de verwijtbaarheid
Algemene regulerende beginselen:
- Proportionaliteit -> staat handelen in redelijke verhouding tot het te bereiken doel
- Subsidiariteit -> of er een minder vergaand alternatief voorhanden was
- Garantenstellung -> hogere zorgplicht op basis van je functie of ervaring -> werkt door in subsidiariteit en proportionaliteit (omdat je politie bent verwachten we van je in proportionaliteit en subsidiariteit meer van je dan aan een derde)
- Culpa in causa -> als je zelf een bijdrage hebt geleverd aan de situatie waar je terecht in bent gekomen kan dit ook aan jou worden toegerekend (bijv. zelf ruzie uitlokken) -> bij ontoerekenbaarheid kan culpa in causa zitten in zelf intoxicatie (drugs en alcohol nemen en daardoor anders gedragen, kom je heel snel aan)
> Alle stappen zijn niet altijd nodig om te toetsen (soms wijst casus erop dat je het links moet laten liggen of is het al in de casus verwerft
Noodweer (41 lid 1 Sr) toetsen:
- Noodweersituatie
> Ogenblikkelijke aanranding
> Wederrechtelijk
> Tegen lijf, eerbaarheid of goed -> eerbaarheid doen we eigenlijk niks meer mee
- Noodweersituatie
- Geboden door de noodzakelijke verdediging
> “Noodzakelijke” = subsidiariteit
> “Geboden” = proportionaliteit
-> cumulatief
- Geboden door de noodzakelijke verdediging
- Algemene regulerende beginselen -> alleen kijken naar culpa in causa en Garantenstellung
Noodweerexces (41 lid 2 Sr) toetsen:
- Noodweersituatie
> Ogenblikkelijke aanranding
> Wederrechtelijk
> Tegen lijf, eerbaarheid of goed -> eerbaarheid doen we eigenlijk niks meer mee
- Noodweersituatie
- Noodzakelijke verdediging, disproportionele verdedigingswijze
> Intensief: op dat moment zelf te hard van stapel lopen
> Excessief: te lang door gaat, noodweersituatie is al opgehouden te bestaan
> Tardief: verdediging pas inzetten nadat de noodweersituatie is opgehouden te bestaan, te laat ingezet -> wordt niet vaak aangenomen
- Noodzakelijke verdediging, disproportionele verdedigingswijze
- Onder invloed van relevante hevige gemoedsbeweging
> Woede, angst, radeloosheid, drift -> wraak valt er niet onder
- Onder invloed van relevante hevige gemoedsbeweging
- Dubbele causaliteit
> Tussen aanranding en hevige gemoedsbeweging -> HR PTSS en noodweerexces: als gemoedsbeweging is ontstaan door een andere oorzaak en niet door de aanranding, is er geen sprake van causaliteit. Het kan wel een rol hebben gespeeld in het uitbranden in blinde woede
> Tussen hevige gemoedsbeweging en disproportionele verdediging
- Dubbele causaliteit
- Algemene regulerende beginselen -> alleen kijken naar Garantenstellung en culpa in causa
Dolus in causa
met intentie bepaalde situatie opgezocht
Overmacht als noodtoestand (art. 40 Sr) toetsen:
- Situatie van concrete min of meer acute nood die bestaat in een conflict van onderling onverzoenbare plichten of belangen
> Heb ik te maken met onderling onverzoenbare belangen en leiden die ertoe dat er een situatie van acute nood ontstaat?
- Situatie van concrete min of meer acute nood die bestaat in een conflict van onderling onverzoenbare plichten of belangen
- Gekozen voor zwaarstwegende plicht of zwaarstwegende belang
> Mensenlevens moet je altijd na streven
- Gekozen voor zwaarstwegende plicht of zwaarstwegende belang
- Algemene regulerende beginselen -> kijken naar proportionaliteit (=bijzondere invulling proportionaliteit -> adequatie vereiste: is die handeling een effectieve handeling geweest om die noodtoestand op te heffen?), subsidiariteit en Garantenstellung
Ontoerekenbaarheid (39 Sr) toetsen (volgt allemaal uit Thijs H.):
- Stap 1: Een psychische stoornis (maar ook psychiatrische aandoening zoals dementie of verstandelijke handicap) ten tijde van het begaan van een feit
> Leed iemand aan een psychische stoornis etc.? -> wordt deskundige voor ingeschakeld, maar oordeel blijft altijd aan de rechter
> Was die stoornis aanwezig tijdens het begaan van het feit?
- Stap 2: Causaal verband tussen de psychische stoornis en het delict (‘wegens’) -> wordt deskundige voor ingeschakeld, maar oordeel blijft altijd aan de rechter
- Stap 3: Kan het strafbare feit aan de verdachte worden toegerekend?
> HR Thijs H.: doorwerking van stoornis in
- Begrip omtrent wederrechtelijkheid van het feit (cognitieve aspect)
of
- Mogelijkheid om in overeenstemming met zijn begrip van de wederrechtelijkheid te handelen (volitieve of controle-aspect)
-> als één van deze elementen aanwezig is kan je het feit niet aan hem toerekenen
Stap 4: Algemene regulerende beginselen -> bij toerekenbaarheid met name de culpa in causa van belang (proportionaliteit en subsidiariteit toets je hier niet want psychische stoornis en Garantenstellung werkt ook niet echt om te toetsen, maar culpa in causa kan je wel toetsen bijv, heeft hij zijn medicatie ingenomen)
Einduitspraak bepalen
- Wat voor delict hebben we mee te maken?
> Culpoos of doleus
> Is het een bestanddeel of element? - Beroep op een strafuitsluitingsgrond?
> Rechtvaardigingsgrond of schulduitsluitingsgrond
Culpoos delict leidt altijd tot vrijspraak!! want daar zit altijd de wederrechtelijkheid en verwijtbaarheid in!?