week 3 Flashcards

1
Q

Betekenissen van schuld

A
  • Schuld in de zin van verwijtbaarheid
  • Element: derde vraag (strafbaarheid dader)
  • Wettelijke schuldvormen (opzet en culpa)
  • Bestanddelen: eerste vraag (bewijsvraag)
  • Altijd een voorwaarde bij misdrijven
  • Meestal niet bij overtredingen
  • Schuld in enge zin (culpa als bestanddeel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Schuld in de zin van verwijtbaarheid

A
  • Verhouding verwijtbaarheid en wettelijke schuldvormen
  • Leer van het materiële feit
  • Arrest Melk en Water
  • Schuld als algemene voorwaarde voor strafbaarheid / AVAS
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Algemene opmerkingen over opzet

A
  • Subjectieve intentie/geestesgesteldheid van de dader
  • Willens en wetens handelen (doen en laten)
  • Algemeen opzet (dolus generalis)
  • Opzet ≠ motief
  • Interpretatie d.m.v. objectivering en normativering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Opzet in de wet

A
  • Hoe is opzet te herkennen in de delictsomschrijving?
  • ‘Opzettelijk’ (bijv. art. 261 Sr)
  • Ingeblikt opzet (bijv. art. 225 Sr) -> gedragingen waarvan het niet anders kan dat je deze opzettelijk hebt verricht (mishandeling etc.)
  • ‘Wetende dat’ (bijv. art. 188 Sr)
  • ‘Oogmerk’ (bijv. art. 177 Sr) -> geen gradatie van opzet, staat er los van! Op het moment dat je ‘oogmerk’ tegenkomt moet je dat aantonen aan de hand van een van de opzetgradaties
    > Terroristisch oogmerk (art. 83a Sr)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bereik van opzet

A
  • Waar moet het opzet op zijn gericht?
  • Hoofdregel: op alle bestanddelen na het bestanddeel opzet in de delictsomschrijving
  • Uitzondering:
  • Geobjectiveerde bestanddelen (bijv. art. 180 Sr)
  • Aan opzet onttrokken gevolgen (bijv. art. 300 lid 3 Sr)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Opzet en wederrechtelijkheid

A
  • Hoofdregel: kleurloos opzet (geen opzet op wederrechtelijkheid)
  • Uitzondering bij wederrechtelijkheid als bestanddeel:
  • ‘opzettelijk en wederrechtelijk’ (bijv. art. 172 Sr)
  • ‘opzettelijk wederrechtelijk’ (bijv. art. 282 Sr)
  • Alleen bij tweede variant: boos opzet (opzet gericht op wederrechtelijkheid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Opzet en verwijtbaarheid

A
  • Staat aanwezigheid van een schulduitsluitingsgrond in de weg aan opzet?
  • Alleen wanneer ‘elk inzicht in de draagwijdte van zijn gedraging en de mogelijke gevolgen ontbrak’
  • Consequenties onderscheid opzet en verwijtbaarheid voor beslissingsschema
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Opzet in andere leerstukken

A
  • Poging
  • Voorbereiding
  • Deelneming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gradaties van opzet

A
  • Gradaties:
  • Vol opzet
  • Noodzakelijkheidsbewustzijn
  • Voorwaardelijk opzet
  • Voorwaardelijk opzet is ondergrens
  • Alleen niet voldoende voor ‘oogmerk’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voorwaardelijk opzet

A
  • Bewust aanvaarden van de aanmerkelijke kans dat het ten laste gelegde gevolg zal intreden
  • ‘Afzwakking’ van willens en wetens handelen
  • Drie onderdelen:
  • Aanmerkelijke kans op het gevolg
  • Bewustzijn van die aanmerkelijke kans
  • Aanvaarden van die aanmerkelijke kans
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Aanmerkelijke kans

A
  • Risicocomponent
  • Vaststellen aan de hand van ervaringsregels en omstandigheden van het geval
  • Kwantitatieve benadering: niet afhankelijk van de ernst van het gevolg (arrest HIV I)
  • Arrest Aanmerkelijke kans: ‘een in de gegeven omstandigheden reële, niet onwaarschijnlijke mogelijkheid’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bewustzijn van de kans

A
  • Kenniscomponent
  • Wat wist verdachte? Niet altijd duidelijk
  • Normatieve benadering: welke kennis kan worden verondersteld?
  • ‘had moeten weten’ is niet voldoende
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Aanvaarden van de kans

A
  • Wilscomponent (in afgezwakte vorm)
  • Op de koop toenemen van de gevolgen
  • Kan aanvaarden worden afgeleid uit het feit dat verdachte heeft gehandeld ondanks bewustzijn van de aanmerkelijke kans? (HIV I)
  • Afgrenzing voorwaardelijk opzet/bewuste schuld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe aanvaarden vaststellen?

A
  • Verklaring verdachte/getuigen (arrest Enkhuizer doodslag)
  • Feitelijke omstandigheden van het geval: aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht
  • Uiterlijke verschijningsvorm: ‘zozeer gericht op gevolg dat het niet anders kan…’
  • Behoudens contra-indicaties (Porsche-arrest)
  • Casus doodslag in het verkeer: HR:2025:141
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Contextgevoelige invulling

A
  • Algemeen opzetbegrip
  • Invulling opzetbegrip kan variëren bij verschillende delictsomschrijvingen
  • HR eist een deugdelijke motivering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Tot slot over voorwaardelijk opzet

A
  • Twee functies voorwaardelijk opzet: materieelrechtelijk en procesrechtelijk
  • Subjectief bestanddeel, maar sterk normatieve benadering
  • Vaak punt van discussie
17
Q

Voorbedachte raad

A
  • Geen vorm van opzet, maar een strafverzwarend bestanddeel
  • Tijd en gelegenheid voor beraad
  • Objectievere vs. subjectievere invulling
  • Belang van contra-indicaties: Arrest Voorbedachte Raad II
18
Q

Voorbedachte raad en psychische stoornis

A
  • Psychische stoornis als contra-indicatie?
  • Ontoerekenbaarheid sluit voorbedachte raad niet uit (arrest Thijs H.)
  • Uiteenlopende benaderingen in de feitenrechtspraak
19
Q

3 gradaties opzet:

A
  1. Zuiver/vol opzet -> jouw wil is primair gericht op het intreden van een bepaald gevolg
    > In elke gradatie zit een willens en wetens, dit is niet kenmerkend voor zuiver opzet
  2. Opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn -> jouw wil is primair gericht op een bepaald gevolg en daarbij is onlosmakelijk verbonden dat een ander gevolg ook zal intreden (gebeurt in de praktijk niet vaak)
  3. Voorwaardelijk opzet -> HIV 1 -> bewust aanvaarden van de aanmerkelijke kans
    ‘Oogmerk’ kan je NIET adhv voorwaardelijk opzet aantonen
20
Q

Voorwaardelijk opzet bestaat uit (cumulatief) (3):

A
  • De aanmerkelijke kans
    > Omstandigheden van het geval -> aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder die gedraging is verricht (heel feitelijk de gedraging beschrijven en onder welke omstandigheden heeft hij deze verricht

> Ervaringsregels -> levert die gedraging onder die omstandigheden onder basis van die gedragingsregels een aanmerkelijke kans op -> Arrest aanmerkelijke kans: reële, niet onwaarschijnlijke mogelijkheid

  • Bewustzijn
    > Verklaringen van verdachte

> Gedragingen verdachte (Porsche) (als verdachte zwijgt of liegt) -> dus kijken naar de gemiddelde derde “in die omstandigheden kan het niet anders dat hij zich bewust was van die aanmerkelijke kans” (schrijf het op deze manier op!!, “hij had het moeten weten” hoort bij culpa)

  • Aanvaarden
    > Verklaring van de verdachte (Enkhuizer doodslag; koste wat het kost ontkomen, blijkt zekere onverschilligheid uit dus je hebt kans op intreden van het gevolg aanvaard), eventuele getuigenverklaringen

> Feitelijke omstandigheden van het geval -> aard van de gedraging en omstandigheden & uiterlijke verschijningsvorm behoudens contra-indicaties (Porsche)

21
Q

Arrest Voorbedachte raad:

A
  1. Voldoende tijd -> enkele ogenblikken zijn al voldoende
  2. Contra-indicaties
    - Besluitvorming en uitvoering vinden plaats in plotselinge hevige drift
    - Korte tijdspanne tussen besluit en uitvoering gedraging
    Gelegenheid op beraad pas ontstaat tijdens de uitvoering van het besluit